
Paus Franciscus - 25 november 2014
Spreken over alles overstijgende menselijke waardigheid is een aanspraak op de menselijke aard, op ons aangeboren vermogen om goed van kwaad te onderscheiden, op dat “kompas” diep in ons hart, dat God de hele schepping op het hart gedrukt heeft. Vgl. Pauselijke Raad "Justitia et Pax", Compendium van de Sociale Leer van de Kerk (26 okt 2004), 37 Vooral betekent het menselijke wezens te beschouwen, niet als absolute waarden, maar als wezens in een relatie. Naar mijn mening is één van de meest voorkomende ziektes in Europa tegenwoordig de eenzaamheid die typerend is voor degenen die geen band met anderen hebben. Dit is in het bijzonder zo voor de ouderen die vaak aan hun lot worden overgelaten, en ook voor de jongeren die het aan duidelijke referentiepunten en kansen voor de toekomst ontbreekt. Het is ook zichtbaar in de vele armen die onze steden bevolken en in de verwarring van immigranten die hier kwamen op zoek naar een betere toekomst.
Deze eenzaamheid is dringender geworden als gevolg van de economische crisis, waarvan de effecten tragische gevolgen blijven hebben voor het leven van de maatschappij. In recente jaren, terwijl de Europese Unie zich heeft uitgebreid, is er een groeiend wantrouwen geweest van burgers voor instellingen die als afstandelijk werden beschouwd en zich bezig hielden met het maken van regels die als ongevoelig, zo niet schadelijk voor individuele mensen werden begrepen. Van vele kanten merken we een algemene indruk van vermoeidheid en veroudering op, van een Europa dat nu een “grootmoeder” is, niet langer vruchtbaar en levendig. Als gevolg hiervan lijken de grote ideeën die Europa ooit inspireerden hun aantrekkingskracht te hebben verloren, om vervangen te worden door bureaucratische formaliteiten van haar instellingen.