18 november 1965
DEI VERBUM Over de Goddelijke openbaring |
|||
► | Inleiding |
Door eerbiedig te luisteren naar het Woord Gods en het vrijmoedig te verkondigen, geeft de Heilige Synode gehoor aan de woorden van Sint-Jan:
"Wij verkondigen u het eeuwig leven, dat bij de Vader was en zich aan ons heeft geopenbaard; wat wij gezien en gehoord hebben, dat verkondigen wij ook u, opdat gij gemeenschap moogt hebben met ons en opdat onze gemeenschap er een moge zijn met de Vader en met Jezus Christus, zijn Zoon" (1 Joh. 1, 2-3).
Daarom stelt de Heilige Synode zich ten doel om, in de voetsporen van het Concilie van Trente en van het Eerste Vaticaans Concilie, de authentieke leer over de goddelijke openbaring en over het doorgeven van die openbaring voor te houden, opdat de gehele wereld door te horen moge geloven in de heilsboodschap, door te geloven moge hopen, door te hopen moge liefhebben. H. Augustinus, De catechizandis rudibus. c. IV, 8: PL 40, 316