H. Paus Johannes Paulus II - 16 oktober 1979
Ik snijd nu een tweede kwestie aan. Zoals ik tot de leden van de Bijbelcommissie gezegd heb: “De term 'acculturatie' of 'inculturatie' is weliswaar een neologisme maar toch een uitstekende uitdrukking voor een van de elementen van het grote mysterie van de menswording.” H. Paus Johannes Paulus II, Toespraak, Tot de leden van de Pauselijke Bijbelcommissie, Bijbelwetenschap en kerkelijk leergezag (26 apr 1979). AAS 71 (1979), blz. 607 Wij kunnen in volle ernst eerst zeggen dat de catechese, net als de evangelisatie in het algemeen, tot doel heeft de kracht van het Evangelie te laten doordringen tot in het hart van de menselijke cultuur en van de diverse verschijningsvormen van die cultuur. Om dit te bereiken moet de catechese kennis nemen van die culturen en van haar componenten, doorzien welke haar meest markante kenmerken zijn, en haar eigen woorden en rijkdommen eerbiedigen. Zo immers zal zij mensen van uiteenlopende culturen brengen tot de kennis van het verborgen mysterie Vgl. Rom. 16, 25 Vgl. Ef. 3, 5 en hen helpen om, uit de levende eigen traditie verschillende aspecten naar voren te brengen, die op een originele wijze gestalte geven aan de christelijke levenswijze, celebratie en wijze van denken. Twee zaken moet men echter in dat verband voor ogen houden. Ten eerste kan de evangelische boodschap niet zonder meer worden losgemaakt van die culturen waarin zij voor het eerst vorm kreeg. Ik bedoel: heel het Bijbels universum en meer bepaald het menselijk cultuurpatroon waarin Jezus leefde. Ook niet zonder groot verlies zal men die boodschap losmaken van de cultuurvormen waarin zij in de loop der eeuwen een bedding vond. Nooit ontspringt de boodschap als vanzelf uit een of andere cultuurbodem. Maar altijd wordt zij doorgegeven aan de hand van een apostolische dialoog, die noodzakelijkerwijze gepaard gaat met een soort dialoog van de culturen.
Ten tweede moet nadrukkelijk gezegd worden dat de kracht van het Evangelie overal omvormend werkt en een wedergeboorte tot stand brengt. Als het Evangelie een cultuur binnendringt, wie zal er dan over verwonderd zijn, dat niet weinig elementen van die cultuur worden omgevormd? Het zou geen catechese zijn, indien het evangelie zelf diende te veranderen door het contact met de culturen.
Als hier niet op gelet werd, bereikte men, zoals de H. Paulus krachtig formuleert,dat “het kruis van Christus zijn kracht zou verliezen”. Vgl. 1 Kor. 1, 17
Iets heel anders is de handelswijze die, met wijs overleg, vertrekt van religieuze en andere elementen, die behoren tot het culturele erfgoed van een of andere groep of klasse van mensen, om hen te helpen het volledige christelijke mysterie beter te begrijpen. Echte catecheten weten immers heel goed, dat de catechese zich incarneert in verscheidene vormen van menselijke cultuur of in wisselende manieren van menselijke samenleven. Het volstaat te denken aan de onderling zo verschillende volken, aan de adolescenten en jongeren van vandaag, aan de wisselende omstandigheden, waarin de mensen van onze tijd verkeren. Dergelijke catechesen dulden niet dat de catechese uitgehold wordt door van de boodschap af te stappen of haar een domper op te zetten bij middel van zogenoemde aanpassingen, ook voor wat de taal betreft, zodanig dat de “toevertrouwde schat” van het geloof Vgl. 2 Tim. 1, 14 in gevaar komt of dat in geloof en zeden al teveel wordt toegegeven. Dergelijke catechesen zijn er vast van overtuigd, dat echte catechese dergelijke culturen rijker maakt, doordat zij hen helpt overstijgen wat daarin nog onvolmaakt en zelfs onmenselijk is, en doordat zij de goede waarden die ze echt bevatten, opneemt in de volheid van Christus. Vgl. Joh. 1, 16 Vgl. Ef. 1, 10