Paus Franciscus - 17 oktober 2015
Zaligheden, Eminenties, Excellenties, Broeders en Zusters
Nu de Gewone Algemene Vergadering in een voltalloge zitting bijeen is, vormt deze herdenking van de 50ste verjaardag van de instelling van de Bisschoppensynode voor ons allen een reden voor blijdschap, lofprijzing en dankzegging aan de Heer. Vanaf de periode van het Tweede Vaticaans Concilie tot aan de huidige vergadering hebben we steeds intenser de noodzaak en de schoonheid van het “gezamenlijk onderweg zijn” ervaren.
Bij deze heuglijke gelegenheid breng ik mijn hartelijke groeten over aan Kardinaal Lorenzo Baldisseri, de Secretaris Generaal, de Ondersecretaris, Aartsbisschop Fabio Fabene, de Beambten, de Consultoren en de overige medewerkers van het Algemeen Secretariaat van de Bisschoppensynode, hen die achter de schermen bezig zijn en tot ‘s avonds laat werken.Tevens groet en dank ik de Synodevaders en de andere deelnemers aan de huidige Vergadering, alsook aan allen die hier aanwezig zijn.
Op dit moment willen we ook hen herdenken die in de loop van de afgelopen 50 jaar hun diensten aan de Synode hebben aangeboden, te beginnen met de opeenvolgende Algemeen Secretarissen: Kardinaal Wladislaw Rubin, Kardinal Jozef Tomko, Kardinaal Jan Pieter Schotte en Aartsbisschop Nikola Eterovic. Ik maak ook van de gelegenheid gebruik om mijn oprechte dankbaarheid uit te spreken jegens hen - zowel levend als overleden - die zo ruimhartig en bekwaam hebben bijgedragen aan het werk van de Synode.
Vanaf het begin van mijn ambt als Bisschop van Rome heb ik geprobeerd de Synode te versterken, een van de kostbaarste erfenissen van het Tweede Vaticaans Concilie. Vgl. Paus Franciscus, Brief, Aan de secretaris-generaal van de Bisschoppensynode, Em LOrenzo Kard. Baldisseri, bij gelegenheid van de verheffing tot de bisschoppelijke waardigheid van de ondersecretaris, de zeereerwaarde heer Fabio Fabene (1 apr 2014) Voor de Zalige Paulus VI was de Bisschoppensynode bedoeld om het beeld van de Oecumenische Concilie te reproduceren en haar geest en methode te weerspiegelen. Vgl. H. Paus Paulus VI, Toespraak, Synode Aula, Bij het begin van de werkzaamheden (30 sept 1967) Paus Paulus voorzag dat de organisatie van de de Synode “na verloop van tijd zou kunnen worden verbeterd.” H. Paus Paulus VI, Motu Proprio, Oprichting van de Synode van Bisschoppen voor de universele Kerk, Apostolica Sollicitudo (15 sept 1965) Twintig jaar later herhaalde Heilige Johannes Paulus II die gedachte toen hij verklaarde dat “dit instrument verder zou kunnen worden verbeterd. Vgl. H. Paus Johannes Paulus II, Homilie, Tijdens de plechtige concelebratie ter afsluiting van de 6e Gewone Algemene vergadering van de Bisschoppensynode, "Uw gunsten Heer wil ik bezingen" (Ps. 89, 2) (29 okt 1983), 5 Wellicht kan de collegiale pastorale verantwoordelijkheid vollediger tot uitdrukking komen in de Synode.” Bisschoppensynodes, Reglement voor de Synode van Bisschoppen, Ordo Synodi Episcoporum (29 sept 2006) In 2006 hechtte Benedictus XVI zijn goedkeuring aan verscheidene veranderingen in de Bisschoppensynodes
Ordo Synodi Episcoporum
Reglement voor de Synode van Bisschoppen (29 september 2006) in het bijzonder in het licht van de bepalingen van de Wetboek
Codex Iuris Canonici
Codex van het Canonieke recht
(25 januari 1983) en de Wetboek
Codex Canonum Ecclesiarum Orientalium
Codex van Canoniek Recht van de Oosterse Kerken (1 oktober 1991), die ondertussen waren uitgevaardigd.
