18 november 1965
Voor de christengelovigen moet de weg tot de heilige Schrift wijd open staan. Daarom heeft de Kerk van af het begin de beroemde zeer oude Griekse vertaling van het Oude Testament, de z.g. Septuagint, als de hare aanvaard; en ook de andere Oosterse en Latijnse vertalingen, vooral de Vulgaat, houdt zij altijd in ere. Omdat echter het woord Gods ter beschikking moet staan van de mensen van alle tijden, is de Kerk met moederlijke zorg er steeds op uit om aangepaste en nauwkeurige vertalingen te laten maken in de verschillende talen, bij voorkeur uit de oorspronkelijke teksten van de heilige Boeken. Komen deze vertalingen tot stand, ook in samenwerking met de afgescheiden broeders, waar dit mogelijk is en het kerkelijk gezag zulks goedkeurt, dan kunnen ze door alle Christenen gebruikt worden.