
Paus Franciscus - 12 april 2015
Dierbare broeders en zusters, goeie dag!
Vandaag beschrijft het Evangelie van Johannes voor het Paasoctaaf, de twee verschijningen van de verrezen Jezus aan de apostelen die in het cenakel bijeen zijn: op Paasavond, in afwezigheid van Thomas, en acht dagen later, in zijn aanwezigheid. De eerste keer toont de Heer aan de leerlingen de wonden van Zijn lichaam, Hij blaast over hen en zegt hun: “Zoals de Vader Mij gezonden heeft, zo zend Ik u” (Joh. 20, 21). Hij geeft Zijn eigen zending aan hen door, met de kracht van de Heilige Geest.
Maar die avond ontbrak Thomas, die het getuigenis van anderen niet wou geloven. “Als ik zijn wonden niet zie en niet kan aanraken, zegt hij, zal ik niet geloven”. Vgl. Joh. 20, 25 Acht dagen later – dus juist zoals vandaag – keert Jezus terug in hun midden en richt zich onmiddellijk tot Thomas, hem uitnodigend de wonden van Zijn handen en zijde aan te raken. Hij loopt op diens ongeloof vooruit opdat hij door de tekens van Zijn lijden tot de volheid van het Paasgeloof zou komen, dat wil zeggen het geloof in Jezus’ verrijzenis.
Thomas is iemand die niet gemakkelijk voldaan is, hij zoekt, wil zelf verifiëren, hij wil zijn eigen persoonlijke ervaring hebben. Na de initiële weerstand en onrust, zal hij uiteindelijk geloven, moeizaam, maar hij komt tot geloof. Jezus wacht geduldig op hem en geeft zich over aan de moeilijkheden en onzekerheid van de laatst gekomene. De Heer verklaart “zalig”, wie geloven zonder te zien Vgl. Joh. 20, 29 – en de eerste onder hen is Maria, Zijn Moeder – maar Hij voorkomt ook de eis van de ongelovige leerling: “Kom hier met uw vinger en bezie mijn handen …”. Vgl. Joh. 20, 27 In het heilzaam contact met de wonden van de Verrezene, manifesteert Thomas zijn eigen kwetsuren, zijn eigen wonden, zijn eigen verscheurdheid, zijn eigen vernedering; in het teken van de nagels vindt hij het doorslaggevend bewijs dat hij bemind wordt, verwacht, begrepen. Hij staat tegenover een Messias vol zachtmoedigheid, barmhartigheid, tederheid. Het was de Heer die hij in de verborgen diepte van zijn wezen zocht, want hij wist dat Hij zo zou zijn. En velen van ons proberen in het diepst van hun hart Jezus te ontmoeten zoals Hij is: zachtmoedig, barmhartig, teder! Want wij weten in ons diepste, dat Hij zo is. Eens dat Thomas het persoonlijk contact met de beminnelijkheid en het barmhartige geduld van Christus gevonden heeft, begrijpt hij de diepe betekenis van Zijn verrijzenis, en innig getransformeerd, belijdt hij heel zijn geloof in Hem, uitroepend: “Mijn Heer en mijn God!”. Vgl. Joh. 20, 28 Mooie, mooie woorden, die van Thomas!
Hij heeft het Paasmysterie kunnen « aanraken », dat helemaal de heilbrengende liefde van God, rijk aan erbarmen Vgl. Ef. 2, 4
manifesteert. En zoals Thomas, worden ook wij op deze tweede zondag van Pasen uitgenodigd, in de wonden van de Verrezene de Goddelijke barmhartigheid te schouwen, die elke menselijke limiet overschrijdt en over de duisternis van kwaad en zonde straalt. Het volgende buitengewone Jubileumjaar van de Barmhartigheid, waarvan ik de Paus Franciscus - Bul
Misericordiae Vultus
Het gelaat van de Barmhartigheid - Afkondiging van het Buitengewone Jubileum van de Barmhartigheid
(11 april 2015) hier gisterenavond in de Sint-Pietersbasiliek heb uitgevaardigd, zal een intense en langere tijd zijn om de immense rijkdom van Gods barmhartige liefde te ontvangen. Deze Bulle begint met de woorden Paus Franciscus - Bul
Misericordiae Vultus
Het gelaat van de Barmhartigheid - Afkondiging van het Buitengewone Jubileum van de Barmhartigheid
(11 april 2015): Jezus Christus is het gelaat van de barmhartigheid van de Vader. Houden wij de blik op Hem gericht, die ons altijd zoekt, opwacht, vergeeft; zo barmhartig, dat Hij niet bang is van onze ellende. Door Zijn wonden geneest Hij ons en vergeeft Hij al onze zonden. En de Maagd Maria helpt ons barmhartig te zijn voor de anderen zoals Jezus het is met ons.