4 december 1963
SACROSANCTUM CONCILIUM Over de heilige liturgie |
|||
► | De gewijde muziek |
De muzikale traditie van de universele Kerk vormt een schat van onvergelijkelijke waarde, die uitmunt boven de andere uitingen van kunst, vooral omdat ze als gewijde zang, nauw verbonden met de woorden, een noodzakelijk of integrerend N.v.d.r.: tekstueel zou een betere vertaling, dan degene die hier weergegeven is (in lijn met de officiële vertaling), zijn "noodzakelijk oftewel integraal", waar op de Vaticaanse website o.a. staat in de Italiaanse versie "necessario ed integrante", de Duitse "einen notwendigen und integrierenden", en de Engelse "necessary and integral" deel uitmaakt van de plechtige liturgie.
Inderdaad, de gewijde zang is hoog geprezen zowel door de heilige Schrift Vgl. Ef. 5, 19 Vgl. Kol. 3, 16 als door de heilige Vaders en door de pausen, die in de laatste tijd, op het voorbeeld van de heilige Pius X, de dienende taak van de gewijde muziek in de goddelijke eredienst nauwkeuriger in het licht hebben gesteld.
Daarom zal de gewijde muziek des te heiliger zijn naarmate ze nauwer met de liturgische handeling is verbonden hetzij door aan het gebed een aangenamer uitdrukking te geven of de eensgezindheid in het bidden te bevorderen, hetzij door de heilige riten met grotere plechtigheid te omgeven. De Kerk keurt alle vormen van echte kunst, die aan de vereiste voorwaarden voldoen, goed en aanvaardt ze voor de goddelijke eredienst.
Derhalve heeft het heilig Concilie, trouw aan de normen en voorschriften van de kerkelijke traditie en praktijk en lettend op het doel van de gewijde muziek, nl. de verheerlijking van God en de heiliging van de gelovigen, het volgende bepaald.
Met betrekking tot de te gebruiken taal onderhoude men de voorschriften van artikel 36; voor de Mis die van artikel 54; voor de Sacramenten die van artikel 63; voor het goddelijk officie die van artikel 101.
Ook wordt, waar het mogelijk is, de oprichting aanbevolen van hogere instituten voor gewijde muziek.
De musici en de zangers, vooral de jongens, moeten ook een echt liturgische vorming krijgen.
Andere soorten van gewijde muziek, vooral de polyfonie, worden bij de viering van de heilige diensten volstrekt niet uitgesloten, mits ze beantwoorden aan de geest van de liturgische handeling, overeenkomstig artikel 30.
Ook verdient het aanbeveling om een uitgave te maken van meer eenvoudige melodieƫn ten behoeve van kleinere kerken.
Daarom moet men bij het muzikaal onderricht aan de missionarissen er alle zorg aan besteden, dat zij de nodige bekwaamheid opdoen om, voor zover mogelijk, de traditionele muziek van die volken zowel op de scholen als bij de heilige handelingen tot ontwikkeling te brengen.
Andere muziekinstrumenten mag men overeenkomstig het oordeel en met toestemming van het bevoegd territoriaal gezag, volgens de artikelen 22 nr. 2, 37 en 40, bij de goddelijke eredienst toestaan, voor zover ze geschikt zijn voor liturgische gebruik of daarvoor geschikt kunnen worden gemaakt, voor zover zij passen bij de waardigheid van de kerk en werkelijk bijdragen tot stichting van de gelovigen.
Zij moeten melodieën componeren, die de geest ademen van echte gewijde muziek, en die niet alleen door grotere koren kunnen worden gezongen, maar ook berekend zijn voor kleinere koren, en de actieve deelname van heel de gemeenschap van de gelovigen verhogen.
De teksten die voor de kerkzang bestemd zijn, moeten overeenstemmen met de katholieke leer; bij voorkeur dienen ze aan de Heilige Schrift en de liturgische bronnen te worden ontleend.