We moeten doorgaan op dit pad. De wereld waarin we leven, en die we geroepen zijn lief te hebben en te dienen, zelfs met haar tegenstellingen, vereist dat de Kerk de samenwerking versterkt in alle gebieden van haar missie. Juist dit pad van synodaliteit verwacht God van de Kerk van het derde millennium.
Wat de Heer van ons vraagt is in zekere zin reeds aanwezig in dat ene woord ‘synode’. Het samen onderweg zijn - leken, herders, de Bisschop van Rome - is een concept dat makkelijk onder woorden te brengen is, maar niet zo makkelijk in praktijk te brengen.
Na verklaard te hebben dat het volk van God bestaat uit alle gedoopten die geroepen zijn “een spiritueel huis en een heilig priesterschap te zijn”, 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk, Lumen Gentium (21 nov 1964), 10 verklaarde het Tweede Vaticaans Concilie vervolgens dat “het gehele lichaam van de gelovigen, die een zalving hebben ontvangen, die komt van de heilige Vgl. 1 Joh. 2, 20.27 , niet kan dwalen in zaken die het geloof betreffen. Deze eigenschap is te zien in het bovennatuurlijk geloofsaanvoelen (sensus fidei) van het gehele volk van God, wanneer het van de bisschop tot aan de laatste der gelovigen een universele consensus in zaken van geloof en moraal zichtbaar maakt”. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk, Lumen Gentium (21 nov 1964), 12 Dit zijn de beroemde woorden onfeilbaar “in credendo”.
In de Apostolische Exhortatie Paus Franciscus - Postsynodale Apostolische Exhortatie
Evangelii Gaudium
Over de verkondiging van het Evangelie in de wereld van vandaag - Naar aanleiding van de Bisschoppensynode 2012 over de nieuwe evangelisatie
(24 november 2013) heb ik benadrukt dat “het volk van God heilig is dankzij deze zalving die het onfeilbaar maakt in credendo” Paus Franciscus, Postsynodale Apostolische Exhortatie, Over de verkondiging van het Evangelie in de wereld van vandaag - Naar aanleiding van de Bisschoppensynode 2012 over de nieuwe evangelisatie, Evangelii Gaudium (24 nov 2013), 119, en eraan toegevoegd “dat iedere gedoopte, wat zijn functie in de Kerk en het niveau van de vorming in zijn geloof ook is, een actief subject van evangelisatie is, en het zou niet juist zijn te denken aan een evangelisatieschema dat door gekwalificeerde personen wordt verwezenlijkt, terwijl de rest van het gelovige volk alleen maar passief van hun activiteit zou moeten profiteren.” Paus Franciscus, Postsynodale Apostolische Exhortatie, Over de verkondiging van het Evangelie in de wereld van vandaag - Naar aanleiding van de Bisschoppensynode 2012 over de nieuwe evangelisatie, Evangelii Gaudium (24 nov 2013), 120 De sensus fidei voorkomt een rigide scheiding tussen een Ecclesia docens (een Kerk die onderwijst) en een Ecclesia discens (een Kerk die leert), aangezien de kudde evenzeer instinctief in staat is de nieuwe wegen die de Heer aan de Kerk openbaart, te onderscheiden.Vgl. Paus Franciscus, Toespraak, Ontmoeting met de verantwoordelijke bisschoppen van de Raad van Bisschoppen van Latijns-Amerika (CELAM) - Studiecentrum Sumaré, Rio de Janeiro, Bij gelegenheid van de algemene coördinatievergadering van de CELAM (28 juli 2013) Vgl. Paus Franciscus, Toespraak, Kathedraal van San Rufino, Assisi, Bij de ontmoeting met de clerus, religieuzen en leden van pastorale raden (4 okt 2013)
Zo lag de overtuiging ten grondslag aan mijn verlangen dat het volk van God moet worden geraadpleegd in de voorbereiding van de twee fasen van de Synode over het gezin, zoals gebruikelijk is bij elk Lineamenta. Een dergelijke consultatie zou zeker niet voldoende zijn om de sensus fidei te signaleren. Maar hoe zouden we kunnen spreken over het gezin zonder gezinnen zelf erbij te betrekken, te luisteren naar hun vreugde en hun hoop, hun verdriet en hun angst? Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk in de wereld van deze tijd, Gaudium et Spes (7 dec 1965), 1
Op basis van de antwoorden die op de twee vragenlijsten die naar de particuliere kerken werden gezonden, hadden we de gelegenheid tenminste enkele van die gezinnen vraagstukken te horen toelichten die dicht bij hen staan en waarover zij veel te zeggen hebben.
