• Database vol kerkelijke documenten
  • Geloofsverdieping
  • Volledig in het Nederlands
  • Beheerd door vrijwilligers

Zoeken in kerkelijke documenten en berichten

x

HET GEZIN - 24. GEBED
Sint Pietersplein

Dierbare broeders en zusters, goedemorgen!

Nadat we hebben overwogen hoe het gezin de tijd Paus Franciscus - Audiëntie
Het gezin - 22. Feest
Aula Paulus VI
(12 augustus 2015)
en Paus Franciscus - Audiëntie
Het gezin - 23. Arbeid
Aula Paulus VI
(19 augustus 2015)
beleeft, gaan we het vandaag hebben over de momenten van gebed. De meest gehoorde klacht van Christenen gaat juist over de tijd: “Ik zou meer moeten bidden...; ik zou wel willen, maar vaak heb ik er geen tijd voor”. Dat horen we voortdurend. De spijt is oprecht, zeker, omdat het mensenhart altijd verlangt naar het gebed, ook zonder het te weten; en als het er niet toe komt, vindt het geen rust. Maar om ervoor te zorgen dat het er wel toe komt, moet in het hart een ‘warme’ liefde, een affectieve liefde voor God worden ontwikkeld.

Wij kunnen ons een heel eenvoudige vraag stellen. Het is goed als wij met ons hele hart in God geloven, het is prima erop te hopen dat Hij ons helpt in moeilijkheden, het is prima dat we ons verplicht voelen om hem te bedanken. Dat is allemaal heel mooi. Maar houden we ook een beetje van de Heer? Ontroert de gedachte aan God ons, verwondert de gedachte aan God ons, maakt die ons warm van binnen?

Laten we eens kijken naar de formulering van het grote gebod, dat ten grondslag ligt aan alle andere geboden: “U zult de Heer uw God liefhebben met heel uw hart, met heel uw ziel en met al uw krachten” (Dt. 6, 5). Vgl. Mt. 22, 37 In deze formulering wordt de sterke taal van de liefde gebruikt en zij wordt op God betrokken. Kijk, en daar is het waar de geest van het gebed op de eerste plaats verblijft. En als die daar verblijf houdt, vertoeft hij daar altijd en gaat nooit meer weg. Kunnen wij aan God denken als de liefkozing die ons in leven houdt en waarvóór er niets is? Een liefkozing waaraan niets, zelfs niet de dood ons kan onttrekken? Of denken wij alleen aan God als het grote Wezen, de Almachtige die alles heeft gemaakt, de Rechter die al ons handelen oordeelt? Dat is natuurlijk allemaal waar. Maar alleen als God de liefde is die al onze andere genegenheden overtreft, dan krijgen deze woorden pas hun volle betekenis. Dan voelen wij ons gelukkig, en ook een beetje verward, want Hij denkt aan ons en vooral: Hij heeft ons lief! Is dat niet indrukwekkend? Is het niet indrukwekkend dat God ons streelt met de liefde van een vader? Dat is zo iets moois! Hij had zich eenvoudigweg kunnen openbaren als het Opperwezen, ons zijn geboden kunnen geven en kunnen afwachten wat er van zou komen. Daarentegen heeft God oneindig veel meer gedaan dan dat en doet dat nog steeds. Hij begeleidt ons op onze weg in het leven, Hij beschermt ons, heeft ons lief.

Als de liefde tot God geen vuur in ons niet doet ontvlammen, verwarmt de geest van het gebed onze tijd niet. Wij kunnen wel steeds meer woorden prevelen, “zoals de heidenen doen”, zegt Jezus; of pronken met onze rituelen, “zoals de Farizeeën doen”. Vgl. Mt. 6, 5.7 Maar als het hart wordt vervuld van de liefde tot God, wordt elke gedachte ook zonder woorden, elke aanroep vóór een heiligenbeeld of een kus gericht tot de kerk, tot een gebed. Het is zo mooi wanneer moeders hun kleine kinderen leren een kusje te geven aan Jezus of aan Onze-Lieve-Vrouw. Wat een tederheid ligt daarin verscholen! Op zo’n moment wordt het hart van de kinderen een plaats van gebed. Dat is een gave van de Heilige Geest. Laten we nooit vergeten om die gave te vragen voor elk van ons! Want de Geest van God heeft die bijzonder wijze om in onze harten te zeggen “Abbà” – “Vader”, Hij leert ons te zeggen “Vader” precies zoals ook Jezus dat zei, op een manier die wij uit onszelf nooit zouden kunnen uitvinden. Vgl. Gal. 4, 6  In het gezin leren we te vragen om die gave van de Heilige Geest en die te waarderen. Als je leert erom te vragen met hetzelfde enthousiasme waarmee je hebt geleerd “pappa” en “mamma” te zeggen, heb je het voor altijd geleerd. Als dat gebeurt, wordt de tijd van het hele gezinsleven gehuld in de baarmoeder van de liefde van God, en zoekt dan spontaan naar tijd voor het gebed.

