Paus Franciscus - 20 maart 2015
Eminente heer Federico Mayor,
voorzitter van de Internationale Commissie tegen de Doodstraf
Meneer de Voorzitter,
Met deze woorden wil ik mijn groet overbrengen aan alle leden van de Internationale Commissie tegen de Doodstraf, aan de groep landen die haar steunen en aan degenen die samenwerken met de organisatie waarvan u voorzitter bent. Verder zou ik mijn persoonlijke dank willen uitspreken, en ook die van mensen van goede wil, voor uw inzet om een wereld zonder de doodstraf tot stand te brengen en voor uw bijdrage aan de instelling van een universeel moratorium op executies over de hele wereld, teneinde de doodstraf af te schaffen.
Ik deelde verschillende ideeën over dit onderwerp in Paus Franciscus - Brief
Tot de deelnemers aan het 19e Internationale Congres van de Internationale Associatie voor Strafrecht (AIDP) en het 3e Congres van de Latijns-Amerikaanse Associatie voor Strafrecht en Criminologie
(30 mei 2014). In Paus Franciscus - Toespraak
Over strafrecht, het bestraffen van ernstige misdaden en de menselijke waardigheid
Tijdens een ontmoeting met een delegatie van de Internationale Vereniging voor het Strafrecht (AIDP)
(23 oktober 2014), heb ik de mogelijkheid te baat genomen om dieper in te gaan op deze kwesties. Bij deze gelegenheid wil ik u enkele suggesties doen waarmee de Kerk kan bijdragen aan de humane inspanning van de Commissie.
Het leergezag van de Kerk, vertrekkend vanuit de Heilige Schrift en vanuit de millennia-lange ervaring van het Volk van God, verdedigt het leven vanaf de conceptie tot aan de natuurlijke dood, en ondersteunt de volledige menselijke waardigheid zoals naar het beeld van God. Vgl. Gen. 1, 26 Het menselijk leven is heilig omdat het vanaf het begin, vanaf het eerste moment van conceptie, de vrucht is van Gods scheppende activiteit Vgl. Catechismus-Compendium, Catechismus van de Katholieke Kerk (15 aug 1997), 2258, en vanaf dat moment is de mens, het enige schepsel ... dat om zich zelf door God is gewild, de ontvanger van Gods persoonlijke liefde. Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk in de wereld van deze tijd, Gaudium et Spes (7 dec 1965), 24
Staten kunnen doden door hun handelen wanneer ze de doodstraf toepassen, wanneer ze hun volk tot oorlog leiden of wanneer ze buitengerechtelijke of standrechtelijke executies uitvoeren. Ze kunnen ook doden door nalatigheid, als ze hun bevolking de toegang tot de basisbehoeften van het leven niet garanderen. "Evenals het gebod 'Gij zult niet doden' een duidelijke grens stelt om de waarde van het menselijk leven te verzekeren, moeten we vandaag ‘nee’ tegen een economie van uitsluiting en ongelijkheid zeggen" Paus Franciscus, Postsynodale Apostolische Exhortatie, Over de verkondiging van het Evangelie in de wereld van vandaag - Naar aanleiding van de Bisschoppensynode 2012 over de nieuwe evangelisatie, Evangelii Gaudium (24 nov 2013), 53
Het leven, vooral het menselijk leven, behoort alleen aan God toe. Zelfs een moordenaar verliest zijn persoonlijke waardigheid niet, en God zelf heeft Zijn woord gegeven dit te waarborgen. Zoals St. Ambrosius leerde, wilde God Kaïn niet straffen met moord, aangezien Hij liever het berouw van de zondaar wil dan zijn dood. Vgl. Paus Franciscus, Postsynodale Apostolische Exhortatie, Over de verkondiging van het Evangelie in de wereld van vandaag - Naar aanleiding van de Bisschoppensynode 2012 over de nieuwe evangelisatie, Evangelii Gaudium (24 nov 2013), 9
In bepaalde omstandigheden, wanneer er vijandelijkheden gaande zijn, is een afgemeten reactie nodig om te voorkomen dat de agressor schade toebrengt, en de noodzaak om de agressor te neutraliseren kan resulteren in zijn uitschakeling; het is een geval van gewettigde zelfverdediging. Vgl. H. Paus Johannes Paulus II, Encycliek, Over de waarde en de onaantastbaarheid van het menselijk leven, Evangelium Vitae (25 mrt 1995), 55 Desalniettemin zijn de voorwaarden voor legitieme persoonlijke verdediging niet van toepassing in de sociale sfeer zonder het risico van vervorming. Wanneer de doodstraf wordt toegepast, worden mensen in feite niet gedood voor huidige agressie, maar voor misdrijven die in het verleden zijn gepleegd. Bovendien wordt het toegepast op mensen van wie het vermogen om schade te berokkenen niet actueel is, maar al geneutraliseerd is, en die hun vrijheid is ontnomen.
Tegenwoordig is de doodstraf onaanvaardbaar, hoe ernstig het misdrijf van de veroordeelde ook mag zijn geweest. Het is een belediging voor de onschendbaarheid van het leven en voor de waardigheid van de menselijke persoon, hetgeen in tegenspraak is met Gods plan voor de mens en voor de samenleving en zijn barmhartige gerechtigheid, en het voldoet niet aan enig rechtvaardig doel van bestraffing. Het doet geen recht aan de slachtoffers, maar wakkert eerder wraak aan.
Voor een rechtsstaat is de doodstraf een mislukking, omdat het de staat verplicht om te doden in naam van gerechtigheid. Dostojevski schreef: “Het doden van een moordenaar is een straf die onvergelijkelijk veel erger is dan de misdaad zelf. Moord op grond van een wettelijke straf is onmetelijk veel erger dan moord door een misdadiger”. Gerechtigheid wordt nooit bereikt door een mens te doden.
