18 november 1965
God, die door het Woord alles schept Vgl. Joh. 1, 3 en in stand houdt, geeft in het geschapene een blijvend getuigenis van zich zelf aan de mensen Vgl. Rom. 1, 19-20 ; en omdat Hij de weg naar het bovennatuurlijke heil wilde openstellen, heeft Hij bovendien zich zelf van af het begin geopenbaard aan onze stamouders. Na hun zondeval heeft Hij door de belofte van de Verlossing hen bemoedigd door de hoop op het heil Vgl. Gen. 3, 15 , en heeft Hij zonder onderbreking zorg gedragen voor het menselijk geslacht om het eeuwig leven te geven aan allen, die door standvastig het goede te doen, streven naar het heil Vgl. Rom. 2, 6-7 . Op de door Hem vastgestelde tijd riep Hij Abraham om van hem een groot volk te maken Vgl. Gen. 12, 2 , dat Hij na de aartsvaders door Mozes en de profeten heeft geleerd Hem te erkennen, de enig levende en ware God, de zorgzame Vader en de rechtvaardige rechter, en verlangend uit te zien naar de beloofde Verlosser; en zo heeft Hij door de eeuwen heen de weg voorbereid voor het Evangelie.