
Gerhard Ludwig Kard. Müller, prefect - 13 januari 2015
Dit gezegd zijnde, is het toch nodig de gelijkenissen te onderstrepen die de verhouding tussen de Congregatie en de Doctrinaire Commissies moeten kenmerken. Eén van de functies bv. van de Congregatie is de verificatie van de documenten, gepubliceerd door de andere Dicasteries van de Romeinse Curie voor wat betreft geloof en zeden. Vgl. H. Paus Johannes Paulus II, Apostolische Constitutie, Over de hervorming van de Romeinse Curie, Pastor Bonus (28 juni 1988), 54 Op analoge wijze “werken de Doctrinaire Commissies samen … met de andere Commissies van de Bisschoppenconferenties, in het bijzonder met deze die verantwoordelijkheid hebben gekregen op het gebied van de opvoeding (seminaries, universiteiten en scholen), de catechese, de liturgie en de oecumene, hierbij uitdrukking gevend aan hun eigen competente mening over alles wat voor de leer van belang is. Als norm geldt dat de andere Commissies belangrijke documenten niet zouden moeten publiceren zonder ook de mening ontvangen te hebben van de Doctrinaire Commissie, in zoverre het zaken betreft die binnen de competentie van de Doctrinaire Commissie vallen.” Congregatie voor de Geloofsleer, Aangaande Doctrinaire Commissies bij Bisschoppenconferenties, Tot de voorzitters van alle bisschoppenconferenties (23 nov 1990), 11