• Database vol kerkelijke documenten
  • Geloofsverdieping
  • Volledig in het Nederlands
  • Beheerd door vrijwilligers

Zoeken in kerkelijke documenten en berichten

x

SIA PER VOI
Radioboodschap van vrede en eenheid aan alle volkeren - Kerstmis 1963

Broeders en Kinderen, gij allen die naar mij luistert!
Wij richten Onze Kerstwensen tot U allen en Wij hopen in het bijzonder dat Onze zegenwensen doordringen tot Uw harten om U de vreugde, de vrede en het vertrouwen te schenken die bij uitstek de kenmerken zijn van dit grote feest en die de schoonste geschenken zijn die men in het leven ontvangen kan. Mogen allen tot wie Onze hartelijke wensen gericht zijn in hun binnenste de zoetheid van de vertroosting en het geluk ervaren. Heden ten dage heeft de mensheid talloze mogelijkheden om zich het zogenaamde uiterlijke geluk te verwerven, helaas ontbreekt het daarbij maar al te vaak aan het innerlijke, waarachtige, persoonlijke, diepe oprechte geluk en juist dat geluk wensen Wij U zo vurig toe. Wensen het vooral ook aan hen die lijden, want zij hebben het zo zeer nodig, aan de zieken, de ouden van dagen, de bedroefden, aan hen die snakken naar vergeving en naar rechtvaardigheid.
Liefdevolle wensen voor de gehele mensheid
Hoe gaarne zouden Wij tot een ieder van U gaan om hem de troostvolle en zoete woorden van Christus te brengen: tot de kleintjes, tot de opgroeiende jeugd voor wie Kerstmis hèt grote feest is, het feest van het nieuwe leven, van genegenheid en levensvreugde; moge de Heer er voor zorgen dat zij deze blijheid ook in de komende jaren weten te behouden, moge Hij hen het geheim leren van deze levensvreugde die het kenmerk is van de onschuld. Wij zouden willen gaan tot de gezinnen, verzameld om de maaltijd en om de geschenken, verenigd rondom de kribbe, het zinnebeeld van het nieuwe leven; tot de maatschappelijke organisaties die de periodieke balans gaan opmaken van hun werk, opdat in hun arbeid ordelijkheid gepaard moge gaan met rechtvaardigheid en liefde; tot de bannelingen en vluchtelingen wier angsten en noden Wij kennen; tot de getrouwen die van hun rechtmatige vrijheid beroofd zijn; tot allen die lijden om Christus en Zijn Kerk en met wie Wij ons vandaag meer dan ooit verbonden voelen; tot alle volken, alle naties van deze aarde over wie heden de hemelse vredesboodschap nederdaalt welke de wereld vervult met vertrouwen en goede wil.
Zalig Kerstmis voor allen! Dit kunnen Wij zeggen omdat Kerstmis een godsdienstig, een christelijk feest is, omdat Wij weten welke betrekkingen er bestaat tussen het kerstgebeuren en het lot der mensheid.

Maar wat gebeurt er wanneer Wij, in Ons verlangen om Onze broederlijke wensen over alle mensen uit te strekken, Onze blik laten gaan, vanaf de hoge post waarop Wij krachtens Onze zending geplaatst zijn, over het universele beeld dat de wereld Ons biedt? Dan blijkt maar al te duidelijk dat Onze wensen niet slechts gericht dienen te zijn op een blij feest voor iedereen, zoals men het Kerstfeest zo graag ziet, maar dat zij bovenal gericht moeten zijn op de werkelijk grote behoeften van het mensdom. Onze genegenheid kan niet voorbij zien aan het smartelijke leed, de vurige verlangens, de grote nood waaronder brede lagen van de maatschappij zuchten en waaronder hele volken gebukt gaan. Wanneer Wij aldus het werkelijke beeld van de wereld aanschouwen dan wordt de vreugde in Ons hart overschaduwd door de ernstige vraag: welke zijn heden ten dage de werkelijk grote behoeften van de wereld waarop Onze wensen gericht moeten zijn om waarlijk zegenbrengend en heilzaam te zijn?

