Paus Benedictus XVI - 21 augustus 2005
Dierbare jongeren!Voor de heilige hostie, waarin Jezus zich voor ons tot brood heeft gemaakt, dat ons leven van binnen uit draagt en voedt, zijn wij gisteren de innerlijke weg van de aanbidding opgegaan. In de Eucharistie moet aanbidding tot eenwording worden. Bij de Eucharistieviering staan wij in Jezus' 'uur', waarover het evangelie van Johannes spreekt. Door de eucharistieviering wordt zijn 'uur' ons uur, onder ons tegenwoordig. Met de leerlingen vierde Hij het Pascha-maal van Israël, de herinnering aan de bevrijdende daad van God, die Israël uit de slavernij in de vrijheid voerde. Jezus volgt de rituelen van Israël. Hij spreekt het lofgebed en de zegen over het brood uit. Maar dan gebeurt er iets nieuws. Hij dankt God niet alleen voor de grote daden van het verleden, Hij dankt Hem voor zijn eigen verheerlijking, die wordt voltrokken aan het kruis en in de opstanding. Daarbij spreekt Hij ook tot de leerlingen met woorden die alles van de Wet en de Profeten in zich dragen: "Dit is mijn Lichaam dat voor u gegeven wordt. Deze beker is het Nieuwe Verbond in mijn Bloed." Zo deelt Hij brood en beker rond en draagt hun tegelijkertijd op datgene wat Hij zegt en wat Hij doet te blijven zeggen en doen om Hem te gedenken.
Nog éénmaal moet ik terugkomen op de Eucharistie. "Omdat het brood één is, vormen wij allen tezamen één lichaam", zegt de apostel Paulus (1 Kor. 10, 17). Hij bedoelt daarmee: Daar wij dezelfde Heer ontvangen en Hij ons opneemt, in zich binnenvoert, zijn wijzelf ook samen één. Dat moet in het leven blijken. Het moet blijken uit het feit dat wij kunnen vergeven. Het moet blijken uit onze gevoeligheid voor de noden van anderen. Het moet blijken uit de bereidheid te delen. Het moet blijken uit de inzet voor de naasten, zowel die letterlijk nabij als die uiterlijk ver weg zijn. Er zijn tegenwoordig vormen van vrijwilligerswerk en wederzijdse dienstverlening die onze samenleving juist dringend nodig heeft. Wij mogen bijvoorbeeld bejaarde mensen niet aan hun eenzaamheid overlaten, de mensen die lijden niet links laten liggen. Als wij vanuit Christus denken en leven, dan gaan onze ogen open, en dan leven we niet meer losjes voor ons zelf, maar dan zien we waar en hoe we nodig zijn. Als we zo leven en handelen, dan merken we al gauw dat het veel mooier is nodig te zijn en er voor anderen te zijn, dan alleen maar te vragen naar het comfort dat ons worden aangeboden. Ik weet dat jullie jonge mensen het grote willen, dat jullie je willen inzetten voor een betere wereld. Toon het de mensen, toon het de wereld, die juist op dit getuigenis van de leerlingen van Jezus Christus wacht en op de eerste plaats door het teken van jullie liefde de ster kan ontdekken, die wij volgen.
Laten wij voortgaan met Christus en ons leven leiden als waarachtige aanbidders van God. Amen.