De doodstraf verliest alle legitimiteit vanwege de gebrekkige selectiviteit van het strafrechtsysteem en gezien de mogelijkheid van gerechtelijke dwalingen. Menselijke gerechtigheid is onvolmaakt, en het niet erkennen van de feilbaarheid ervan kan haar in een bron van onrechtvaardigheid veranderen. Met de toepassing van de doodstraf wordt de veroordeelde de mogelijkheid ontzegd om zijn misstap goed te maken of berouw te tonen over de aangerichte schade; de mogelijkheid tot belijdenis, waarmee de mens uitdrukking geeft aan zijn innerlijke bekering; en van boetvaardigheid, het middel tot bekering en boetedoening, om de ontmoeting met de barmhartige en genezende liefde van God te bereiken.
Bovendien is de doodstraf een veel voorkomende praktijk waartoe totalitaire regimes en fanatieke groeperingen hun toevlucht nemen, voor de uitroeiing van politieke dissidenten, minderheden en elk individu dat als 'gevaarlijk' wordt bestempeld of die kan worden gezien als een bedreiging voor hun macht of voor het bereiken van hun doelstellingen. Net als in de eerste eeuwen en ook in de huidige, lijdt de Kerk onder de toepassing van deze straf op haar nieuwe martelaren.
De doodstraf is in strijd met de betekenis van humanitas en met goddelijke genade, die model moeten staan voor menselijke gerechtigheid. Het brengt een wrede, onmenselijke en onterende behandeling met zich mee, evenals de angst vóór het moment van executie en de vreselijke spanning tussen het uitvaardigen van het vonnis en de uitvoering van de straf, een vorm van 'foltering' die, in naam van de correcte procedure, meestal vele jaren duurt, en die vaak leidt tot ziekte en waanzin in de dodencel.
In sommige sferen is er discussie over de uitvoeringsmethode, alsof het gaat om het vinden van 'de beste' manier. In de loop van de geschiedenis zijn verschillende dodelijke mechanismen verdedigd omdat ze het lijden en de pijn van de veroordeelden verminderden. Maar er is geen humane vorm om iemand anders te doden.
Tegenwoordig zijn er niet alleen middelen om de misdaad effectief aan te pakken zonder misdadigers definitief de kans te ontnemen om tot inkeer te komen Vgl. H. Paus Johannes Paulus II, Encycliek, Over de waarde en de onaantastbaarheid van het menselijk leven, Evangelium Vitae (25 mrt 1995), 27, maar er is ook een verhoogde morele gevoeligheid met betrekking tot de waarde van het menselijk leven, waardoor publieke steun wordt gewekt voor de verschillende bepalingen die gericht zijn op de afschaffing of opschorting van de toepassing ervan en de afkeer van de doodstraf groeit. Vgl. Pauselijke Raad "Justitia et Pax", Compendium van de Sociale Leer van de Kerk (26 okt 2004), 405
Anderzijds kunnen levenslange gevangenisstraf, evenals die vonnissen die het de veroordeelden vanwege hun duur onmogelijk maken om een toekomst in vrijheid te plannen, als verborgen doodvonnissen worden beschouwd, omdat deze vonnissen de schuldige niet alleen zijn of haar vrijheid, maar ook op verraderlijke wijze alle hoop ontnemen. Maar hoewel het strafrechtsysteem zich de tijd van de schuldige partijen mag toe-eigenen, mag het hun hoop nooit wegnemen.
Zoals ik afgelopen Paus Franciscus - Toespraak
Over strafrecht, het bestraffen van ernstige misdaden en de menselijke waardigheid
Tijdens een ontmoeting met een delegatie van de Internationale Vereniging voor het Strafrecht (AIDP)
(23 oktober 2014) zei, betreft de doodstraf rechtstreeks de ontkenning van de liefde voor vijanden die door het Evangelie wordt gepredikt. “Alle Christenen en mensen van goede wil zijn daarom geroepen om niet alleen te vechten voor de afschaffing van de doodstraf, in al zijn vormen, of die nu legaal of illegaal is, maar ook om de omstandigheden in gevangenissen te verbeteren, met respect voor de menselijke waardigheid van personen die van hun vrijheid zijn beroofd ”.
Beste vrienden, ik moedig u aan om door te gaan met het werk dat u doet, want de wereld heeft getuigen nodig van de genade en tederheid van God.
Ik neem afscheid terwijl ik u aan de Heer Jezus toevertrouw, die in de dagen van zijn aardse leven niet wilde dat zijn vervolgers te zijner verdediging letsel zou worden toegebracht: "Steek uw zwaard weer op zijn plaats" (Mt. 26, 52), die gevangen werd genomen en ten onrechte ter dood werd veroordeeld, en die zich identificeerde met alle gevangenen, of ze nu schuldig waren of niet: “Ik was in de gevangenis en gij hebt Mij bezocht” (Mt. 25, 36). Moge Hij, die tegenover de overspelige vrouw haar schuld niet in twijfel trok, maar de beschuldigers uitnodigde om hun eigen geweten te onderzoeken alvorens een steen naar haar te gooien Vgl. Joh. 8, 1-11, u de gave van wijsheid schenken, opdat de actie die u onderneemt ten gunste van de afschaffing van deze wrede straf, passend en vruchtbaar moge zijn.
Ik vraag u om voor mij te bidden.
Met hartelijke groet,
FRANCISCUS
Uit het Vaticaan, 20 maart 2015