Paus Franciscus - 18 februari 2015
Dierbare broeders en zusters, goedendag,
Op onze catecheseweg over het gezin is het vandaag, na de aandacht voor de rol van de Paus Franciscus - Audiëntie
Het gezin - 2. Moeder
Aula Paulus VI
(7 januari 2015), van de Paus Franciscus - Audiëntie
Het gezin - 3. Vader
Aula Paulus VI
(28 januari 2015), van Paus Franciscus - Audiëntie
Het gezin - 4. Kinderen
Sint Pietersplein
(11 februari 2015), de beurt aan de broers en zussen. "Broer" en "zus" zijn woorden die het Christendom graag gebruikt. En, dankzij de gezinservaring, zijn dat woorden die alle culturen en alle tijden verstaan.
De broederband heeft een bijzondere plaats in de geschiedenis van het volk van God dat zijn openbaring als een menselijke levenservaring ontvangt. De psalmist bezingt de schoonheid van de broederband: "Hoe schoon en hoe weldadig is eendracht onder broeders" (Ps 133, 1). En dat is waar, broederlijkheid is mooi! Jezus Christus heeft ook deze menselijke ervaring broers en zussen te zijn tot volheid gebracht, door haar op te nemen in de trinitaire liefde en haar zo de kracht te geven de banden van verwantschap te overstijgen en elke muur van vreemdheid te overwinnen.
We weten dat, wanneer de broederlijke relatie stuk gaat, wanneer de relatie tussen broers en zussen ten ondergaat, een weg begint vol pijnlijke ervaringen van conflict, van verraad, van haat. Het Bijbelverhaal van Kaïn en Abel is een voorbeeld van deze negatieve afloop. Na de moord op Abel vraagt God aan Kaïn: "Waar is uw broer Abel?" (Gen. 4, 9a). Het is een vraag die God aan elke generatie stelt. En spijtig genoeg herhaalt zich in elke generatie het dramatische antwoord van Kaïn: "Ik weet het niet. Ben ik dan de hoeder van mijn broeder?" (Gen. 4, 9b). De breuk van de band tussen broers is een verschrikkelijke en slechte zaak voor de mensheid. Ook in een gezin. Hoeveel broers en zussen twisten om kleine zaken of om een erfenis en daarna spreken ze niet meer met elkaar, groeten elkaar niet meer. Dat is verschrikkelijk! Broederlijkheid is een belangrijke zaak wanneer men bedenkt dat alle broers en zussen gedurende negen maanden de schoot van dezelfde moeder hebben bewoond. Zij ontstaan uit het vlees en het bloed van de moeder! De broederband kan niet verbroken worden. Laat ons even nadenken: we kennen allemaal gezinnen waar de broers en zussen in verdeeldheid leven omdat ze ruzie hebben gemaakt. Vragen we aan de Heer voor deze gezinnen - misschien zijn er zelfs in onze familie enkele gevallen - dat Hij hen helpt de broers en zussen te herenigen, het gezin te herstellen. Broederlijkheid mag men niet breken en wanneer dat toch gebeurt, ontstaat de situatie van Kaïn en Abel. Wanneer de Heer Kaïn vraagt waar zijn broer is, dan antwoordt deze: "Bah, ik weet het niet, ik heb geen belangstelling voor mijn broer". Dit is erg, het is een pijnlijke, zeer pijnlijke zaak om mee te maken. Laten we in ons gebed altijd bidden voor broers en zussen die uiteen zijn gegaan.
De band van broederlijkheid die in het gezin tussen de kinderen ontstaat, is, wanneer het in een klimaat van opvoeding tot openheid voor anderen gebeurt, een grote oefenschool in vrijheid en in vrede. In het gezin, tussen broers en zussen, leert men het menselijk samenleven, hoe men in de maatschappij moet samenleven. Misschien zijn we er ons niet steeds van bewust, maar het is precies het gezin dat broederlijkheid in de wereld brengt! Uitgaande van deze eerste ervaring van broederlijkheid, gevoed door gevoelens en door de gezinsopvoeding, straalt de stijl van de broederlijkheid, als een belofte, af op heel de samenleving en op de relaties tussen de volkeren.
De zegen die God, in Jezus Christus, over deze band van broederlijkheid uitstort, verruimt deze op onvoorstelbare wijze, zodanig dat hij bekwaam is elk verschil van nationaliteit, van taal, van cultuur en zelfs van godsdienst te overstijgen.
Stel je voor hoe de band tussen mensen, hoe verschillend ook, zou zijn wanneer ze van een ander zouden kunnen zeggen: "Voor mij is deze persoon als een broer, als een zus"! Hoe mooi is dat! De geschiedenis heeft overigens ten overvloede bewezen dat vrijheid en gelijkheid zonder broederlijkheid, vol kunnen worden van individualisme en conformisme en ook van persoonlijke belangen.
De broederlijkheid in het gezin schittert op bijzondere wijze wanneer we de zorg, het geduld, de liefde zien waarmee het zwakkere broertje of zusje worden omringd omdat ze ziek zijn of een handicap te dragen hebben. De broers en zussen die dit doen zijn met vele op de wereld en misschien waarderen we onvoldoende hun edelmoedigheid. En wanneer in het gezin veel broers en zussen zijn - ik heb vandaag een gezin met negen kinderen gegroet - dan helpt de oudere broer of zus vader of moeder bij het zorgen voor de kleintjes. Dat is prachtig, die helpende handen van broers en zussen.
Een broer of zus hebben die van je houdt, is een sterke, onbetaalbare en onvervangbare ervaring. Dat is ook waar voor de christelijke broederlijkheid. De kleinere, de zwakkere, de armere moeten ons vertederen: ze hebben "het recht" onze ziel en ons hart te pakken. Inderdaad, ze zijn onze broers en zussen en we moeten ze als zodanig liefhebben en behandelen. Wanneer dit gebeurt, wanneer de armen echt thuis zijn, dan komt onze christelijke broederlijkheid opnieuw tot leven. Christenen, gaan de armen en de zwakken niet tegemoet om te gehoorzamen aan een ideologisch programma, maar omdat het woord en het voorbeeld van de Heer ons zeggen dat we allen broers en zussen zijn. Dat is het beginsel van de liefde van God en van elke gerechtigheid tussen mensen. Ik stel jullie voor, alvorens te besluiten, ik heb nog slechts enkele woorden te zeggen, dat elk van ons in stilte aan onze broers en aan onze zussen denkt, in de stilte van ons hart bidden we voor hen. Een ogenblik stilte.
Zo, door dit gebed hebben we hen allen, broers en zussen, in gedachte, met het hart, hier op het plein gebracht om de zegen te ontvangen.
Vandaag is het meer dan ooit nodig de broederlijkheid in het centrum te stellen van onze technocratische en bureaucratische maatschappij: dan zullen ook de vrijheid en de gelijkheid hun juiste klank krijgen. Laten we daarom niet op lichtzinnige wijze onze gezinnen - uit verlegenheid of angst - beroven van een brede ervaring van broederlijkheid tussen zonen en dochters. En laten we ons vertrouwen niet verliezen omtrent de brede horizon die het geloof uit deze ervaring, verlicht door de zegen van God, kan afleiden.