• Database vol kerkelijke documenten
  • Geloofsverdieping
  • Volledig in het Nederlands
  • Beheerd door vrijwilligers

Zoeken in kerkelijke documenten en berichten

x

Opdat het onderzoek beter leidt tot een nauwkeuriger en sneller onderkennen van de waarheid over het feit van de inconsummatie en daarom tot bevordering van de heiligheid en onverbreekbaarheid van het huwelijk, leek het wat de instructie zelf van de zaak betreft goed de volgende verbeteringen aan te brengen in de normen die voor deze processen in de Wetboek
Codex Iuris Canonici (1917) (27 mei 1917)
Wetboek, Codex Iuris Canonici (1917) (27 mei 1917), 1960-1992 Paus Pius XI, Motu Proprio, De iudiciis pro Ecclesia Orientali, Sollicitudinem Nostram (6 jan 1950), 468-500 en in de voornoemde Congregatie voor de Sacramenten
Regulae Servandae (7 mei 1923)
van de Congregatie voor de tucht van de Sacramenten zijn vastgesteld:

  1. Als vanwege de kleine omvang van een bisdom of een eparchie en vooral vanwege een gebrek aan priesters die in het canonieke recht geverseerd zijn een proces 'super rato' moeilijk kan worden gevoerd, dan kan de bisschop - na deze crisis-situatie zorgvuldig te hebben afgewogen - de competentie voor de instructie van een proces 'super rato' overdragen aan functionarissen van het regionale of provinciale of interdiocesane of (als dit er is) interrituele tribunaal of van het tribunaal van het dichtstbijzijnde diocees of de meest nabije eparchie, die - vooral in moeilijkere gevallen - voor de vervulling van zo'n taak het meest geschikt zijn.
  1. In zaken van niet-voltooiing van het huwelijk moeten beide echtgenoten getuigen aanvoeren die een verklaring kunnen afleggen over de rechtschapenheid en vooral de waarheidslievendheid van de echtgenoten met betrekking tot de beweerde inconsummatie van het huwelijk; aan deze getuigen kan de onderzoeksrechter andere ex officio toevoegen. Wetboek, Codex Iuris Canonici (1917) (27 mei 1917), 1975 Paus Pius XI, Motu Proprio, De iudiciis pro Ecclesia Orientali, Sollicitudinem Nostram (6 jan 1950), 482 Een paar getuigen kunnen volstaan, mits hun eensluidend getuigenis het geldige bewijs en een morele zekerheid kan aandragen; dit is dán het geval, als de personen boven alle verdenking staan, krachtig met elkaar overeenstemmen en getuigen onder ede: weergevend, wanneer, hoe en wat zij van de echtgenoten of naaste verwanten over het feit van de inconsummatie van het huwelijk hebben gehoord. Wetboek, Codex Iuris Canonici (1917) (27 mei 1917), 1789 Paus Pius XI, Motu Proprio, De iudiciis pro Ecclesia Orientali, Sollicitudinem Nostram (6 jan 1950), 312 Niet mag worden vergeten, dat in deze zaken het morele argument van het hoogste belang is voor het verkrijgen van morele zekerheid over de inconsummatie van het huwelijk.
  1. Het lichamelijk onderzoek van de echtgenoten moet worden toegepast, als dit noodzakelijk is voor het verkrijgen van het juridische bewijs van het feit der inconsummatie. Maar als er overeenkomstig het Heilig Officie
    Qua singulari cura
    Decreet over huwelijksprocessen (12 juni 1942)
    van de Congregatie van het Heilig Officie van 12 juni 1942 - gelet op de morele integriteit van partijen en getuigen en serieus in aanmerking genomen hun geestesgesteldheid alsook andere hulpmiddelen en argumenten - naar het oordeel van de bisschop een volledig bewijs van de beweerde inconsummatie van het huwelijk aanwezig is, Heilig Officie, Decreet over huwelijksprocessen, Qua singulari cura (12 juni 1942). A.A.S. 34 (1942), p. 200 dan kan het onderzoek achterwege worden gelaten. Maar alles moet zorgvuldig worden overwogen alvorens dit onderzoek nutteloos wordt verklaard. Congregatie voor de Sacramenten, Regulae Servandae (7 mei 1923), 85-86 Congregatie voor de Oosterse Kerken, Quo facilius (10 juni 1925), 16 Als de vrouw het lichamelijk onderzoek echter weigert, dan moet volgens de door genoemd decreet opgestelde regel 'worden afgezien van het urgeren van dit onderzoek'. Overigens bezitten met betrekking tot dit onderzoek de patriarchale synoden en bisschoppenconferenties de bevoegdheid ruimere uitvoeringsnormen vast te stellen overeenkomstig de plaatselijke en feitelijke omstandigheden.
