
Paus Franciscus - 15 maart 2015
Dierbare broeders en zusters, goeie dag!
Het Evangelie van vandaag laat ons opnieuw de woorden horen die Jezus tot Nikodemus richt: “Zozeer immers heeft God de wereld lief gehad dat Hij zijn eniggeboren Zoon heeft gegeven” (Joh. 3, 16). Als wij dit horen, richten wij de blik van ons hart op de gekruisigde Jezus en voelen wij dat God ons liefheeft, ons werkelijk liefheeft, en zo zeer liefheeft! Dat is de eenvoudigste bewoording die heel het Evangelie, heel het geloof, heel de theologie samenvat: God bemint ons met belangloze en oneindige liefde.
Zo bemint God ons en deze liefde bewijst God vooral door de schepping, zoals de liturgie het zegt in het vierde Eucharistisch Hooggebed: “Gij hebt al het geschapene met zegening verzadigd en uw talloze schepselen gelukkig gemaakt met de glans van uw licht”. Bij het ontstaan van de wereld, is er alleen de vrije en belangloze liefde van de Vader. De heilige Ireneüs, een heilige uit de eerste eeuwen, schrijft: “God heeft Adam niet geschapen omdat Hij de mens nodig had, maar om iemand te hebben aan wie Hij Zijn weldaden kon geven”. H. Ireneüs van Lyon, Tegen de ketters, Adversus Haereses. IV, 14, 1 Zo is het, zo is Gods liefde.
Het Eucharistisch Hooggebed IV gaat aldus verder:
“Door ongehoorzaamheid aan U heeft hij uw vriendschap verloren maar Gij hebt hem niet aan het geweld van de dood uitgeleverd. Integendeel, Gij zijt hem met alle hulp tegemoet gesneld, zodat wie U zoeken wil, U reeds heeft gevonden”.
Hij is gekomen met Zijn barmhartigheid. Zoals in de schepping, komt de belangeloosheid van Gods liefde ook in de daarop volgende fases van de heilsgeschiedenis tot uiting: de Heer kiest Zijn volk niet omdat het dat verdient, maar omdat het onder de volken het kleinste volk is, zoals Hij gezegd heeft. Wanneer de volheid van de tijd gekomen is, en alhoewel de mensen het Verbond meermaals verbroken hebben, laat God hen niet in de steek, maar knoopt opnieuw een band met hen aan, in het bloed van Jezus, de band van het nieuwe en eeuwige Verbond, een band die door niets zal kunnen verbroken worden.
De heilige Paulus brengt ons in herinnering: “God, die rijk is aan erbarming, heeft wegens de grote liefde waarmee Hij ons heeft liefgehad, ons met Christus ten leven gewekt, hoewel wij dood waren door onze zonden” (Ef. 2, 4). Het kruis van Christus is het hoogste bewijs van Gods barmhartigheid en liefde voor ons: Jezus heeft ons bemind “tot het uiterste toe” (Joh. 13, 1), dat wil zeggen, niet alleen tot het laatste ogenblik van Zijn aardse leven, maar tot de uiterste grens van de liefde.Indien de Vader ons in de schepping het bewijs gegeven heeft van Zijn immense liefde door ons het leven te geven, dan heeft Hij ons in het lijden en de dood van Zijn Zoon het grootste bewijs gegeven: Hij is voor ons komen lijden en sterven. De barmhartigheid is zo groot: Hij bemint ons, Hij vergeeft ons. God vergeeft alles en God vergeeft altijd.
Moge Maria, die Moeder van barmhartigheid is, in ons hart de zekerheid leggen dat wij door God bemind worden. Moge Zij ons in de moeilijke ogenblikken nabij zijn en ons de gevoelens van Haar Zoon geven, opdat onze weg in de Vasten een ervaring zou zijn van vergeving, verwelkoming en naastenliefde.
Dierbare broeders en zusters,
Met droefheid, met grote droefheid, heb ik het nieuws vernomen van de terroristische aanslagen vandaag tegen twee kerken in de stad Lahore, in Pakistan: zij hebben veel doden en gekwetsten veroorzaakt. Het zijn christelijke kerken. De christenen worden vervolgd. Onze broeders vergieten hun bloed alleen omdat zij christen zijn. Ik verzeker u van mijn gebed voor de slachtoffers en hun familie en vraag de Heer, ik smeek de Heer, Bron van alle goed, voor dat land de gave van vrede en eensgezindheid. Moge deze vervolging tegen de christenen, die de wereld probeert te verbergen, stoppen en moge er vrede zijn.
{...}
Aan iedereen, een goede zondag! Alstublieft, vergeet niet te bidden voor mij. Smakelijk en tot ziens!