H. Paus Paulus VI - 23 december 1963
Broeders en Kinderen, gij allen die naar mij luistert!Wij richten Onze Kerstwensen tot U allen en Wij hopen in het bijzonder dat Onze zegenwensen doordringen tot Uw harten om U de vreugde, de vrede en het vertrouwen te schenken die bij uitstek de kenmerken zijn van dit grote feest en die de schoonste geschenken zijn die men in het leven ontvangen kan. Mogen allen tot wie Onze hartelijke wensen gericht zijn in hun binnenste de zoetheid van de vertroosting en het geluk ervaren. Heden ten dage heeft de mensheid talloze mogelijkheden om zich het zogenaamde uiterlijke geluk te verwerven, helaas ontbreekt het daarbij maar al te vaak aan het innerlijke, waarachtige, persoonlijke, diepe oprechte geluk en juist dat geluk wensen Wij U zo vurig toe. Wensen het vooral ook aan hen die lijden, want zij hebben het zo zeer nodig, aan de zieken, de ouden van dagen, de bedroefden, aan hen die snakken naar vergeving en naar rechtvaardigheid.
Maar wat gebeurt er wanneer Wij, in Ons verlangen om Onze broederlijke wensen over alle mensen uit te strekken, Onze blik laten gaan, vanaf de hoge post waarop Wij krachtens Onze zending geplaatst zijn, over het universele beeld dat de wereld Ons biedt? Dan blijkt maar al te duidelijk dat Onze wensen niet slechts gericht dienen te zijn op een blij feest voor iedereen, zoals men het Kerstfeest zo graag ziet, maar dat zij bovenal gericht moeten zijn op de werkelijk grote behoeften van het mensdom. Onze genegenheid kan niet voorbij zien aan het smartelijke leed, de vurige verlangens, de grote nood waaronder brede lagen van de maatschappij zuchten en waaronder hele volken gebukt gaan. Wanneer Wij aldus het werkelijke beeld van de wereld aanschouwen dan wordt de vreugde in Ons hart overschaduwd door de ernstige vraag: welke zijn heden ten dage de werkelijk grote behoeften van de wereld waarop Onze wensen gericht moeten zijn om waarlijk zegenbrengend en heilzaam te zijn?
Onze universele zending als Herder van alle mensen doet Ons met onmetelijke liefde en belangstelling het oog richten op de jonge naties die in deze laatste jaren het bewustzijn, de waardigheid en het eigen leven van vrije en beschaafde staten verworven hebben. Wij bedoelen in het bijzonder de landen in Afrika en Azië en Wij zijn verheugd hen op dit geboortefeest van Christus geluk te mogen wensen met hun geboorte als onafhankelijke deelnemer in het internationale samenspel. Met hen zoden Wij nog eens willen nadenken over de diepste oorsprong van hun roeping tot vrijheid en menselijke volwaardigheid die vervat is in de christelijke boodschap; Wij zouden hun willen toewensen dáár altijd te zoeken naar de bronnen van waren menselijkheid omdat dáár altijd de morele kracht te vinden is waaruit een volk de juiste opvatting over het menselijk leven moet putten en waarin het de wijsheid en de sterkte vindt om in zijn wetten en zeden tot uitdrukking te brengen zowel de grote beginselen der beschaving als de karakteristieke vorm van de eigen aard.
Wij kunnen hierbij niet vergeten hoe de Katholieke Kerk, door middel van de Missie, temidden van deze nieuwe staten reeds eeuwenlang onbaatzuchtig gearbeid heeft om hun beste vermogens tot ontwikkeling te brengen, waarbij iedere uiting van eerlijke menselijkheid altijd geëerbiedigd werd; hoe zij hen altijd gewezen heeft op hun ware en verheven bestemming als verloste mensen en hoe onze missionarissen ten koste van vele offers, zuiver uit liefde, hen de zegen van onderwijs, medische hulp en maatschappelijke verzorging geschonken hebben, en dit alles niet in een verhouding van meerdere tot ondergeschikte, van vreemdeling tegenover onbekende maar om hen in de geest van christelijke broederschap tot zelfstandigheid op te voeden. Daarom spreken Wij de wens uit dat de katholieke missionarissen altijd welwillend ontvangen mogen worden door de jonge naties en dat zij op hun beurt hen steeds vol toewijding zullen blijven helpen in hun verdere geestelijke, zedelijke en materiële ontwikkeling.
