18 november 1965
Het woord van God, dat een goddelijke kracht is tot heil van ieder, die er in gelooft Vgl. Rom. 1, 16 , toont zich op zeer bijzondere wijze aanwezig en werkzaam in de geschriften van het Nieuwe Testament. Want toen de volheid van de tijd gekomen was Vgl. Gal. 4, 4 , is het Woord vlees geworden en heeft het onder ons gewoond, vol genade en waarheid. Vgl. Joh. 1, 4 Christus heeft het Koninkrijk Gods op aarde gevestigd, door daden en woorden zijn Vader en zich zelf geopenbaard, en zijn werk voltooid door zijn dood, verrijzenis en glorievolle hemelvaart en door de zending van de Heilige Geest. Omhoog geheven van de aarde, trekt Hij allen tot zich Vgl. Joh. 12, 32. Griekse tekst , Hij, die alleen de woorden van eeuwig leven heeft Vgl. Joh. 6, 68 . Dit geheim is nooit aan vroegere geslachten bekend gemaakt zoals het nu door de Geest is geopenbaard aan zijn heilige apostelen en profeten Vgl. Ef. 3, 4-6. Griekse tekst , opdat zij het Evangelie zouden verkondigen, het geloof zouden wekken in Jezus, de Christus en Heer, en de Kerk bijeen zouden brengen. Van dit alles zijn de geschriften van het Nieuwe Testament een altijddurend en goddelijk getuigenis.