
Paus Franciscus - 11 april 2015
Moge de Veertigdagentijd van dit Jubeljaar intenser worden beleefd als een bijzonder moment om de barmhartigheid van God te vieren en te ervaren. Hoeveel bladzijden in de Heilige Schrift kunnen worden overwogen in de weken van de Veertigdagentijd om het barmhartige gelaat van de Vader opnieuw te ontdekken! Met de woorden van de profeet Micha kunnen ook wij herhalen: “Gij, Heer, zijt een God die de ongerechtigheid wegneemt en de zonde vergeeft, die niet voor altijd uw toorn laat duren, maar er vreugde in vindt barmhartigheid te bewijzen. Gij, Heer, zult naar ons terugkeren en Gij zult medelijden hebben met uw volk. Gij zult onze schuld onder uw voeten verpletteren en al onze zonden naar de bodem van de zee verwijzen.” Vgl. Mich. 7, 18-19
De bladzijden uit de profeet Jesaja zullen meer concreet overwogen kunnen worden in deze tijd van gebed, vasten en naastenliefde: “Is dit niet het vasten zoals Ik het verkies: boosaardige boeien slaken, de strengen van het juk losmaken, de geknechte de vrijheid hergeven, en alle jukken te breken? Is vasten niet dit: uw brood delen met wie honger heeft; arme zwervers opnemen in uw huis; een naakte kleden die gij ziet en u niet onttrekken aan de zorg van uw broeder? Dan breekt uw licht als de dageraad door en groeien uw wonden spoedig dicht; dan gaat uw geluk voor u uit, en sluit de glorie van de Heer uw stoet. Als gij dan roept, geeft de Heer u antwoord, en smeekt gij om hulp, Hij zal zeggen: ‘Hier ben Ik!’ Als gij het juk uit uw midden verwijdert, geen vinger bedreigend meer uitsteekt en geen valse aanklachten indient, de hongerige aanbiedt wat gij voor uzelf verlangt en de onderdrukte met voedsel verzadigt, dan zal uw licht in de duisternis opgaan, uw nacht als de heldere middag zijn. Dan zal de Heer u steeds blijven leiden, in verschroeide oorden uw honger stillen. Hij zal uw krachten sterken en gij zult zijn als een rijk besproeide tuin, als een bron die nooit teleurstelt als men om water komt” (Jes. 58, 6-11).
Het initiatief “24 uur voor de Heer”, dat kan worden gevierd op vrijdag en zaterdag voorafgaand aan de Vierde zondag van de Veertigdagentijd, moet in de bisdommen worden bevorderd. Zeer veel mensen naderen opnieuw het Sacrament van de Verzoening en onder hen veel jongeren, die in deze ervaring vaak de weg weer vinden om terug te keren tot de Heer, om een ogenblik van intens gebed te beleven en de zin van het eigen leven opnieuw te ontdekken. Laten wij opnieuw het sacrament van de verzoening met overtuiging in het middelpunt plaatsen, omdat dit het mogelijk maakt de grootheid van de barmhartigheid werkelijk te ervaren. Voor iedere boeteling zal het een bron zijn van ware innerlijke vrede.
Ik zal nooit moe worden erop aan te dringen dat biechtvaders een waar teken zijn van de barmhartigheid van de Vader. Men wordt niet zomaar biechtvader. Men wordt het, wanneer wij vóór alles zelf als eersten boetelingen worden op zoek naar vergeving. Laten wij nooit vergeten dat biechtvader zijn betekent deelnemen aan de zending zelf van Jezus en een concreet teken zijn van de continuïteit van een goddelijke liefde die vergeeft en redt. Ieder van ons heeft de gave van de Heilige Geest ontvangen voor de vergeving van de zonden, hiervoor zijn wij verantwoordelijk. Niemand van ons is baas over het sacrament, maar een trouwe dienaar van de vergeving van God. Iedere biechtvader zal de gelovigen moeten ontvangen zoals de vader in de parabel van de verloren zoon: een vader die zijn zoon tegemoet snelt, ook al had hij zijn goederen verkwist. Biechtvaders zijn geroepen die berouwvolle zoon die naar huis terugkeert, tegen zich aan te drukken en zijn vreugde dat hij hem heeft teruggevonden, tot uitdrukking te brengen. Zij zullen nooit moe worden ook naar de andere zoon te gaan die buiten is blijven staan en niet in staat is blij te zijn, om hem uit te leggen dat zijn streng oordeel onjuist is en geen zin heeft ten overstaan van de grenzeloze barmhartigheid van de Vader. Zij zullen geen impertinente vragen stellen, maar zoals de vader van de parabel het door de verloren zoon voorbereide verhaal onderbreken, omdat zij in het hart van iedere boeteling het roepen om hulp en het vragen om vergeving zullen weten op te vangen. Kortom, de biechtvaders zijn geroepen om altijd, overal, in iedere situatie en ondanks alles het teken te zijn van het primaatschap van de barmhartigheid.