Een synodale Kerk is een Kerk die luistert, die beseft dat luisteren “meer is dan simpelweg horen”” Latijns-Amerika (CELAM), Aparecida, 13-31 mei 2007, Slotdocument Vijfde Conferentie van het Latijns-Amerikaanse Episcopaat en de Caraïbische Eilanden (29 juni 2007), 170 Het is wederzijds luisteren waarin ieder iets te leren heeft. De gelovigen, het college van bisschoppen, de Bisschop van Rome: allen luisteren naar elkaar, en allen luisteren naar de Heilige Geest, de “Geest der waarheid” (Joh. 14, 17), zodat zij te weten komen wat hij “zegt tot de Kerken” (Openb. 2, 7).
De Bisschoppensynode is het brandpunt van dit luisterproces dat op ieder niveau van het leven van de Kerk wordt uitgevoerd. Het Synodeproces begint met het luisteren naar het volk van God, dat “ook deelt in de profetische zending van Christus”, 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk, Lumen Gentium (21 nov 1964), 12, volgens een principe dat dierbaar is voor de Kerk van het eerste millennium: “Quod omnis tangit ab omnibus tractari debet” - "wat allen aangaat dient ook door allen besproken te worden". Het Synodeproces gaat dan voort door te luisteren naar de pastores. Door de Synodevaders treden de bisschoppen op als betrouwbare bewakers, vertolkers en getuigen van het geloof van de gehele Kerk dat zij zorgvuldig dienen te onderscheiden van de wisselvallige stromingen van de publieke opinie. Aan de vooravond van de Synode van vorig jaar verklaarde ik: “Ten behoeve van de Synodevaders vragen we de Heilige Geest in de eerste plaats om de gave van het luisteren: te luisteren naar God, zodat we met Hem de schreeuw van zijn volk kunnen horen; te luisteren naar zijn volk totdat we in harmonie zijn met de wil waartoe God ons roept.” Paus Franciscus, Toespraak, Sint Pietersplein, Tijdens de gebedswake ter voorbereiding op de Familiesynode (4 okt 2014) Het Synodeproces mondt uit in in het luisteren naar de Bisschop van Rome, die geroepen is te spreken als “herder en leermeester van alle Christenen” 1e Vaticaans Concilie, 4e Zitting - Dogmatische Constitutie over de Kerk van Christus, Pastor Aeternus (18 juli 1870), 25 Vgl. Wetboek, Codex van het Canonieke recht, Codex Iuris Canonici (25 jan 1983), 749. § 1 niet op basis van zijn persoonlijke overtuigingen maar als de oppergetuige voor de fides totius Ecclesiae, - het geloof van de hele Kerk - “de hoeder van de gehoorzaamheid en de conformiteit van de Kerk aan de wil van God, aan het Evangelie van Christus, en aan de Traditie van de Kerk”. Bisschoppensynodes, 3e Buitengewone Algemene Bisschoppensynode, Relatio Synodi - Familiesynode 2014 (18 okt 2014), 7
Het feit dat de Synode altijd handelt cum Petro et sub Petro - inderdaad niet alleen cum Petro, maar ook sub Petro - is geen beperking van de vrijheid, maar een waarborg voor eenheid, want de Paus is, door God’s wil, “de eeuwige en zichtbare bron en fundament van eenheid, zowel van de bisschoppen als van het gehele gezelschap van de gelovigen.” 