4 december 1963
Het bevoegde territoriaal kerkelijk gezag, waarover in artikel 22 nr. 2, stelle een liturgische commissie in, die wordt bijgestaan door vakmensen in de liturgische wetenschap, de muziek, de gewijde kunst en de pastoraal. Deze commissie zal zo mogelijk ter zijde worden gestaan door een instituut voor pastorale liturgie, bestaande uit leden, ook leken als dit kan, die in deze materie deskundig zijn. De commissie zelf zal tot taak hebben om, onder leiding van het bovengenoemde territoriaal kerkelijk gezag, zowel de pastorale liturgische activiteit in haar gebied te leiden, als de studies en de noodzakelijke experimenten te bevorderen met betrekking tot de aanpassingen, die aan de Apostolische Stoel moeten worden voorgelegd.
Met ijver moeten de ordinarii er over waken, dat gewijde benodigdheden of kostbare stukken, als zijnde sieraden van Gods huis, niet worden vervreemd of verloren gaan.