De noden van de wereld! De vraag maakt haast duizelig, zo omvangrijk, zo gecompliceerd, zo onmetelijk zijn zij. Enkele daarvan zijn echter zo evident, zo dringend dat ieder van ons ze in meer of mindere mate kent.
Allereerst is dat de honger. Men wist al wel dat er honger geleden werd, thans evenwel is wetenschappelijk vastgesteld dat meer dan de helft van de mensheid niet genoeg brood te eten heeft. Hele generaties sterven en verkommeren in onbeschrijfelijke nood. De honger veroorzaakt ziekten en ellende en hierdoor wordt de honger dan weer vergroot. Talloze mensen ontbreekt het niet alleen aan welvaart maar aan het allernoodzakelijkste.
De goddelijke wet van gerechtigheid en liefde tegen de gesel van de honger
Wanneer er niet met effectieve middelen wordt ingegrepen, ziet het er naar uit dat dit droevige verschijnsel zal toenemen in plaats van verminderen. De bevolkingsaanwas van de hongergebieden wordt nog niet voldoende opgevangen door de economische vooruitgang en de stijgende voortbrenging van de middelen tot levensonderhoud. Daarnaast bestaat het gevaar dat door de moderne communicatiemiddelen die steeds meer gemeengoed worden de bevolking van achtergebleven gebieden kennis neemt van de overvloed elders in de wereld hetgeen bron kan zijn van onrust en opstandigheid in hun lijden. Zo kan de honger uitgroeien tot een vernietigende kracht met onberekenbare gevolgen.
Bij het bestuderen van deze dreigende problemen zou zich de verleiding kunnen opdringen zijn toevlucht te nemen tot middelen die erger zijn dan de kwaal, nl. zich te vergrijpen aan de vruchtbaarheid van het leven zelf met middelen die de menselijke en christelijke moraal ongeoorloofd moet noemen. In plaats van het brood op de tafel van de hongerende mensheid aan te vullen, zoals dat thans mogelijk is met de huidige toeneming van de productie, denken sommigen er over om met immorele handelingen het aantal tafelgenoten te verminderen. Dit is onze beschaving onwaardig. Wij weten dat het probleem van de bevolkingsgroei bij volkeren die over onvoldoende middelen tot levensonderhoud beschikken, ernstig en zeer ingewikkeld is, maar het is ontoelaatbaar de oplossing te zoeken in het aanwenden van methoden die in strijd zijn met de wet van God en de eerbied die de mens verschuldigd is aan het huwelijk en het wordende leven.
Dit is een van de redenen waarom Wij met diep medeleven Onze blik richten op de grote mensenmenigte die te lijden heeft van de honger en waarom Wij met bezorgde aandacht de bestudering en behandeling van deze enorme problemen volgen. Al is dan aan Ons niet de wonderbare macht van Christus geschonken om materiaal het brood ter leniging van de honger der wereld te vermenigvuldigen, in elk geval is het Ons gegeven om in Ons hart te sluiten de smeekbeden die omhoog stijgen uit de door ellende terneergedrukte massa en die in Ons hetzelfde medelijden opwekken dat trilde in het goddelijke en menselijke hart van Christus: "misereor super turbam... ik heb medelijden met de schare ... zij hebben niets te eten" (Mt. 8, 2). Het lijden der armen is Ons lijden! En Wij hopen dat Ons medeleven in staat is om in de harten van alle mensen een nieuwe liefde te doen ontwaken die het mogelijk maakt om door een zorgvuldige economische planning het noodzakelijke brood voor de hongerende wereld te vermenigvuldigen.
Prachtig werk van Herders en gelovigen
Vandaar dat Wij openlijk Onze instemming willen betuigen met alles wat ondernomen wordt om te hulp te snellen aan allen wie het ontbreekt aan de elementaire levensbehoeften. Met bewondering zien Wij de grote projecten die in deze laatste jaren door internationale ondernomen zijn. Zij getuigen, na de vernielingen van de oorlog, van een wederopbloei van de edelste gevoelens van het mensenhart door op edelmoedige wijze aan een groot aantal onbekende volken op spontane en tegelijk goed georganiseerde wijze het onmisbare dagelijkse voedsel aan te bieden.
Deze grootse, veelvoudige en zegenbrengende arbeid willen Wij van ganser harte zegenen en aanmoedigen. Wij zijn verheugd te constateren dat de christelijke beginselen in staat zijn om zo prijzenswaardige en heilzame initiatieven te verwekken en te verwezenlijken. Het verheugt Ons ook te weten dat verschillende activiteiten van katholieke zijde ondernomen worden, door verdienstelijke zielenherders die met hart en ziel de ondernemingen steunen, door talrijke gelovigen die hun krachten en hun geldelijke steun inzetten, door bekwame leiders die een en ander organiseren en door ijverige medewerkers die bewonderenswaardige arbeid verrichten. Wij brengen hun een eresaluut!
En om dit alles luidt Onze Kerstwens op de allereerste plaats: moge de liefde heersen in de wereld! Moge de liefde die door de mensgeworden Christus op aarde ontstoken is, steeds meer opvlammen om tenslotte uit onze cultuur de schande van de misère die drukt op mensen die onze gelijken en onze broeders in Christus zijn, te vernietigen.
Christelijke beschaving, hulp en bolwerk van de nieuwe Naties
Deze wens roept onmiddellijk een andere op, niet verschillend van de eerste voor wat de menslievende doeleinden betreft, wel verschillend in de methoden om deze te realiseren. Het is de wens die gericht is tot volken van de ontwikkelingslanden.

