HET GEZIN - 15. DE OPVOEDINGSint Pietersplein
(Soort document: Paus Franciscus - Audiƫntie)
Paus Franciscus -
20 mei 2015
HET GEZIN - 15. DE OPVOEDING
Sint Pietersplein
Vandaag wil ik jullie, geliefde broeders en zusters, bijzonder welkom heten omdat ik onder jullie veel gezinnen heb gezien! Goede dag aan alle gezinnen. We gaan verder nadenken over het gezin. Vandaag staan we stil bij een van de wezenlijke kenmerken van het gezin, te weten zijn natuurlijke roeping om de
kinderen op te voeden tot verantwoordelijkheid voor zichzelf en voor anderen. Wat we bij het begin gehoord hebben van de apostel Paulus is zo mooi "Kinderen, gehoorzaamt uw ouders in alles, want dit is de Heer welgevallig. Vaders, tergt uw kinderen niet, opdat zij de moed niet verliezen." (
Kol 3, 20-21). Dit is een wijze regel: het kind dat wordt opgevoed om naar de ouders te luisteren en de ouders te gehoorzamen, die op hun beurt niet op brutale wijze bevelen moeten geven om de kinderen niet te ontmoedigen. Kinderen moeten inderdaad kunnen opgroeien zonder de moed te verliezen, stap na stap. Als jullie, ouders aan de kinderen zeggen: "Laten we dit trapje opgaan" en jullie nemen ze bij de hand en stap na stap doe je ze er op gaan, dan zal het lukken. Maar als jullie zeggen: "Vooruit, er op!" - "Maar ik durf niet" - "Vooruit!", zo irriteert men kinderen, door van kinderen dingen te eisen die ze niet aankunnen. Daarom moet de relatie van ouders en kinderen gekenmerkt worden door wijsheid en een groot evenwicht. Kinderen, gehoorzaamt jullie ouders, daarvan houdt God. En jullie, ouders, ontmoedigt de kinderen niet door van hen dingen te eisen die ze niet aankunnen. Dat moeten jullie doen om kinderen te laten groeien tot verantwoordelijkheid voor zichzelf en voor anderen.
Dit lijkt een vanzelfsprekende vaststelling, en toch komen ook op onze dagen moeilijkheden voor. Voor ouders is het moeilijk op te voeden als ze de kinderen alleen 's avonds zien wanneer ze vermoeid van het werk naar huis terugkeren. Zij die het geluk kennen werk te hebben! Nog moeilijker is het voor gescheiden ouders, die door deze toestand extra belast worden: ellendig, ze hebben het moeilijk gehad, zijn gescheiden en dikwijls is het kind de gijzelaar want vader spreekt kwaad over moeder en moeder spreekt kwaad over vader, zo gebeurt veel kwaad. Aan gescheiden ouders zeg ik: neem nooit, nooit, nooit, een kind als gijzelaar! Omwille van velerlei moeilijkheden en redenen zijn jullie gescheiden, het leven zadelt jullie op met deze beproeving, maar laat de kinderen niet diegene zijn die de last van de scheiding dragen, dat ze niet gebruikt worden als gijzelaars van de ene echtgenoot tegen de ander. Laat ze opgroeien terwijl ze moeder goed horen spreken over vader, ook al zijn ze niet samen, en dat vader goed spreekt over moeder. Voor gescheiden ouders is dit heel belangrijk en heel moeilijk, maar ze moeten het doen!

Het belangrijkste is de vraag:
hoe opvoeden? Welke traditie hebben we vandaag om aan onze kinderen door te geven?
"Kritische" intellectuelen van allerlei slag hebben op duizendvoudige wijze de ouders het zwijgen opgelegd, om de jonge generaties te behoeden voor de - echte of schijnbare - schade van de gezinsopvoeding. Het gezin werd beschuldigd, onder meer, van gezagsmisbruik, vriendjespolitiek, conformisme, affectieve onderdrukking die conflicten voortbrengt.
In feite is een breuk ontstaan tussen gezin en samenleving, tussen gezin en school, het opvoedingspact is op vandaag gebroken: en zo, is het opvoedingsverbond van de samenleving met het gezin in crisis geraakt omdat het wederzijds vertrouwen werd ondermijnd. Symptomen zijn er veel. Bijvoorbeeld, in de school zijn de relaties van ouders en leerkrachten aangetast. Soms zijn er spanningen en wederzijds wantrouwen; en de gevolgen hiervan treffen natuurlijk de kinderen. Anderzijds zijn er de zogenaamde "experten" die de rol van de ouders hebben overgenomen ook op de meest delicate punten van de opvoeding. Inzake gevoelsleven, inzake persoonlijkheid en ontwikkeling, inzake rechten en plichten, weten de "experten" alles: doelstellingen, motieven, technieken. En ouders moeten alleen maar toehoren, leren en zich aanpassen. Omdat hun opdracht hen ontnomen werd, worden ze soms overdreven bezorgd en bezitterig tegenover hun kinderen, dermate dat ze deze nooit verbeteren: "Je mag je kinderen niet verbeteren". Ze hebben de neiging ze steeds meer aan de "experten" toe te vertrouwen (...) en gaan zelf alleen in het hoekje staan; en op die wijze lopen ouders op onze dagen het gevaar zichzelf uit het leven van hun kinderen uit te sluiten. En dat is heel erg! Vandaag bestaan dergelijke gevallen. Ik zeg niet dat dit altijd gebeurt, maar ze bestaan. De onderwijzeres berispt op school een kindje en maakt een nota voor de ouders. Ik herinner me een persoonlijke anekdote. Ik zat in het vierde leerjaar van de basisschool. Eens had ik een lelijk woord gezegd tegen de onderwijzeres en de onderwijzeres, een goede vrouw, liet mijn moeder roepen. Ze is 's anderendaags gekomen. Eerst hebben ze met elkaar gepraat en toen werd ik er bij geroepen. En mijn moeder heeft me in aanwezigheid van de onderwijzeres duidelijk gemaakt dat wat ik gedaan had een lelijke zaak was, dat ik dat niet mocht doen; moeder deed het heel zacht en vroeg me in haar aanwezigheid aan de onderwijzeres vergiffenis te vragen. Ik heb dat gedaan en daarna was ik tevreden en dacht bij mezelf: de zaak is goed afgelopen. Dat was slechts het eerste hoofdstuk. Toen ik thuis kwam volgde het tweede hoofdstuk... Kunnen jullie zich voorstellen dat, vandaag, een onderwijzeres iets dergelijks zou doen. De dag daarna zou ze beide ouders of een van hen tegenover zich hebben om haar terecht te wijzen, want de "experten" zeggen dat je kinderen op die wijze niet mag berispen. De tijden zijn veranderd! Hoe dan ook ouders mogen zichzelf niet uitsluiten van de opvoeding van de kinderen.

