
Paus Franciscus - 30 januari 2016
Dat zou ook het geval moeten zijn als we de Heer ontmoeten: de vreugde van die ontmoeting, van zijn barmhartigheid, de barmhartigheid van de Heer meedelen. Meer nog, het teken dat we Jezus echt ontmoet hebben is de vreugde die we ervaren als we Hem aan anderen meedelen. En dat is geen zieltjeswinnerij, maar een geschenk geven: ik geef jou wat mij vreugde schenkt. In het Evangelie lezen we dat dit de ervaring geweest is van de eerste leerlingen: na de eerste ontmoeting met Jezus, gaat Andreas dat onmiddellijk aan zijn broer Petrus zeggen Vgl. Joh. 1, 40-42 , en hetzelfde deed ook Filippus met Natanaël. Vgl. Joh. 1, 45-46 Jezus ontmoeten staat gelijk met het ontmoeten van zijn liefde. Die liefde verandert ons en stelt ons in staat aan anderen de kracht over te brengen die Hij ons geeft. In zekere zin mogen we zeggen dat vanaf de dag van ons doopsel aan ieder van ons een nieuwe naam gegeven is, toegevoegd aan die welke vader en moeder gaven, en die naam is christofoor: allen zijn we christoforen. Wat betekent dat? Dragers van Christus. Dat is de naam voor onze houding, een houding van dragers van de vreugde van Christus, van de barmhartigheid van Christus. Elke christen is een christofoor, een drager van Christus!