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk, Lumen Gentium (21 nov 1964), 23 Vgl. 1e Vaticaans Concilie, 4e Zitting - Dogmatische Constitutie over de Kerk van Christus, Pastor Aeternus (18 juli 1870), 2 Hiermee nauw verbonden is het concept van “hierarchica communio” - "hierarchische gemeenschap" - zoals toegepast door het Tweede Vaticaans Concilie: de bisschoppen zijn verbonden met de Bisschop van Rome door de band van bisschoppelijke gemeenschap (cum Petro), terwijl zij tegelijkertijd hiërarchisch aan hem als hoofd van het college onderworpen zijn (sub Petro). Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk, Lumen Gentium (21 nov 1964), 22 Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Decreet, Over het herderlijk ambt van de bisschoppen in de Kerk, Christus Dominus (28 okt 1965), 4
Synodaliteit als een essentieel element van de Kerk, biedt ons het meest geschikte interpretatiekader voor het begrip van de hiërarchische geestelijkheid zelf. Als we, zoals Heilige Johannes Chrysostomos zegt, begrijpen dat “Kerk en Synode synoniem zijn”, H. Johannes Chrysostomos, Expositio in Psalmis. 149: PG 55, 493 aangezien de Kerk niets anders is dan het “samen onderweg zijn” van God’s kudde over de paden der geschiedenis naar de ontmoeting met Christus de Heer, dan begrijpen we ook dat, binnen de Kerk, niemand hoger kan worden “opgetild” dan anderen. Integendeel, in de Kerk is het noodzakelijk dat eenieder zich “verlaagt” om onze broeders en zusters te dienen.
Jezus stichtte de Kerk door het Apostolische College aan het hoofd te plaatsen, waarin de Apostel Petrus de ‘rots’ is. Vgl. Mt. 16, 18 degene die zijn broeders in het geloof moet versterken. Vgl. Lc. 22, 32 Maar in deze Kerk is, als in een omgekeerde pyramide, de top geplaatst onder de basis. Daarom worden zij die gezag uitoefenen “minister” genoemd, want in de oorspronkelijke betekenis van het woord zijn zij de minste van allen. In het dienen van het volk Gods wordt iedere bisschop voor dat deel van de kudde dat hem is toevertrouwd, vicarius Christi Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk, Lumen Gentium (21 nov 1964), 27 de plaatsvervanger van die Jezus die zich tijdens het Laatste Avondmaal voorover boog om de voeten van de Apostelen te wassen. Vgl. Joh. 13, 1-15 En vanuit een soortgelijk perspectief is de Opvolger van Petrus bovenal de servus servorum Dei - Dienaar van de Dienaren Gods. Vgl. Paus Franciscus, Toespraak, Aan het slot van de Buitengewone Synode over het gezin, De synode heeft de waarheden over het huwelijk nooit ter discussie gesteld (18 okt 2014), 7
Laat ons dit nooit vergeten! Voor de leerlingen van Jezus, gisteren, vandaag en altijd, is het enige gezag het gezag van de dienstbaarheid, de enige macht is de macht van het kruis. Zoals de Meester ons zegt: Gij weet dat de heersers der volkeren hen met ijzeren vuist regeren en dat de groten misbruik maken van hun macht over hen. Dit mag bij u niet het geval zijn: wie onder u groot wil worden, moet dienaar van u zijn en wie onder u de eerste wil zijn moet slaaf van u wezen (Mt. 20, 25-27). “Dit mag bij niet het geval zijn”: met deze uitdrukking raken we het hart van het mysterie van de Kerk, en we ontvangen de noodzakelijke verlichting om onze hiërarchische dienstbaarheid te begrijpen.
