Paus Franciscus - 15 februari 2015
Sinds het Concilie van Jeruzalem is de weg van de Kerk nog steeds die van Jezus: die van barmhartigheid en integratie. Dat betekent niet dat men de gevaren moet onderwaarderen of dat men de wolven bij de kudde moet binnenlaten, maar dat men de verloren zoon die berouw heeft, moet opvangen, dat men de kwetsuren van de zonde beslist en moedig moet genezen, dat men de mouwen moet oprollen en niet passief toekijken naar het lijden van de wereld. Het is de weg van de Kerk niemand eeuwig te veroordelen; Gods barmhartigheid te verspreiden over alle mensen die er met een oprecht hart om vragen; het is juist de weg van de Kerk om van achter zijn omheining te komen en degenen te gaan zoeken die veraf zijn in de periferieën van het leven; de weg om Gods logica volledig op zich te nemen; de Meester te volgen die zegt: “Niet de gezonden hebben een dokter nodig, maar de zieken. Ik ben niet gekomen om rechtvaardigen maar om zondaars te roepen, opdat ze zich bekeren” (Lc. 5, 31-32).