
Paus Franciscus - 11 april 2015
Een bijzonder Heilig Jaar, dus, om in het leven van elke dag de barmhartigheid te beleven die de Vader ons van oudsher betoont. Mogen wij ons in dit Jubeljaar laten verrassen door God. Hij wordt nooit moe de deur van zijn hart wijd open te zetten om te herhalen dat Hij ons liefheeft en met ons zijn leven wil delen. De Kerk voelt sterk de behoefte de barmhartigheid van God te verkondigen. Haar leven is authentiek en geloofwaardig, wanneer zij van de barmhartigheid haar overtuigde boodschap maakt. Zij weet dat vooral op een ogenblik als het onze, dat vol grote verwachtingen en tegenstellingen is, haar eerste taak is allen binnen te leiden in het grote mysterie van de barmhartigheid van God door het gelaat van Christus te aanschouwen. De Kerk is als eerste geroepen waarachtige getuige te zijn van de barmhartigheid door haar te belijden en te beleven als middelpunt van de openbaring van Jezus Christus. Uit het hart van de Drie-eenheid, uit het diepste van het mysterie van God ontspringt en vloeit onophoudelijk de grote stroom van de barmhartigheid. Deze bron zal nooit kunnen opdrogen, hoe velen er ook zijn die tot haar naderen. Telkens als iemand er behoefte aan zal hebben, zal hij tot haar kunnen komen, omdat de barmhartigheid van God eindeloos is. Zo ondoorgrondelijk is de diepte van het mysterie dat zij omgeeft, zo ondoorgrondelijk is de rijkdom die eruit voortkomt.
Moge de Kerk in dit Jubeljaar de echo worden van het Woord van God dat luid en overtuigend weerklinkt als een woord en een gebaar van vergeving, steun, hulp, liefde. Moge zij nooit moe worden barmhartigheid aan te bieden en altijd geduldig zijn in troosten en vergeven. Moge de Kerk de stem worden van iedere man en vrouw en met vertrouwen en onophoudelijk herhalen: “Gedenk uw barmhartigheid, Heer, uw altijd geschonken ontferming” (Ps. 25, 6).
Gegeven te Rome bij Sint Pieter, op 11 april, op de vigilie van de Tweede Zondag van Pasen of van de Goddelijke Barmhartigheid, van het jaar des Heren 2015, het derde van mijn pontificaat.
FRANCISCUS