  1. De proces-akten moeten schriftelijk zijn vastgelegd en met behulp van griffiers ook met andere voorzorgen zijn omgeven. Wetboek, Codex Iuris Canonici (1917) (27 mei 1917), 373. § 1 Wetboek, Codex Iuris Canonici (1917) (27 mei 1917), 1585.1642 Paus Pius XII, Apostolische Constitutie, Over de Oosterse Ritus - Over de personen van de Oosterse Ritus, Cleri Sanctitati (2 juni 1957), 440. § 1 Paus Pius XI, Motu Proprio, De iudiciis pro Ecclesia Orientali, Sollicitudinem Nostram (6 jan 1950), 56.157 Maar een curie of rechtbank mag (met toestemming van de bisschop) bij inconsumrnatieprocessen - volgens de huidige gewoonte van de volkeren en overeenkomstig de technische vooruitgang - gebruik maken van een magnetofoonband, als het gebruik daarvan nuttig en ook echt geschikt is voor een snellere en accuratere opstelling van de proces-akten. Maar aan de akten kan alléén dan geloof worden gehecht, als ze, ofschoon overgeschreven van de band, voldoen aan de rechtens uitdrukkelijk vereiste voorschriften.
  1. Anders dan in zaken van nietigheid van een huwelijk, kan in processen 'super rato' vanwege hun speciale karakter niet de hulp van advocaten en procureurs worden gevorderd. Maar om aan de wensen en verlangens van sommige bisschoppen tegemoet te komen, wordt bepaald, dat er niets op tegen is, dat de partijen - hetzij zij dit zelf vragen hetzij de bisschop dit ex officio bepaalt - ook in deze zaken de hulp inroepen van adviseurs of deskundigen, vooral kerkelijke, ofwel voor het opstellen van de verzoeken om de gunst van de dispensatie ofwel bij de instructie van het proces ofwel bij het completeren van de proces-akten, teneinde het welzijn van de gelovigen des te zekerder te behartigen, mits de waarheid van de inconsummatie van het huwelijk is gewaarborgd. Paus Pius XII, Toespraak, Tot de prelaten, auditoren en overige ambtenaren en bedienden, alsook advocaten en procureurs van het tribunaal van de H. Romeinsche Rota, Morele zekerheid staat graadverschillen toe (1 okt 1942) De aanwijzing van adviseurs en deskundigen, hetzij deze ex officio dan wel op verzoek van de partij worden gekozen, komt toe aan de bisschop, nadat de verdediger van de huwelijksband is gehoord en nadat de adviseurs of deskundigen - door een speciaal decreet - vooraf vermaand zijn over het onderhouden van het beëdigd geheim, Congregatie voor de Sacramenten, Regulae Servandae (7 mei 1923), 1623. § 3| Congregatie voor de Sacramenten, Regulae Servandae (7 mei 1923), 46.93 Paus Pius XII, Apostolische Constitutie, Over seculiere instituten, Provida Mater Ecclesia (2 feb 1947), 130 Paus Pius XI, Motu Proprio, De iudiciis pro Ecclesia Orientali, Sollicitudinem Nostram (6 jan 1950), 138. § 3 Congregatie voor de Oosterse Kerken, Quo facilius (10 juni 1925), 28 opdat de gegevens van de proces-akten niet aan buitenstaanders ter ore komen.
  1. Bij het opstellen van hun votum 'pro rei veritate' moeten de bisschoppen de aard en de kwaliteiten van de reden (tot dispensatie) op een concrete en praktische wijze beoordelen, nadat namelijk de bijzondere omstandigheden of van de personen of van het feit der inconsummatie of van de wenselijkheid van de gunst in overweging zijn genomen.

