SACROSANCTUM CONCILIUMOver de heilige liturgie
(Soort document: 2e Vaticaans Concilie - Constitutie)
4 december 1963
Het tweevoudige karakter van de vastentijd, die, vooral door de herdenking van of de voorbereiding op het doopsel en door de boetedoening de gelovigen, in een ijveriger aanhoren van Gods woord en in een intensere toeleg op het gebed, voorbereidt op de viering van het paasmysterie, met zowel in de liturgie als in de liturgische catechese duidelijker belicht worden. Daarom:
- moeten de doopelementen, die eigen zijn aan de vastenliturgie, in ruimere mate benut worden; sommige elementen uit de vroegere traditie moeten, voor zover dit kan, worden hersteld;
- ditzelfde geldt ook voor de elementen, die betrekking hebben op de boete.
In de catechese echter moet men de gelovigen met nadruk wijzen niet alleen op de sociale gevolgen van de zonde, maar ook op het eigen karakter van de boete, die de zonde verfoeit als een belediging van God; ook mag men niet nalaten, te wijzen op het aandeel van de Kerk in de boetedoening, en men moet aandringen op het gebed voor de zondaars.