Schouwend over het wereldtoneel ontwaart Onze blik onvermijdelijk ook dat andere grote goed dat de mensheid zo dringend behoeft: de Vrede.
Juist op het feest van Kerstmis gaan Onze gedachten hier bijzonder naar uit omdat dit feest voor ons een boodschap van vrede is, die vanuit de hemel nederdaalt op aarde, voor alle mensen van goede wil. Wij herinneren aan de grote encycliek van Onze eerbiedwaardige en diepbetreurde Voorganger, Johannes XXIII, welke als hoofdthema had de vrede in onze moderne wereld die in haar onophoudelijke verandering en onvermijdelijke controversen ons dwingt ons telkens opnieuw te bezinnen op haar wezen, haar vorm en ontwikkeling, op haar zwakheden, noden en behoeften. H. Paus Johannes XXIII, Encycliek, Vrede op aarde, Pacem in Terris (11 apr 1963)
Deze H. Paus Johannes XXIII - Encycliek
Pacem in Terris
Vrede op aarde
(11 april 1963) heeft ons de ogen geopend, mogen wij wel zeggen, voor de nieuwe problematiek van de vrede, zij heeft ons doen inzien dat in onze tijd de vrede een dynamisch karakter heeft. De klassieke definitie van vrede, afkomstig van de Heilige Augustinus: rust in de orde, zou heden ten dage moeten luiden: evenwicht in de beweging, want thans is de vrede veeleer een geordende beweging van de verschillende factoren die tezamen rust en zekerheid, de kenmerken van de vrede, waarborgen. Vooral echter willen Wij vandaag de vrede tot onderwerp van Onze Kerstwens maken om de volgende twee redenen: ten eerste omdat Wij weten dat in de jonge generatie een onmiskenbare wens tot vrede leeft, de jeugd wil vrede! En op de tweede plaats omdat Wij weten dat de vrede nog altijd zwak, nog altijd breekbaar, nog steeds in gevaar is; op verschillende punten in de wereld, al blijft het gelukkig tot deze gebieden beperkt, is zij zelfs geschonden.
De vrede is tot dusver nog altijd meer gebaseerd op vrees dan op vriendschap, zij wordt meer in stand gehouden door het schrikbeeld van atoomwapens dan door wederzijdse verbondenheid en vertrouwen! Indien deze vrede, God moge het verhoeden, vandaag of morgen zou worden geschonden dan zou dit de ondergang van het totale mensdom kunnen betekenen.
Hoe kunnen wij een vreugdevol Kerstfeest vieren wanneer er zulk een dreiging over de wereld hangt? Daarom verbinden Wij aan onze kerstwens de dringende bede aan alle politieke en culturele leiders de vrede te beschouwen als hun voornaamste opdracht. Maar dan de ware vrede, niet een vrede die slechts huichelachtige propaganda is om daardoor de tegenstander te sussen en de eigen oorlogsvoorbereidingen te verhullen; 'geen oorlog' is, geen vrede die alleen maar uit woorden bestaat, naar die geduldige misschien moeizame, maar noodzakelijke onderhandelingen ontwijkt; noch een vrede die gebaseerd is op het wankele evenwicht van tegenstrijdige economische belangen, of hoogmoedige machtsdromen. Ware vrede, zoals Wij reeds zeiden, die haar zekerheid baseert op een door verstandig beleid wegnemen, of althans beperken, van de oorzaken die haar in gevaar kunnen brengen zoals: nationalistische of ideologische hoogmoed, bewapeningswedloop, gebrek aan vertrouwen in de methoden en organisaties die ingesteld zijn om de broederlijke samenleving tussen de volken te bevorderen. Vrede! Vrede in waarheid, gerechtigheid, vrijheid en liefde!
