Paus Pius XII - 30 september 1943
Hoeveel belang men aan deze tekstkritiek moet toekennen, heeft Augustinus treffend te kennen gegeven, toen hij onder de voorschriften, die de Bijbelvorser moeten worden ingescherpt, op de eerste plaats de zorg stelde zich een verbeterde tekst te verschaffen.
"Op het verbeteren van handschriften moet allereerst de scherpzinnigheid gericht zijn van hen, die de goddelijke Geschriften wensen te kennen - aldus deze beroemde kerkleraar - opdat verbeterde handschriften de plaats mogen innemen van niet verbeterde." H. Augustinus, De doctrina Christiana. II, 21; PL 34, 46
Deze tekstkritiek, met zoveel waardering en vrucht bij het uitgeven van profane geschriften aangewend, wordt heden ten dage zeer terecht, juist om wille van de eerbied aan het goddelijk woord verschuldigd, ook bij de heilige Schrift in beoefening gebracht. Haar wezenlijke taak is immers, zo goed als doenlijk, de heilige tekst in zijn oorspronkelijke staat te herstellen, van misvormingen, door de onbetrouwbaarheid van afschrijvers er in gebracht, te zuiveren, en naar vermogen te bevrijden van toevoegsels en weglatingen, van woordverplaatsingen en herhalingen en andere dergelijke fouten, die in geschriften bij eeuwenlange overlevering gewoonlijk binnensluipen. Enige tientallen van jaren geleden hebben niet weinigen deze tekstkritiek geheel willekeurig gebruikt en niet zelden zó, dat men zou zeggen: ze hebben het slechts gedaan om de gewijde tekst hun eigen vooropgezette meningen op te dringen; maar in onze tijd - men behoeft nauwelijks hierop te wijzen - wordt de tekstkritiek volgens zulke vaste en veilige wetten beoefend, dat ze een uitstekend hulpmiddel geworden is om de goddelijke Boeken met grote zuiverheid en juistheid uit te geven en dat ieder misbruik zonder veel moeite kan worden ontdekt. Evenmin is het nodig in herinnering te roepen - wat alle beoefenaars der schriftstudie zeer goed weten - hoezeer namelijk van de eerste eeuwen af tot op onze dagen toe de Kerk de beoefening der tekstkritiek heeft hooggeacht. Thans evenwel, nu deze wetenschap zulk een hoge volmaaktheid heeft bereikt, moet het een eervolle, laat het dan niet altijd gemakkelijke, taak der Bijbelgeleerden zijn, met alle zorg er naar te streven dat, zo spoedig als enigszins mogelijk is, van katholieke zijde zowel van de heilige Schrift zelf als van de oude vertalingen volgens deze regels verzorgde uitgaven verschijnen, waarin namelijk, met de hoogste eerbied voor de heilige tekst, een nauwgezet toepassen van de regels der kritiek is verbonden. En allen mogen wel begrijpen, dat deze tijdrovende arbeid niet alleen vereist wordt om de onder Gods ingeving geschreven Boeken goed te verstaan, maar voor ons ook een dure plicht is van die kinderlijke liefde, waarmede wij God in Zijn voorzienigheid ten zeerste dankbaar behoren te zijn, die deze Boeken als een vaderlijk schrijven uit de woonstede Zijner heerlijkheid aan Zijn dierbare kinderen zond.