Het is duidelijk dat deze aanpak niet goed is: ze is niet harmonieus, niet dialogaal, en in plaats van de samenwerking te bevorderen van het gezin met de andere educatieve instanties - scholen, sportclubs - stelt men ze tegenover elkaar.
Hoe zijn we op dit punt beland? Er bestaat geen twijfel dat ouders, of beter bepaalde modellen van opvoeding uit het verleden hun beperkingen hadden, ongetwijfeld. Maar het is ook waar dat er vergissingen bestaan die alleen ouders mogen begaan, omdat ze het goed kunnen maken op een wijze die voor ieder ander onmogelijk is. Anderzijds, we weten het goed, het leven is gierig geworden op de tijd om te spreken, om na te denken, om de confrontatie aan te gaan. Veel ouders worden "in beslag genomen" door het werk - vader en moeder moeten werken - en door andere zorgen, ze worden in verlegenheid gebracht door de nieuwe behoeften van de kinderen en door de ingewikkeldheid van het hedendaagse leven - dat is wat het is, we moeten het aanvaarden zoals het komt - en zij voelen zich als verlamd door de vrees om zich te vergissen. Het probleem echter is niet alleen het spreken. Integendeel, een oppervlakkig "dialogisme" leidt niet tot een echte ontmoeting van geest en hart. Laten we ons veeleer de vraag stellen: trachten we te verstaan "waar" de kinderen echt zijn op hun tocht? Waar is hun ziel echt, weten we dat? En vooral: willen we dat weten? Zijn we ervan overtuigd dat ze niet iets anders verwachten?

De christelijke gemeenschappen zijn geroepen om ondersteuning te bieden aan de opvoedkundige zending van de gezinnen, en ze doen dat op de eerste plaats met het licht van Gods woord. De apostel Paulus herinnert aan de wederkerigheid van de plichten van ouders en kinderen: "Kinderen, gehoorzaamt uw ouders in alles, want dit is de Heer welgevallig. Vaders, tergt uw kinderen niet, opdat zij de moed niet verliezen." (
Kol. 3, 20-21). De basis van alles is de liefde die God ons schenkt, "Zij geeft niet om de schone schijn, zij zoekt zichzelf niet, zij laat zich niet kwaad maken en rekent het kwade niet aan. (...) Alles verdraagt zij, alles gelooft zij, alles hoopt zij, alles duldt zij" (
1 Kor. 13, 5-6). Ook in de beste gezinnen moet men mekaar verdragen, en er is veel geduld nodig om mekaar te verdragen! Maar zo is het leven. Het leven gebeurt niet in een laboratorium, het gebeurt in de werkelijkheid. Jezus zelf heeft de opvoeding in een gezin meegemaakt.
Ook in dit geval, brengt de genade van de liefde van Christus tot voltooiing wat in de menselijke natuur gegeven is. Zoveel verbluffende voorbeelden hebben we van christelijke ouders vol menselijke wijsheid! Zij laten zien dat een goede gezinsopvoeding de ruggengraat is van het humanisme. Haar maatschappelijke uitstraling is de bron die het mogelijk maakt de leemten, de wonden en de leegten aan vaderschap en moederschap aan te vullen waardoor kinderen worden getroffen die minder geluk hebben. Deze uitstraling kan echt wonderen doen. En in de Kerk gebeuren elke dag dergelijke wonderen!
Ik hoop dat de Heer aan de christelijke gezinnen, het geloof, de vrijheid en de moed geeft die nodig zijn voor hun zending. Als de gezinsopvoeding de waardigheid terugvindt van haar hoofdrol zullen vele zaken ten goede veranderen, voor de onzekere ouders en voor de ontgoochelde kinderen. Het wordt tijd dat de vaders en de moeders terugkeren uit hun ballingschap - want ze hebben zichzelf uitgesloten van de opvoeding van hun kinderen - en opnieuw ten volle hun opvoedende taak opnemen. Laten we hopen dat de Heer aan de ouders deze genade schenkt: zich niet uit te sluiten van de opvoeding van de kinderen. Alleen de liefde, de tederheid en het geduld kan dit bewerken.
Zie ook:Andere catecheses in deze reeks, zie het dossier: Het gezin
© 2015, Libreria Editrice Vaticana / kerknet.be
Vert. uit het Italiaans: pater Marcel de Pauw msc; alineaverdeling en -nummering:redactie