
Paus Franciscus - 11 april 2015
“Het is God eigen barmhartigheid te gebruiken en vooral hierin toont zich zijn almacht”. H. Thomas van Aquino, Summa Theologiae. II-II, q. 30, a. 4 De woorden van de heilige Thomas van Aquino laten zien hoezeer de goddelijke barmhartigheid in het geheel niet een teken van zwakheid is, maar veeleer de hoedanigheid van de almacht van God. Daarom laat de liturgie in een van de oudste collecta bidden met de woorden: “God, Gij toont uw grootheid vooral als Gij ons genadig zijt en barmhartigheid bewijst”. 26e Zondag door het Jaar. Deze collecta verschijnt reeds in de 8e eeuw tussen de euchologische teksten van het Sacramentarium Gelasianum (1198). God zal voor altijd in de geschiedenis van de mensheid zijn als Degene die aanwezig is, nabij, voorzienig, heilig en barmhartig.
“Geduldig en barmhartig” is de dubbele term die vaak terugkeert in het Oude Testament, om de natuur van God te beschrijven. Zijn barmhartig-zijn vindt een concrete bevestiging in zeer veel daden in de heilsgeschiedenis waar zijn goedheid prevaleert boven straf en vernietiging. De Psalmen laten op een bijzondere wijze deze grootheid van het goddelijk handelen naar voren komen: “Hij is het die u uw schulden vergeeft, die u geneest van uw kwalen, Hij is het die u van de ondergang redt, die u omringt met zijn gunst en erbarmen” (Ps. 103, 3-4). Nog uitdrukkelijker getuigt een andere psalm van de concrete tekenen van de barmhartigheid: “Gevangenen geeft Hij de vrijheid. De ogen van de blinden opent de Heer, gebrokenen richt Hij weer op. De Heer bemint de rechtvaardigen, de Heer behoedt de ontheemden. De Heer geeft wees en weduwe steun, maar zondaars laat Hij verdwalen” (Ps. 146, 7-9). En ten slotte volgen hier andere uitdrukkingen van de psalmist: “Gebroken harten geneest Hij weer, Hij heelt alle bloedende wonden ... De Heer verheft de vernederden, maar zondaars werpt Hij ter aarde” (Ps. 147, 3.6). Kortom, de barmhartigheid van God is niet een abstract idee, maar een concrete werkelijkheid waarmee Hij zijn liefde openbaart als die van een vader en een moeder die vanuit het diepste van hun wezen bewogen raken om hun kind. Het is waarlijk op zijn plaats te zeggen dat het een liefde is die het diepste innerlijk van de persoon betreft. Zij komt vanuit het binnenste als een diep, natuurlijk gevoel, zij bestaat uit tederheid en medelijden, toegevendheid en vergeving.