Onze universele zending als Herder van alle mensen doet Ons met onmetelijke liefde en belangstelling het oog richten op de jonge naties die in deze laatste jaren het bewustzijn, de waardigheid en het eigen leven van vrije en beschaafde staten verworven hebben. Wij bedoelen in het bijzonder de landen in Afrika en Azië en Wij zijn verheugd hen op dit geboortefeest van Christus geluk te mogen wensen met hun geboorte als onafhankelijke deelnemer in het internationale samenspel. Met hen zoden Wij nog eens willen nadenken over de diepste oorsprong van hun roeping tot vrijheid en menselijke volwaardigheid die vervat is in de christelijke boodschap; Wij zouden hun willen toewensen dáár altijd te zoeken naar de bronnen van waren menselijkheid omdat dáár altijd de morele kracht te vinden is waaruit een volk de juiste opvatting over het menselijk leven moet putten en waarin het de wijsheid en de sterkte vindt om in zijn wetten en zeden tot uitdrukking te brengen zowel de grote beginselen der beschaving als de karakteristieke vorm van de eigen aard.

Wij weten dat deze nieuwe naties met recht trots zijn op hun soevereine vrijheid en de overheersing van anderen niet meer tolereren, maar Wij weten ook dat zij nog niet in staat zijn om alle culturele en economische weldaden van een modern uitgegroeide beschaving te genieten. Daarom zijn wij, in Onze liefde, die gericht is op de grote noden van de wereld, dat deze jonge landen geen behoefte hebben aan een vernederende en baatzuchtige weldadigheid maar wèl aan wetenschappelijke en technische bijstand en aan vriendschappelijke solidariteit van de internationale wereld. Broederlijkheid moge volgen op bevoogding.
Daarom zouden Wij Onze Kerstwens voor de jonge naties aldus willen formuleren: dat zij mogen binnentreden als broeders in de familie der beschaafde landen, dat zij op hun beurt de bijdrage mogen leveren van hun oorspronkelijke beschaving en van hun nieuwe culturele en maatschappelijke vorming, in een geest van solidariteit, eensgezindheid en vrede en dat zij in deze internationale familie de achting mogen ontvangen waarop zij recht hebben en de hulp die zij nog niet kunnen ontberen.