We weten allemaal heel goed, dat tijd in het gezin iets ingewikkelds is, druk, bezet en zorgelijk. Er is altijd te weinig van, er is nooit genoeg tijd, er zijn zoveel dingen te doen. Iemand die een gezin heeft, leert snel een vergelijking op te lossen die zelf grote wiskundigen niet in staat zijn op te lossen: in de vierentwintig beschikbare uren zijn is tweemaal zoveel uren aanwezig! Het zijn de vaders en moeders die daarvoor de Nobelprijs zouden moeten winnen. Van 24 uur maken zij 48 uur: ik weet niet hoe zij het doen, maar zij pakken aan en doen het! Er is zoveel werk te verzetten in een gezin!

De geest van het gebed geeft de tijd terug aan God, treedt terug uit een leven waaraan altijd tijd ontbreekt, hervindt de rust voor de noodzakelijke dingen en ontdekt de vreugde van de onverwachte geschenken. Goede gidsen daarbij zijn de zusters Martha en Maria, over wie het Evangelie vertelt, dat we hebben gehoord; zij leren van God de harmonie van de gezinsmomenten: de schoonheid van het feest, de sereniteit van het werk, de geest van het gebed. Vgl. Lc. 10,38 - 42  Het bezoek van Jezus aan deze mensen, die Hem werkelijk liefhadden, was voor hen een feest. Op een dag echter, leerde Marta dat het werk van de gastvrijheid, hoe belangrijk ook, niet alles is, maar dat luisteren naar de Heer, zoals Maria deed, werkelijk het meest noodzakelijk was, het “betere deel” van de tijd. Het gebed welt op uit het luisteren naar Jezus, uit het lezen van het Evangelie. Vergeet niet elke dag een passage uit het Evangelie te lezen. Het gebed welt op uit de vertrouwdheid met het Woord van God. Bestaat die vertrouwdheid in ons gezin? Hebben wij het Evangelie in huis? Doen wij dat soms open om er samen in te lezen? Mediteren we erover bij het bidden van de rozenkrans? Het Evangelie dat in het gezin wordt gelezen en overwogen, is als een goed stuk brood dat alle harten voedt. Laten we leren ’s morgens en ’s avonds en als we aan tafel gaan samen een gebed te spreken, heel eenvoudig: en Jezus komt dan onder ons, net als Hij was in het gezin van Martha, Maria en Lazarus. Iets wat mij zeer ter harte gaat, is iets dat ik gezien heb in de stad: er zijn kinderen die niet hebben geleerd het kruisteken te maken! Moeder, vader leer je kinderen bidden, leer hun het kruisteken te maken: dat is de mooie taak van vaders en moeders!

Tijdens het gebed in het gezin, bij belangrijke momenten en in moeilijke tijden, moeten we ons aan elkaar toevertrouwen, opdat elk van ons in het gezin door Gods liefde wordt beschermd.

Zie ook:

Andere catecheses in deze serie, zie het dossier Het gezin

Document

Naam: HET GEZIN - 24. GEBED
Sint Pietersplein
Soort: Paus Franciscus - Audiëntie
Auteur: Paus Franciscus
Datum: 26 augustus 2015
Copyrights: © 2015, LIbreria Editrice Vaticana / Katholiek Nieuwsblad
Vert.: Katholiek Nieuwsblad; titel, alineaverdeling en -nummering: redactie
Bewerkt: 7 november 2019

Referenties naar dit document

 
Geen berichten gevonden!

Opties

Internetadres
Print deze pagina
Dit document bestellen
Startpagina van dit document
Referenties naar dit document
Referenties vanuit dit document
RK Documenten wordt mogelijk gemaakt door donaties van gebruikers.
© 1999 - 2025, Stg. InterKerk, Schiedam, test