Paus Pius XII - 30 september 1943
Met het volste recht mogen wij hopen, dat ook onze tijd iets kan bijdragen tot diepere en juistere verklaring der heilige Schrift. Niet weinig vraagstukken immers, vooral op het gebied der geschiedenis, zijn nauwelijks of niet genoegzaam door de schriftverklaarders van vroeger eeuwen opgehelderd, wie namelijk bijna alle gegevens ontbraken, voor een vollediger belichting vereist. Hoe moeilijk en bijna ondoorgrondelijk ook voor de Vaders sommige onderwerpen bleven, blijkt - om van andere dingen te zwijgen - uit de door velen herhaaldelijk aangewende moeite om de eerste hoofdstukken van Genesis te verklaren, en uit de menigvuldige door Hiëronymus gedane pogingen de Psalmen zó te vertalen, dat de letterlijke, d.i door de woorden zelf uitgedrukte zin er van duidelijk tot uiting kwam. Dan zijn de moeilijkheden van andere boeken of gewijde teksten eerst in de jongste tijd aan het licht gekomen, sinds door een volmaaktere kennis van de oudheid nieuwe vragen gerezen zijn waardoor een juister inzicht in de zaak zelf verkregen wordt. Ten onrechte dus wordt door sommigen, die de stand van de Bijbelwetenschap niet juist inzien, beweerd dat de katholieke exegeet van onze tijd niets heeft toe te voegen aan hetgeen de christelijke oudheid heeft voortgebracht; terwijl integendeel onze tijd juist veel heeft voorgesteld, dat nieuw onderzoek en nieuwe keuring behoeft en de hedendaagse schriftverklaarder niet weinig tot werkzame studie prikkelt.