27 april 1973
Het Eucharistisch Gebed dat naar zijn aard als 'het hoogtepunt van de gehele celebratie' geldt, is een 'gebed van dankzegging en heiliging', en wil bereiken 'dat de gehele gemeenschap der gelovigen zich met Christus verenigt in de belijdenis van Gods grote daden en in de aanbieding van het offer'. Vgl. Congregatie voor de Goddelijke Eredienst, Algemene Inleiding op het Romeins Missaal, Institutio Generalis Missalis Romani (26 mrt 1970), 54 Dit gebed wordt uitgesproken door de ambtelijk dienstdoende priester, die zowel de goddelijke stem, welke zich richt tot het volk, vertolkt, alsook de stem van het volk, dat zich innerlijk tot God verheft. Dit gebed moet derhalve als alleenspraak weerklinken, terwijl de menigte die is samengekomen om de heilige liturgie te vieren eerbiedig het stilzwijgen bewaart.
Dit gebed is dus niet in de eerste plaats een catechese die de bijzondere aspecten van de betreffende Eucharistieviering moet belichten, maar een dankzegging voor het gehele heilsmysterie of voor een onderdeel hiervan dat, naargelang van de verscheidenheid van dag, feest of ritus, in de liturgische viering wordt herdacht.' Vgl. Congregatie voor de Goddelijke Eredienst, Algemene Inleiding op het Romeins Missaal, Institutio Generalis Missalis Romani (26 mrt 1970), 55. a
Daarom juist is in het nieuwe Romeins Missaal - opdat allen die aan de Eucharistie deelnemen God beter kunnen danken en prijzen - 'een groot aantal prefaties toegevoegd, welke ofwel ontleend zijn aan de oude Romeinse traditie, ofwel eerst nu zijn samengesteld, met de bedoeling dat hierdoor de bijzondere aspecten van het heilsmysterie duidelijker aan de dag treden en talrijkere en bredere motieven voor de dankzegging worden geboden'. Vgl. H. Paus Paulus VI, Apostolische Constitutie, ex Decr. Sacr. Oec. Conc. Vat. II instauratum, auctoritate Pauli PP. VI promulgatum, ed. typica, Missale Romanum (3 apr 1969)
Om deze reden ook kan de priester die in de Eucharistie voorgaat het Eucharistisch Gebed met enkele woorden inleiden, Vgl. Congregatie voor de Goddelijke Eredienst, Algemene Inleiding op het Romeins Missaal, Institutio Generalis Missalis Romani (26 mrt 1970), 11 om voor de gelovigen het speciale motief van deze dankzegging aan te geven, op een wijze die aangepast is aan de concrete gemeenschap, zodat deze zich bewust wordt dat haar eigen leven met de geschiedenis van het heil verbonden is en een groter geestelijk voordeel vindt in de Eucharistieviering.