Paus Franciscus - 19 augustus 2015
Dierbare broeders en zusters, goede dag!
Nadat we nagedacht hebben over de Paus Franciscus - Audiëntie
Het gezin - 22. Feest
Aula Paulus VI
(12 augustus 2015), staan we vandaag stil bij het aanvullende element, de arbeid. Beide maken deel uit van het scheppingsplan van God: het feest en de arbeid.
De arbeid, zo zegt men meestal, is nodig om het gezin te onderhouden, om de kinderen op te voeden, om aan de eigen dierbaren een waardig leven te gunnen. Het schoonste dat men van een ernstig, eerlijk mens kan zeggen is: “Dat is een werker”, echt iemand die werkt, iemand die in de samenleving niet op de rug van anderen leeft. Ik heb gezien dat hier vandaag veel Argentijnen aanwezig zijn en daarom zeg ik het zoals wij zeggen: “No vive de arriba”.
Arbeid in zijn duizenden vormen, ook als huishoudelijk werk, draagt zorg voor het algemeen welzijn. Waar leert men deze arbeidzame levensstijl? Op de eerste plaats in het gezin. Door het voorbeeld van de ouders voedt het gezin op tot arbeid. Vader en moeder die voor het welzijn van gezin en samenleving werken.
In het Evangelie verschijnt het heilige gezin van Nazareth als een gezin van arbeiders, en Jezus zelf werd “zoon van de timmerman” (Mt. 13, 55) genoemd of zelfs “de timmerman” (Mc. 6, 3). En de heilige Paulus laat niet na de Christenen te berispen: “als iemand niet wil werken, zal hij ook niet eten” (2 Tes. 3, 10). Dat is een leuk recept om te vermageren, werk je niet, eet je niet!. De apostel verwijst daarbij naar het vals spiritualisme van enkelen, die in feite op de kap van hun broeders en zusters leefden “alle moeite schuwend” (2 Tes. 3, 11). De inzet van het werk en het leven van de geest zijn in de christelijke opvatting aan elkaar niet tegengesteld. Het is belangrijk dit goed te verstaan! Gebed en werk kunnen en moeten in harmonie samengaan, zoals de heilige Benedictus leert. Gemis aan werk schaadt ook de geest, zoals ook het gemis aan gebed de praktische actie schaadt.
Werken – ik herhaal, in duizend vormen – is eigen aan de menselijke persoon. Drukt zijn waardigheid als geschapen naar Gods beeld uit. Daarom zegt men dat arbeid heilig is. Daarom ook is het beheer van de tewerkstelling een grote menselijke en sociale verantwoordelijkheid, die niet in de handen van enkelen mag gelaten worden of afgewenteld op een goddelijk verklaarde “markt”. Verlies van arbeidsplaatsen veroorzaken betekent grote sociale schade toebrengen. Het stemt me droef wanneer ik mensen zonder werk zie, geen werk vinden en de waardigheid missen het brood voor thuis te verdienen. Ik ben blij dat regeringsverantwoordelijken veel inspanningen doen om arbeidsplaatsen te scheppen en er voor te zorgen dat allen werk vinden. Arbeid is heilig, arbeid geeft het gezin waardigheid. We moeten ervoor bidden dat in het gezin arbeid niet ontbreekt.
Dus, ook de arbeid, zoals het feest, maakt deel uit van het plan van God Schepper. In het boek Genesis wordt het thema van de aarde als huis-tuin, toevertrouwd aan de zorg en de arbeid van de mens (Gen. 2, 8.15), voorafgegaan door een ontroerende passage: “Toen de Heer God aarde en hemel maakte, waren er op aarde nog geen wilde planten en groeide er geen enkel veldgewas want de Heer God had nog geen regen op de aarde laten vallen en er was nog geen mens om de grond te bebouwen, om het water uit de aarde omhoog te halen en de aardbodem te bevloeien” (Gen. 2, 4b-6a). Dat is geen romantisme, het is openbaring van God; en wij hebben de verantwoordelijkheid dit te verstaan en het tot in de diepte ons eigen te maken. De encycliek Paus Franciscus - Encycliek
Laudato Si
Wees geprezen - over de zorg voor het gemeenschappelijke huis
(24 mei 2015), die een integrale ecologie voorstelt, bevat ook deze boodschap: de schoonheid van de aarde en de waardigheid van de arbeid zijn gemaakt om samen te horen. Ze gaan beide samen: de aarde wordt mooi door de arbeid van de mens. Wanneer de arbeid los komt van het verbond van God met man en vrouw, wanneer hij losraakt van hun spirituele eigenschappen, wanneer hij gijzelaar wordt van de logica van de loutere winst en de gevoelens van het leven misprijst dan besmet de vervuiling van de ziel alles: ook de lucht, het water, het gras, het voedsel. Het burgerlijk leven ontaardt en de habitat gaat stuk. De gevolgen treffen vooral de armsten en de meest arme gezinnen. De moderne organisatie van de arbeid vertoont soms een gevaarlijke trend om het gezin als een hinderpaal, een last, een passief voor de productiviteit van de arbeid te beschouwen. Maar wij stellen ons de vraag: welke productiviteit? Een voor wie? De zogenaamde “intelligente maatschappij” is ongetwijfeld rijk aan diensten en organisatie; maar staat, bij voorbeeld, vaak vijandig ten aanzien van kinderen en bejaarden.
Soms gebeurt het dat wie een project heeft, belang heeft om, bij het beheer van de individuele arbeidskracht, deze in te zetten, te gebruiken of uit te schakelen naar gelang de economische nuttigheid. Het gezin is een grote testbank. Als de organisatie van de arbeid het gezin gijzelt of zelfs zijn ontwikkeling verhindert, dan weten we zeker dat de menselijke samenleving begonnen is tegen zichzelf te werken!
Door deze omstandigheden staan de christelijke gezinnen voor een grote uitdaging en voor een grote opdracht. Zij dragen de fundamentele gegevens van de schepping door God: de identiteit en de band van man en vrouw, het leven schenken aan kinderen, de arbeid die de aarde beheert en de wereld bewoonbaar maakt. Het teloorgaan van deze basisgegevens is een zeer ernstige zaak, en in de gemeenschappelijke woning zijn reeds teveel barsten! De opdracht is niet eenvoudig. Aan de gezinsverenigingen komt het soms over als de strijd van David tegen Goliath… en we weten hoe die uitdaging is afgelopen! Vertrouwen en gewiekstheid zijn nodig. God geve ons dat we zijn roeping met vreugde en hoop aanvaarden, op dit moeilijk ogenblik van de geschiedenis, de roeping van de arbeid om waardigheid te geven aan zichzelf en aan de het eigen gezin.