Wij kunnen hierbij niet vergeten hoe de Katholieke Kerk, door middel van de Missie, temidden van deze nieuwe staten reeds eeuwenlang onbaatzuchtig gearbeid heeft om hun beste vermogens tot ontwikkeling te brengen, waarbij iedere uiting van eerlijke menselijkheid altijd geëerbiedigd werd; hoe zij hen altijd gewezen heeft op hun ware en verheven bestemming als verloste mensen en hoe onze missionarissen ten koste van vele offers, zuiver uit liefde, hen de zegen van onderwijs, medische hulp en maatschappelijke verzorging geschonken hebben, en dit alles niet in een verhouding van meerdere tot ondergeschikte, van vreemdeling tegenover onbekende maar om hen in de geest van christelijke broederschap tot zelfstandigheid op te voeden. Daarom spreken Wij de wens uit dat de katholieke missionarissen altijd welwillend ontvangen mogen worden door de jonge naties en dat zij op hun beurt hen steeds vol toewijding zullen blijven helpen in hun verdere geestelijke, zedelijke en materiële ontwikkeling.

De vrede, een verheven goed, zij schenkt rust en zekerheid

Schouwend over het wereldtoneel ontwaart Onze blik onvermijdelijk ook dat andere grote goed dat de mensheid zo dringend behoeft: de Vrede.

Juist op het feest van Kerstmis gaan Onze gedachten hier bijzonder naar uit omdat dit feest voor ons een boodschap van vrede is, die vanuit de hemel nederdaalt op aarde, voor alle mensen van goede wil. Wij herinneren aan de grote encycliek van Onze eerbiedwaardige en diepbetreurde Voorganger, Johannes XXIII, welke als hoofdthema had de vrede in onze moderne wereld die in haar onophoudelijke verandering en onvermijdelijke controversen ons dwingt ons telkens opnieuw te bezinnen op haar wezen, haar vorm en ontwikkeling, op haar zwakheden, noden en behoeften. H. Paus Johannes XXIII, Encycliek, Vrede op aarde, Pacem in Terris (11 apr 1963)

Deze H. Paus Johannes XXIII - Encycliek
Pacem in Terris
Vrede op aarde
(11 april 1963)
heeft ons de ogen geopend, mogen wij wel zeggen, voor de nieuwe problematiek van de vrede, zij heeft ons doen inzien dat in onze tijd de vrede een dynamisch karakter heeft. De klassieke definitie van vrede, afkomstig van de Heilige Augustinus: rust in de orde, zou heden ten dage moeten luiden: evenwicht in de beweging, want thans is de vrede veeleer een geordende beweging van de verschillende factoren die tezamen rust en zekerheid, de kenmerken van de vrede, waarborgen. Vooral echter willen Wij vandaag de vrede tot onderwerp van Onze Kerstwens maken om de volgende twee redenen: ten eerste omdat Wij weten dat in de jonge generatie een onmiskenbare wens tot vrede leeft, de jeugd wil vrede! En op de tweede plaats omdat Wij weten dat de vrede nog altijd zwak, nog altijd breekbaar, nog steeds in gevaar is; op verschillende punten in de wereld, al blijft het gelukkig tot deze gebieden beperkt, is zij zelfs geschonden.

De vrede is tot dusver nog altijd meer gebaseerd op vrees dan op vriendschap, zij wordt meer in stand gehouden door het schrikbeeld van atoomwapens dan door wederzijdse verbondenheid en vertrouwen! Indien deze vrede, God moge het verhoeden, vandaag of morgen zou worden geschonden dan zou dit de ondergang van het totale mensdom kunnen betekenen.

