De regeling van de heilige liturgie berust uitsluitend bij het kerkelijk gezag, d.i. bij de Apostolische Stoel en, volgens de normen van het recht, bij de Bisschop;
Krachtens de door het recht verleende macht komt de leiding op het gebied van de liturgie, binnen vastgestelde grenzen, ook toe aan de bevoegde territoriale bisschoppenconferenties van verschillende aard, die wettig zijn opgericht;
Daarom mag volstrekt niemand anders, ook niet een priester, eigenmachtig op liturgisch gebied iets toevoegen, weglaten of veranderen.