Daarom moeten bij de vernieuwing van het officie volgende normen in acht genomen worden:
De lauden, als zijnde het morgengebed, en de vespers, als zijnde het avondgebed, zijn volgens de eerbiedwaardige overlevering van de gehele Kerk de twee kernpunten van het dagelijks officie en moeten daarom als de voornaamste Uren beschouwd en ook als zodanig gevierd worden.
De completen moeten zó worden opgesteld, dat ze goed passen bij het einde van de dag.
Ofschoon de metten in het koor het karakter van een nachtelijke lofzang behouden, moeten ze zó worden aangepast, dat ze op ieder uur van de dag gebeden kunnen worden en dat ze worden opgebouwd uit minder psalmen en langere lezingen.
De prime komt te vervallen.
In het koor moeten de Kleine Uren van terts, sext en noon behouden blijven. Buiten het koor kan men er van de drie één uitkiezen, die het beste aansluit bij de tijd van de dag.