Hoe kunnen wij een vreugdevol Kerstfeest vieren wanneer er zulk een dreiging over de wereld hangt? Daarom verbinden Wij aan onze kerstwens de dringende bede aan alle politieke en culturele leiders de vrede te beschouwen als hun voornaamste opdracht. Maar dan de ware vrede, niet een vrede die slechts huichelachtige propaganda is om daardoor de tegenstander te sussen en de eigen oorlogsvoorbereidingen te verhullen; 'geen oorlog' is, geen vrede die alleen maar uit woorden bestaat, naar die geduldige misschien moeizame, maar noodzakelijke onderhandelingen ontwijkt; noch een vrede die gebaseerd is op het wankele evenwicht van tegenstrijdige economische belangen, of hoogmoedige machtsdromen. Ware vrede, zoals Wij reeds zeiden, die haar zekerheid baseert op een door verstandig beleid wegnemen, of althans beperken, van de oorzaken die haar in gevaar kunnen brengen zoals: nationalistische of ideologische hoogmoed, bewapeningswedloop, gebrek aan vertrouwen in de methoden en organisaties die ingesteld zijn om de broederlijke samenleving tussen de volken te bevorderen. Vrede! Vrede in waarheid, gerechtigheid, vrijheid en liefde!

Dat wensen Wij U!

Maar hiermede zijn Wij aan een ander punt gekomen dat onmiddellijk met het voorgaande verband houdt en dat Wij in de volgende vraag kunnen samenvatten: Hoe komt het dat de mensen niet in vrede met elkander leven? Waarom zijn zij niet innerlijk één?

Eenheid van hart, de grote behoefte van de wereld van vandaag

Eenheid van hart dat is de grote behoefte van de mensen van onze tijd. De cultuur, die deze behoefte opwekt en zich ook in dienst daarvan stelt, kan de mens per slot van rekening toch niet voldoende bevredigen, zij prikkelt hem veeleer door de overstelpende veelheid van ideeën die zij in omloop brengt. Het mankeert de mensen aan eenheid in beginselen, in ideeën en opvattingen over leven en wereld. En zolang zij het met elkander oneens zijn, negeren, haten en bestrijden zij elkaar. Hieruit blijkt hoe belangrijk de leer is in het leven der mensen, hieruit blijkt uit welk een geluk het voor ons is dat Jezus Christus op onze wereld gekomen is. Hij is gekomen om een individuele en een collectieve band te leggen tussen God, de hemelse Vader, en de mensen. Deze band is de meest hechte en de vruchtbaarste grondslag voor eenheid tussen de mensen onderling met eerbiediging, ja zelfs verdere uitbouw van de persoonlijkheid van eenieder. De ware sociologie van de vrede stoelt op de eenheid van het christelijk geloof. Deze, door Christus ingestelde eenheid in het denken en in de geschiedenis is de Onze hoogste wens voor de vrede, voor de eensgezindheid, de liefde en het wederzijdse begrip, voor het geluk van allen mensen van goede wil.

Met het luiden van de kerstklokken zenden Wij deze wens over de gehele wereld. In het bijzonder richten Wij Onze wens tot eenheid tot hen die haar beter zullen begrijpen dan wie dan ook: tot de Christenen die nog van ons gescheiden zijn en tot de Katholieken die met ons verenigd zijn: ut unum sint, dat allen één mogen zijn; dit was de hoogste en laatste wens van Christus voor Zijn lijden. Het is Onze wens op de feestdag van zijn komst op aarde. Kinderen en Broeders, gij allen, mensen van goede wil!