Dat wensen Wij U!
Maar hiermede zijn Wij aan een ander punt gekomen dat onmiddellijk met het voorgaande verband houdt en dat Wij in de volgende vraag kunnen samenvatten: Hoe komt het dat de mensen niet in vrede met elkander leven? Waarom zijn zij niet innerlijk één?
Eenheid van hart dat is de grote behoefte van de mensen van onze tijd. De cultuur, die deze behoefte opwekt en zich ook in dienst daarvan stelt, kan de mens per slot van rekening toch niet voldoende bevredigen, zij prikkelt hem veeleer door de overstelpende veelheid van ideeën die zij in omloop brengt. Het mankeert de mensen aan eenheid in beginselen, in ideeën en opvattingen over leven en wereld. En zolang zij het met elkander oneens zijn, negeren, haten en bestrijden zij elkaar. Hieruit blijkt hoe belangrijk de leer is in het leven der mensen, hieruit blijkt uit welk een geluk het voor ons is dat Jezus Christus op onze wereld gekomen is. Hij is gekomen om een individuele en een collectieve band te leggen tussen God, de hemelse Vader, en de mensen. Deze band is de meest hechte en de vruchtbaarste grondslag voor eenheid tussen de mensen onderling met eerbiediging, ja zelfs verdere uitbouw van de persoonlijkheid van eenieder. De ware sociologie van de vrede stoelt op de eenheid van het christelijk geloof. Deze, door Christus ingestelde eenheid in het denken en in de geschiedenis is de Onze hoogste wens voor de vrede, voor de eensgezindheid, de liefde en het wederzijdse begrip, voor het geluk van allen mensen van goede wil.
Met het luiden van de kerstklokken zenden Wij deze wens over de gehele wereld. In het bijzonder richten Wij Onze wens tot eenheid tot hen die haar beter zullen begrijpen dan wie dan ook: tot de Christenen die nog van ons gescheiden zijn en tot de Katholieken die met ons verenigd zijn: ut unum sint, dat allen één mogen zijn; dit was de hoogste en laatste wens van Christus voor Zijn lijden. Het is Onze wens op de feestdag van zijn komst op aarde. Kinderen en Broeders, gij allen, mensen van goede wil!
Onze reis wil zijn als de belijdenis van Petrus. Wij willen in Ons geloof het geloof van de gehele Kerk tot uitdrukking brengen; Wij willen tot Jezus zeggen, zoals Petrus in Caesarea Philippi: "Ja, o Heer, Gij zijt Christus, de Zoon van de levende God".
Onze bedevaart wil ook een reis zijn van zoeken naar en hopen op de eenheid van ons allen als kinderen van en broeders in Christus. Op deze gezegende plaatsen, waar de gebeurtenissen zoals in het Evangelie verhaald, geschied zijn, kunnen Wij immers niet nalaten Ons af te vragen: waar is de ongeschonden kudde van Jezus gebleven? waar zijn de schapen van Zijn schaapstal? waar zijn zij die ontbreken? En zouden Wij dan de Goede Herder niet smeken met Zijn eigen woorden: Moge het worden één schaapstal met één Herder!?
Het wordt een reis van nederig en liefdevol gebed. De gehele wereld vragen Wij daarbij in Ons hart, niemand zullen Wij vergeten. Terwijl Wij de barmhartige Heer om vergeving smeken voor Onze eigen tekortkomingen en zwakheden, zullen Wij Hem bidden om barmhartigheid, vrede en heil voor U allen.