In een synodale Kerk is de Bisschoppensynode slechts de duidelijkste manifestatie van een dynamiek van gemeenschap die alle kerkelijke beslissingen inspireert.
Het eerste niveau van uitoefening van synodaliteit is te vinden in de particuliere kerken. Na het noemen van de edele institutie van de Diocesane Synode, waarin priesters en leken worden opgeroepen samen te werken met de bisschop voor het welzijn van de hele kerkelijke gemeenschap, Vgl. Wetboek, Codex van het Canonieke recht, Codex Iuris Canonici (25 jan 1983), 460-468 wijdt de Wetboek
Codex Iuris Canonici
Codex van het Canonieke recht
(25 januari 1983) ruime aandacht aan wat gewoonlijk genoemd wordt “organen van gemeenschap” in de plaatselijke kerk: de priesterraad, het consultorencollege, het kapittel van kanunnikken, en de pastorale raad. Vgl. Wetboek, Codex van het Canonieke recht, Codex Iuris Canonici (25 jan 1983), 495-514
Slechts voorzover deze organisaties verbonden blijven met de “basis” en uitgaan van de mensen en hun dagelijkse problemen, is het mogelijk dat een synodale Kerk vorm krijgt: deze middelen moeten gewaardeerd worden als een gelegenheid tot luisteren en delen, hoe vermoeiend zij ook mogen blijken te zijn.
Het tweede niveau is dat van de Kerkprovincies en kerkelijke regio’s, Particuliere Concilies, en, op een speciale manier, Bisschoppenconferenties. Vgl. Wetboek, Codex van het Canonieke recht, Codex Iuris Canonici (25 jan 1983), 431-459 We moeten erover nadenken hoe we, door deze organen betere intermediaire voorbeelden van collegialiteit zouden kunnen bewerkstelligen, wellicht door bepaalde aspecten van de oude kerkelijke organisatie te integreren en te moderniseren. De hoop die door het Concilie werd geuit dat zulke organen zouden helpen de geest van bisschoppelijke collegialiteit te versterken is nog niet volledig bewaarheid geworden. We zijn nog steeds onderweg, het doel gedeeltelijk bereikt. Zoals ik heb gezegd, in een synodale Kerk “past het niet dat de Paus de lokale episcopaten vervangt in het onderscheiden van alle problemen die zich in hun gebied voordoen”. In deze zin voel ik de noodzaak vooruit te gaan in een heilzame “decentralisatie”. Paus Franciscus, Postsynodale Apostolische Exhortatie, Over de verkondiging van het Evangelie in de wereld van vandaag - Naar aanleiding van de Bisschoppensynode 2012 over de nieuwe evangelisatie, Evangelii Gaudium (24 nov 2013), 16 Vgl. Paus Franciscus, Postsynodale Apostolische Exhortatie, Over de verkondiging van het Evangelie in de wereld van vandaag - Naar aanleiding van de Bisschoppensynode 2012 over de nieuwe evangelisatie, Evangelii Gaudium (24 nov 2013), 32
Het laatste niveau is dat van de Universele Kerk. Hier wordt de Bisschoppensynode, die het Katholieke episcopaat vertegenwoordigt, een uitdrukking van bisschoppelijke collegialiteit binnen een volledig synodale Kerk. Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Decreet, Over het herderlijk ambt van de bisschoppen in de Kerk, Christus Dominus (28 okt 1965), 5 Vgl. Wetboek, Codex van het Canonieke recht, Codex Iuris Canonici (25 jan 1983), 342-348 Twee verschillende zinsneden: “bisschoppelijke collegialiteit” en een “volledig synodale Kerk”. Dit niveau maakt de collegialitas affectiva zichtbaar, die onder bepaalde omstandigheden ook “effectief” kan worden, die de bisschoppen met elkaar en met de Paus verbindt in de zorg voor het volk van God. Vgl. H. Paus Johannes Paulus II, Postsynodale Apostolische Exhortatie, Over de Bisschoppen, Pastores Gregis (16 okt 2003), 8
