27 april 1973
Om bovendien de woorden te laten doorklinken en hun geestelijke uitwerking te bevorderen moet, overeenkomstig veler verlangen, op bepaalde ogenblikken een gewijde stilte in acht genomen worden, die een deel is van de liturgische handeling. Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de heilige liturgie, Sacrosanctum Concilium (4 dec 1963), 30 Vgl. Congregatie voor de Riten, Over de muziek in de Heilige Liturgie, Musicam Sacram (5 mrt 1967), 17 Zo kan ieder voor zich, naargelang van de aard en het tijdstip van deze stilte, tot zichzelf komen, of wat hij gehoord heeft een ogenblik overwegen, of God in zijn hart prijzen en tot Hem bidden. Vgl. Congregatie voor de Goddelijke Eredienst, Algemene Inleiding op het Romeins Missaal, Institutio Generalis Missalis Romani (26 mrt 1970), 23