18 november 1965
DEI VERBUM Over de Goddelijke openbaring |
|||
► | De Openbaring zelf | ||
► | De geopenbaarde waarheden |
Door de goddelijke Openbaring heeft God zich zelf en zijn eeuwige raadsbesluiten omtrent het heil van de mensen willen bekend maken en meedelen, "om hen namelijk deelachtig te doen worden aan de goddelijke goederen, die het begrip van de menselijke geest volstrekt te boven gaan". 1e Vaticaans Concilie, 3e Zitting - Dogmatische Constitutie over het Katholieke Geloof, Dei Filius (24 apr 1870), 12
De Heilige Synode belijdt, dat "God, begin en einddoel van alle dingen, door het natuurlijk licht van het menselijk verstand met zekerheid gekend kan worden uit het geschapene" Vgl. Rom. 1, 20 ; zij leert verder, dat, dank zij zijn openbaring "datgene, wat in de goddelijke dingen in zich zelf niet ontoegankelijk is voor het menselijk verstand, ook in de tegenwoordige toestand van de mensheid door allen gemakkelijk, met vaste zekerheid en zonder enige bijmenging van dwaling kan worden gekend". 1e Vaticaans Concilie, 3e Zitting - Dogmatische Constitutie over het Katholieke Geloof, Dei Filius (24 apr 1870), 12