De verplichting om een synodale Kerk te bouwen - een missie waartoe we allen geroepen zijn, ieder in de rol die hem door de Heer is toevertrouwd - heeft belangwekkende oecumenische implicaties. Toen ik recentelijk een delegatie van het Patriarchaat van Constantinopel toesprak, heb ik mijn overtuiging herbevestigd, dat “een zorgvuldige bestudering van hoe in het leven van de Kerk, het principe van synodaliteit en de dienstbaarheid van degene die voorzit zijn verwoord, zal een belangrijke bijdrage leveren aan de vooruitgang van de betrekkingen tussen onze kerken.” Vgl. Paus Franciscus, Toespraak, Tot de Delegatie van het Oecumenisch Patriarchaat van Constantinopel (27 juni 2015)
Ik ben ervan overtuigd dat in een synodale Kerk helderder licht kan worden geworpen op de uitoefening van het primaat van het Petrusambt. De Paus staat niet alleen boven de Kerk, maar in haar als een van de gedoopten, en binnen het College van bisschoppen als Bisschop onder de Bisschoppen, en tegelijkertijd geroepen - als opvolger van Petrus - de Kerk van Rome te leiden, die in de liefde aan het hoofd staat van alle Kerken. Vgl. H. Ignatius van Antiochië, Brief aan de Romeinen, Epistula ad Romanos. Proemio: PG 5, 686
Terwijl ik de urgentie en noodzaak herbevestig om te denken over “een bekering van het Pausdom” Vgl. Paus Franciscus, Postsynodale Apostolische Exhortatie, Over de verkondiging van het Evangelie in de wereld van vandaag - Naar aanleiding van de Bisschoppensynode 2012 over de nieuwe evangelisatie, Evangelii Gaudium (24 nov 2013), 32 herhaal ik bereidwillig de woorden van mijn voorganger Paus Johannes Paulus II: “Als bisschop van Rome weet ik heel goed ... dat de volle en zichtbare gemeenschap van alle gemeenschappen, waarin krachtens de trouw van God zijn Geest woont, de brandende wens van Christus is. Ik ben ervan overtuigd dienaangaande een bijzondere verantwoordelijkheid te hebben, vooral wanneer ik het oecumenische verlangen van de meeste christelijke gemeenschappen constateer en het aan mij gerichte verzoek hoor om een vorm te vinden voor de uitoefening van het primaat die weliswaar geenszins afziet van het essentiële van haar zending, maar die zich openstelt voor een nieuwe situatie.” H. Paus Johannes Paulus II, Encycliek, Over de inzet voor de oecumene, Ut Unum Sint (25 mei 1995), 95
Onze blik strekt zich ook uit tot de mensheid als geheel. Een synodale Kerk is als een banier opgeheven tussen de volken Vgl. Jes. 11, 12 in een wereld welke - al roepend om participatie, solidariteit en transparantie in het openbaar bestuur - vaak het lot van hele volken prijsgeeft aan de greep van kleine maar machtige groeperingen. Als een Kerk die “samen onderweg” is met mannen en vrouwen, die deel hebben aan de beproevingen van de geschiedenis, laat ons de droom koesteren, dat een herontdekking van de onschendbare waardigheid van volken en van de functie van autoriteit als dienstbaarheid ook in staat zal zijn de burgermaatschappij te helpen opbouwen in rechtvaardigheid en broederlijkheid, en zo een mooiere en menselijkere wereld te bewerkstelligen voor de komende generaties. Vgl. Paus Franciscus, Postsynodale Apostolische Exhortatie, Over de verkondiging van het Evangelie in de wereld van vandaag - Naar aanleiding van de Bisschoppensynode 2012 over de nieuwe evangelisatie, Evangelii Gaudium (24 nov 2013), 186-192 Vgl. Paus Franciscus, Encycliek, 'Wees geprezen' - over de zorg voor het gemeenschappelijke huis, Laudato Si' (24 mei 2015), 156-162
Dank u.