18 november 1965
DEI VERBUM Over de Goddelijke openbaring |
|||
► | Uit de akten van het Tweede Vaticaans Oecumenisch Concilie |
MEDEDELING
DOOR DE ALGEMEEN SECRETARIS VAN HET
HEILIG CONCILIE GEDAAN
IN DE 161E ALGEMENE VERGADERING
OP 15 NOVEMBER 1965
Men heeft de vraag gesteld, wat de theologische kwalificatie moet zijn van de leer, die in het schema van de dogmatische Constitutie over 2e Vaticaans Concilie - Constitutie
Dei Verbum
Over de Goddelijke openbaring
(18 november 1965) wordt uiteengezet en in stemming wordt gebracht.
Op deze vraag heeft de Commissie voor de leer van geloof en zeden, overeenkomstig haar 2e Vaticaans Concilie - Overig document
Declarationem
Verklaring
(6 maart 1964) van 6 maart 1964, het volgende geantwoord:
"Gezien het conciliaire gebruik en de pastorale doelstelling van het huidige Concilie, definieert deze heilige Synode inzake geloof en zeden alleen datgene als door de Kerk te houden, wat zij zelf uitdrukkelijk als zodanig aangeeft.Het overige, dat de heilige Synode voorhoudt, moet, als zijnde de leer van het hoogste Leerambt van de Kerk, door alle gelovigen zonder uitzondering worden aanvaard en erkend overeenkomstig de bedoeling van de heilige Synode zelf, die blijkt hetzij uit de behandelde stof hetzij uit de wijze van uitdrukken, volgens de regels van de theologische interpretatie."
† Pericles Felici,
Titulair aartsbisschop van Samosate.
Algemeen Secretaris van het
Tweede Vaticaans Oecumenisch Concilie.