Paus Franciscus - 1 januari 2015
Vandaag komen mij weer de woorden voor ogen, waarmee Elisabeth haar zegen over de heilige Maagd sprak: “Gij zijt gezegend onder de vrouwen en gezegend is de vrucht van uw schoot. Waaraan heb ik het te danken, dat de moeder van mijn Heer naar mij toe komt?” (Lc. 1,42-43)
Deze zegen staat in continuïteit met de priesterlijke zegen, die God aan Mozes heeft geven, opdat hij deze aan Aäron en aan het hele volk verder zou geven: “Moge de Heer u zegenen en u behoeden! Moge de Heer de glans van zijn gelaat over u spreiden en u genadig zijn! Moge de Heer zijn gelaat naar u keren en u vrede schenken!” (Num. 6, 24-26). Daar de Kerk het hoogfeest van de heilige Moeder Gods Maria viert, herinnert zij ons eraan, dat Maria de eerste ontvangster van deze zegen is. In haar vindt deze zegen zijn vervulling, want over geen ander schepsel heeft God zijn aangezicht zo gespreid als over Maria, die aan het eeuwige Woord een menselijk aanschijn heeft gegeven, zodat wij allen het kunnen beschouwen.
Naast de beschouwing van het gelaat van God, kunnen wij Hem ook loven en verheerlijken, zoals de herders, die met een danklied van Bethlehem terugkeerden, nadat zij het Kind en zijn jonge moeder hadden gezien. Vgl. Lc. 2, 16.20 Moeder en Zoon waren tezamen, zoals zij ook op Golgotha tezamen waren, want Christus en zijn moeder zijn niet van elkaar te scheiden. Tussen hen bestaat een heel nauwe verbinding, zoals tussen een kind en zijn moeder. Het vlees van Christus – het centrale geheim van ons heil (Tertullianus) – werd in de schoot van Maria gevormd. Vgl. Ps. 139, 13 Deze verbondenheid komt ook daarin tot uiting, dat Maria, die uitverkoren was de Moeder van de Verlosser te zijn, zijn gehele zending heeft meegedragen, doordat zij tot aan het einde op de berg van Calvarië aan de zijde van haar Zoon bleef.
Maria is zo met Jezus verenigd, omdat zij Hem met haar hart en in geloof kende - een kennis die gevoed werd vanuit de moederlijke ervaring en de innige verbondenheid met haar Zoon. De heilige Maagd is de vrouw van het geloof, die God in haar hart en in haar plannen ruimte heeft gegeven; zij is de gelovige, die bekwaam was, in het geschenk van de Zoon de aankomst van “de volheid van de tijd te erkennen“ (Gal. 4, 4), waarin God de deemoedige weg van het menselijk bestaan koos, om persoonlijk binnen te treden op de weg van de heilsgeschiedenis. Daarom kan men Jezus niet zonder zijn moeder verstaan.
Evenzo kan men Christus niet van de Kerk scheiden, want de Kerk en Maria horen altijd tezamen, en daarin ligt juist het geheim van de vrouw in de gemeenschap van de Kerk - en men kan het door Jezus bewerkte heil niet begrijpen, zonder het moederschap van de Kerk voor ogen te hebben. Jezus van de Kerk scheiden, zou betekenen dat we een "absurde tweedeling" zouden willen invoeren, zoals de zalige Paulus VI schreef. Vgl. H. Paus Paulus VI, Postsynodale Apostolische Exhortatie, Over de Evangelisatie in de Moderne Wereld, Evangelii Nuntiandi (8 dec 1975), 16 Het is niet mogelijk, “Christus te beminnen, maar zonder de Kerk; naar Christus te luisteren, maar niet naar de Kerk; met Christus te zijn, maar buiten de Kerk”. Vgl. H. Paus Paulus VI, Postsynodale Apostolische Exhortatie, Over de Evangelisatie in de Moderne Wereld, Evangelii Nuntiandi (8 dec 1975), 16 Het is juist de Kerk, de grote familie van God, die ons Christus brengt. Ons geloof is geen abstracte leer of een filosofie, maar het is de levende en volle relatie met een Persoon: met Jezus Christus, de eniggeboren Zoon van God, die mens geworden is, gestorven en verrezen is, om ons te redden, en die in ons midden leeft. Waar kunnen wij Hem ontmoeten? Wij ontmoeten Hem in de Kerk, in onze heilige, hiërarchische Moeder Kerk. Het is de Kerk, die vandaag zegt: „Zie het Lam van God“; het is de Kerk die Hem verkondigt. Door de Kerk zet Jezus zijn genadevol handelen in de sacramenten voort.
Dit handelen en deze zending van de Kerk drukt haar moederschap uit. Inderdaad is zij als een moeder, die Jezus met tedere liefde beschermt en Hem vol vreugde en grootmoedig aan allen schenkt. Geen openbaring van Christus, ook niet een nog zo’n mystieke, kan ooit van het Lichaam en Bloed van de Kerk, van haar historische concreetheid van het Lichaam van Christus losgemaakt worden. Zonder der Kerk wordt Jezus tenslotte tot een idee, tot een moraal of tot een gevoel gereduceerd. Zonder de Kerk zou onze relatie tot Christus aan onze fantasie, aan onze interpretaties en aan onze stemming worden prijsgegeven.
Beste broeders en zusters!
Jezus Christus is de zegen voor elke mens en voor de gehele mensheid. Doordat de Kerk ons Jezus schenkt, biedt zij ons de volheid van de zegen des Heren. Precies dat is de zending van het Volk van God: voor alle volkeren de in Christus mensgeworden zegen God uit te stralen. En Maria, de eerst en volmaakte leerling van Jezus, de eerste en volmaakte gelovige, het voorbeeld voor pelgrimerende Kerk, is degene die deze weg van het moederschap van de Kerk opent en voortdurend haar moederlijke, naar alle mensen gerichte zending ondersteunt. Met haar tactvol en moederlijk getuigenis begeleidt zij de Kerk vanaf het begin. Zij, de Moeder van God, is ook Moeder van de Kerk, en door de Kerk is zij Moeder van alle mensen en van alle volkeren.
Moge deze beminnenswaardige en zorgzame Moeder voor ons de zegen van Heer ten bate van de gehele familie van de mensheid verkrijgen. Op bijzondere wijze vragen wij om haar voorspraak, dat de Heer ons in deze dagen vrede schenkt: vrede in de harten, vrede in de families, vrede onder de volkeren. In dit jaar luidt de Paus Franciscus - Boodschap
Niet langer slaven, maar broeders
48e Wereldvredesdag (2015)
(8 december 2014) Wij zijn allen geroepen, vrij te zijn, zonen en dochters te zijn en ieder is overeenkomstig zijn persoonlijke verantwoording geroepen tegen moderne vormen van slavernij te strijden. Uit alle volkeren, culturen en religies verenigen wij onze inspanningen. Mogen degene die onze Dienaar is geworden, om ons tot broeders en zusters te maken, ons leiden en ons ondersteunen.