Dit zijn de Kerstwensen die Ons hart Ons heeft ingegeven. In deze eerste periode van Ons Pontificaat en gedurende de viering van het Tweede Oecumenisch Vaticaans Concilie leefde deze wens zo vurig, zo onweerstaanbaar in Ons hart dat Wij, zoals gij weet, besloten hebben zeer binnenkort een bezoek te brengen aan Palestina, het land waar Christus, Gods Zoon, op aarde kwam, leefde, leed en stierf en vanwaar Hij ten hemel steeg. Deze bedevaart wil zijn een nieuwe en indrukwekkende bevestiging van Ons geloof en van Onze liefde voor Hem. Door dit bezoek zullen Wij Ons als het ware op evangelische wijze met Hem verenigd voelen, zodat Wij aan Zijn zending, de redding der wereld, die voor het ogenblik aan Ons is toevertrouwd, een grotere luister kunnen geven.
De reis naar het Heilig land heeft uitsluitend een religieus karakter
Wij willen nog eens nadrukkelijk verklaren dat Onze bedevaart een uitsluitend godsdienstig karakter draagt.

Onze reis wil zijn als de belijdenis van Petrus. Wij willen in Ons geloof het geloof van de gehele Kerk tot uitdrukking brengen; Wij willen tot Jezus zeggen, zoals Petrus in Caesarea Philippi: "Ja, o Heer, Gij zijt Christus, de Zoon van de levende God".

Onze reis wil ook een geschenk zijn. Zoals de Wijzen uit het Oosten, de symbolische voorlopers van de volken uit het Oosten, zo willen Wij uit het Westen, Hem het geschenk aanbieden van Zijn Kerk en Hem erkennen als haar Stichter, haar Leermeester, haar Heer en Zaligmaker.

Onze bedevaart wil ook een reis zijn van zoeken naar en hopen op de eenheid van ons allen als kinderen van en broeders in Christus. Op deze gezegende plaatsen, waar de gebeurtenissen zoals in het Evangelie verhaald, geschied zijn, kunnen Wij immers niet nalaten Ons af te vragen: waar is de ongeschonden kudde van Jezus gebleven? waar zijn de schapen van Zijn schaapstal? waar zijn zij die ontbreken? En zouden Wij dan de Goede Herder niet smeken met Zijn eigen woorden: Moge het worden één schaapstal met één Herder!?

Maar Ons hart gaat ook uit naar hen die niet tot de schaapstal van Christus behoren. Wij koesteren goede en grote gedachten voor álle volken, voor hen Ons nabij èn voor hen die Ons verre zijn. Wij koesteren gevoelens van respect en van liefde, Wij wensen hen welzijn en vrede. Allen die Wij op Onze weg zullen ontmoeten: gezagsdragers, volkeren, pelgrims of toeristen, allen zullen Wij respectvol en hartelijk groeten, maar, maar Wij zullen Onze pas niet inhouden, Wij zullen niet stilstaan en Ons niet laten afleiden van het enige godvruchtige doel van Onze reis.

Het wordt een reis van nederig en liefdevol gebed. De gehele wereld vragen Wij daarbij in Ons hart, niemand zullen Wij vergeten. Terwijl Wij de barmhartige Heer om vergeving smeken voor Onze eigen tekortkomingen en zwakheden, zullen Wij Hem bidden om barmhartigheid, vrede en heil voor U allen.

De wensen die Wij in Onze Kerstboodschap hebben uitgesproken voor de Kerk en voor alle mensen zullen Wij daarginds nog vuriger en inniger herhalen. Voor dit ogenblik willen Wij ze bekrachtigen, waarbij Wij de machtige voorspraak inroepen van de Allerheiligste Maagd Maria en van de H.H. Apostelen Petrus en Paulus, met Onze Apostolische zegen.

Document

Naam: SIA PER VOI
Radioboodschap van vrede en eenheid aan alle volkeren - Kerstmis 1963
Soort: H. Paus Paulus VI - Radiotoespraak
Auteur: H. Paus Paulus VI
Datum: 23 december 1963
Copyrights: © 1964, Katholiek Archief 19e jrg.
Bewerkt: 7 november 2019

Opties

Internetadres
Print deze pagina
Dit document bestellen
Startpagina van dit document
Referenties naar dit document
Referenties vanuit dit document
RK Documenten wordt mogelijk gemaakt door donaties van gebruikers.
© 1999 - 2024, Stg. InterKerk, Schiedam, test