
Paus Franciscus - 11 april 2015
Ik heb de datum van 8 december gekozen, omdat die vol van betekenis is voor de recente geschiedenis van de Kerk. Ik zal namelijk de Heilige Deur openen op de vijftigste verjaardag van de afsluiting van het Tweede Vaticaans Oecumenisch Concilie. De Kerk behoort die gebeurtenis levend te houden. Voor haar begon een nieuw traject in haar geschiedenis. De Concilievaders kwamen, als een ware ademtocht van de Geest, tot het inzicht dat het nodig was tot de mensen van hun tijd op een begrijpelijkere manier te spreken over God. Nadat de muren die te lang de Kerk in een bevoorrechte burcht hadden opgesloten, omver waren gehaald, was de tijd gekomen om het Evangelie op een nieuwe wijze te verkondigen. Een nieuwe fase in de evangelisatie van altijd. Een nieuwe taak voor alle Christenen om met meer enthousiasme en overtuiging te getuigen van hun geloof. De Kerk voelde de verantwoordelijkheid in de wereld het levende teken te zijn van de liefde van de Vader.
Mij komen ook de betekenisvolle woorden die de heilige Johannes XXIII uitsprak bij de opening van het Concilie om het te volgen pad aan te geven, voor de geest: “Nu geeft de Bruid van Christus er de voorkeur aan het geneesmiddel van de barmhartigheid te gebruiken in plaats van de wapens van de strengheid aan te leggen ... Terwijl de katholieke Kerk met dit Oecumenisch Concilie de fakkel van de katholieke waarheid omhoog heft, wil zij zich een zeer liefhebbende moeder van allen betonen. welwillend, geduldig, bewogen door barmhartigheid en goedheid jegens de kinderen die van haar gescheiden zijn”. H. Paus Johannes XXIII, Toespraak, Openingstoespraak Tweede Vaticaans Concilie, Gaudet Mater Ecclesia (11 okt 1962), 2-3 In deze zelfde lijn liggen ook de woorden van de zalige Paulus VI, die zich bij de afsluiting van het Concilie als volgt uitdrukte: “Wij willen veeleer opmerken hoe de godsdienst van ons Concilie vooral de naastenliefde is geweest ... De oude geschiedenis van de Samaritaan is het voorbeeld geweest van de spiritualiteit van het Concilie ... Een stroom genegenheid en bewondering heeft zich opnieuw uitgestort vanuit het Concilie over de moderne menselijke wereld. Dwalingen zijn er afgekeurd, ja; omdat de naastenliefde zulks niet minder dan de waarheid vereist; maar voor de mensen is er alleen maar uitnodiging, respect en liefde. In plaats van deprimerende diagnoses zijn er van het Concilie bemoedigende remedies, in plaats van rampzalige voorspellingen boodschappen van vertrouwen uitgegaan naar de tegenwoordige wereld: niet alleen zijn haar waarden gerespecteerd, maar ook gehonoreerd, haar inspanningen ondersteund, haar aspiraties gelouterd en gezegend ... Wij zullen nog iets anders naar voren moeten brengen: heel deze leerstellige rijkdom is maar op één doel gericht: de mens dienen. De mens, zeggen wij, in iedere levensomstandigheid, in al zijn zwakheid, in al zijn nood”. H. Paus Paulus VI, Homilie, Homilie bij de laatste algemene zitting van het Tweede Vaticaans Concilie, Hodie Concilium Oecumenicum (7 dec 1965), 5
Met deze gevoelens van dankbaarheid voor wat de Kerk heeft gekregen, en van verantwoordelijkheid voor de taak die ons wacht, zullen wij door de Heilige Deur gaan in het volle vertrouwen dat wij worden begeleid door de kracht van de Verrezen Heer, die onze pelgrimstocht blijft ondersteunen. Moge de Heilige Geest, die de stappen van de gelovigen leidt om mee te werken aan het door Christus tot stand gebracht heilswerk een gids en steun zijn van het Volk van God om het te helpen het gelaat van de barmhartigheid te aanschouwen. Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk, Lumen Gentium (21 nov 1964), 16 Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk in de wereld van deze tijd, Gaudium et Spes (7 dec 1965), 15