H. Paus Johannes Paulus II - 28 juni 1988
PASTOR BONUS Over de hervorming van de Romeinse Curie |
|||
► | CONGREGATIES | ||
► | De Congregatie voor de Clerus |
Onverminderd het recht van de Bisschoppen en van hun Conferenties, behandelt de Congregatie de zaken, die de priesters en diakens van de seculiere Clerus aangaan zowel wat de personen betreft, als het pastorale dienstwerk, als wat de zaken betreft de voor de uitoefening hiervan dienstbaar zijn, en zij verschaft in al deze zaken ook opportune hulp aan de Bisschoppen.
§ 1 Behoudens het recht van de bisschoppen en hun conferenties houdt de Congregatie zich bezig met de aangelegenheden die de priesters en de diakens van de seculiere clerus betreffen zowel inzake hun persoon, als hun pastoraal ambt, alsook hetgeen voor hen noodzakelijk is voor de uitoefening van dat ambt, en biedt in al deze kwesties de gepaste hulp aan de Bisschoppen.
§ 2 De Congregatie brengt de zorg van de Apostolische Stoel voor de vorming van hen die tot de heilige Wijdingen zijn geroepen, tot uitdrukking en effectueert deze.
Zij zorgt voor het begunstigen van het religieuze onderricht van de Christengelovigen van iedere leeftijd en positie wat haar verantwoording betreft; zij verschaft opportune normen, zodat catechetische lessen door de rechte rede worden gegeven; zij bewaakt over het juist vervullen van het catechetische onderricht; zij verleent de voorgeschreven goedkeuring van de Heilige Stoel voor een catechismus en voor andere geschriften die het catechetisch onderricht aangaan met instemming van de Congregatie van de Geloofsleer; zij volgt de catechetische bureaus en de ondernemingen die het religieuze onderricht aangaan en die een internationaal karakter met zich meebrengen, zij coördineert hun voortgang en staat hen bij, waar dat nodig is.
§ 1: Zij staat de bisschoppen bij, opdat in hun Kerk met de grootste inzet roepingen worden ontwikkeld en op de seminaries, in te stellen en te leiden naar de norm van het recht, de studenten op de juiste wijze worden opgevoed door middel van een deugdelijke, zowel menselijke en geestelijke, als doctrinaire en pastorale vorming.
§ 2. Zij ziet er nauwlettend op toe dat de samenleving op en de leiding van de seminaries volledig beantwoorden aan de vereisten van de priesterlijke opvoeding en superieuren en docenten zoveel mogelijk bijdragen, door voorbeeld van leven en de juiste leer, aan de vorming van de persoonlijkheid van de gewijde bedienaren.
§ 3. Bovendien komt het haar toe interdiocesane seminaries op te richten en hun statuten goed te keuren