Maar in processen ofwel betreffende de nietigheid van een huwelijk, waarvan de akten naar de Congregatie moeten worden gestuurd met het oog op de gunst van een dispensatie (vgl. n. I, e), ofwel betreffende de inconsummatie, die moeten worden geïnstrueerd met overdracht van de competentie (vgl. n. II, a), doet de aartsbisschop of metropoliet van de zetel van de regionale of provinciale of interdiocesane of interrituele rechtbank of de bisschop van het dichtstbijzijnde diocees of van de dichtstbijzijnde eparchie er goed aan, alvorens hij zijn votum opstelt, met de bisschop van de verzoekende partij, aan wie de omstandigheden van zijn diocees of eparchie bekend zijn, overleg te plegen, op zijn minst over de afwezigheid van ergernis die eventueel naar aanleiding van de gunst van de pauselijke dispensatie zou kunnen ontstaan. Maar als de bisschop van oordeel is, dit de ergernis ongegrond is of kunstmatig in het leven wordt geroepen of al is ontstaan, dan moet hij deze met pastorale zorg en op geschikte manieren proberen tegen te houden of te onderdrukken.

  1. Alle procesakten, namelijk zowel de akten die de zaak zelf betreffen alsook de akten die op de procesvorm betrekking hebben, Wetboek, Codex Iuris Canonici (1917) (27 mei 1917), 1642 Paus Pius XI, Motu Proprio, De iudiciis pro Ecclesia Orientali, Sollicitudinem Nostram (6 jan 1950), 157 en andere documenten kunnen, behalve in het Latijn, ook in de wijd en zijd bekende talen worden opgesteld. De verklaring van de procesakten en documenten die in een minder bekende taal zijn opgesteld in voornoemde talen is toegestaan.

Deze procesakten en documenten moeten in drievoud, ook in fotokopie, en gewaarmerkt worden opgestuurd naar de congregatie Congregatie voor de Sacramenten, Regulae Servandae (7 mei 1923), 101. § 1 Congregatie voor de Oosterse Kerken, Quo facilius (10 juni 1925), 28 de geschreven tekst (die namelijk algemeen 'manuscript' wordt genoemd) moet in het archief van de curie of van de rechtbank worden bewaard, en, onder de nodige voorzorgen, alléén dan worden opgestuurd, als dit uitdrukkelijk door de congregatie is gevraagd." Paus Pius XII, Apostolische Constitutie, Over seculiere instituten, Provida Mater Ecclesia (2 feb 1947), 105. § 3

Omdat dit van zeer veel waarde is voor een zorgvuldigere en snellere beslissing van de zaak, is het te wensen, dat de exemplaren van alle procesakten en documenten worden getypt en de afzonderlijke pagina's, genummerd en tot fascikels samengevoegd, worden voorzien van het getuigenis van de secretaris of griffier, dat ze getrouw en volledig zijn overgeschreven en authentiek zijn. Wetboek, Codex Iuris Canonici (1917) (27 mei 1917), 1643. § 1 Wetboek, Codex Iuris Canonici (1917) (27 mei 1917), 1644. § 1 Congregatie voor de Sacramenten, Regulae Servandae (7 mei 1923), 30 Paus Pius XI, Motu Proprio, De iudiciis pro Ecclesia Orientali, Sollicitudinem Nostram (6 jan 1950), 158. § 1 Paus Pius XI, Motu Proprio, De iudiciis pro Ecclesia Orientali, Sollicitudinem Nostram (6 jan 1950), 159. § 1 Congregatie voor de Oosterse Kerken, Quo facilius (10 juni 1925), 23

Document

Naam: DISPENSATIONIS MATRIMONII
Instructie over enkele verbeteringen in de normen die bij een proces over een niet-voltooid huwelijk in acht genomen moeten worden
Soort: Congregatie voor de Sacramenten
Auteur: A. Kard. Samoré
Datum: 7 maart 1972
Copyrights: © 1972, Archief van de Kerken jrg 27 n 32 p 714-722
Alineaverdeling en -nummering: redactie
notenapparaat wordt aangevuld
Bewerkt: 6 oktober 2021

Referenties naar dit document

 
Geen documenten gevonden!
 
Geen dossiers gevonden!
 
Geen berichten gevonden!

Opties

Internetadres
Print deze pagina
Dit document bestellen
Startpagina van dit document
Inhoudsopgave van dit document
Referenties naar dit document
Referenties vanuit dit document
RK Documenten wordt mogelijk gemaakt door donaties van gebruikers.
© 1999 - 2024, Stg. InterKerk, Schiedam, test