Francis Kardinaal Arinze - 25 maart 2004
"De verschillende kleuren van de heilige gewaden hebben tot doel enerzijds het eigene van de te vieren geloofsmysteries, anderzijds de betekenis van het christelijke leven, dat zich ontwikkelt in de loop van het liturgisch jaar, ook naar buiten doeltreffender tot uitdrukking te brengen." Congregatie voor de Eredienst en de Sacramenten, Algemeen Statuut van het Romeins Missaal - Editio typica tertio 2002 / emendata 2008, Institutio Generalis Missalis Romani (18 mrt 2002), 345 Echter, de verscheidenheid "van taken in de viering van de heilige liturgie wordt naar buiten gemanifesteerd door de verscheidenheid van de liturgische gewaden. Deze liturgische gewaden behoren ook bij te dragen aan de luister van de heilige handeling." Vgl. Congregatie voor de Eredienst en de Sacramenten, Algemeen Statuut van het Romeins Missaal - Editio typica tertio 2002 / emendata 2008, Institutio Generalis Missalis Romani (18 mrt 2002), 335
"De albe dient rond het middel met een singel bijeengehouden te worden, tenzij zij van zo'n snit is dat zij ook zonder singel goed om het lichaam valt. Alvorens de albe aan te doen moet men een amict omdoen, indien de albe de gewone kleding rond de hals niet bedekt." Vgl. Congregatie voor de Eredienst en de Sacramenten, Algemeen Statuut van het Romeins Missaal - Editio typica tertio 2002 / emendata 2008, Institutio Generalis Missalis Romani (18 mrt 2002), 336
"Voor de mis of andere heilige handelingen die direct verbonden worden met de mis, is het kazuifel het eigen gewaad van de celebrerende priester, tenzij iets anders voorgeschreven is; het kazuifel moet over de albe en de stool gedragen worden." Vgl. Congregatie voor de Eredienst en de Sacramenten, Algemeen Statuut van het Romeins Missaal - Editio typica tertio 2002 / emendata 2008, Institutio Generalis Missalis Romani (18 mrt 2002), 337 Eveneens dient de priester die het kazuifel volgens de rubrieken aantrekt, niet na te laten de stool aan te doen. Alle ordinarii dienen erop toe te zien dat ieder tegengesteld gebruik wordt uitgeroeid.
In het Romeins Missaal wordt de mogelijkheid gegeven dat de priesters die de Mis concelebreren - met uitzondering van de hoofdcelebrant, die altijd een kazuifel dient aan te trekken van de voorgeschreven kleur - om een gerechtvaardigde reden (bijvoorbeeld vanwege het vrij grote aantal concelebranten en vanwege gebrek aan paramenten) "het kazuifel weglaten en een stool over de albe dragen". Vgl. Congregatie voor de Eredienst en de Sacramenten, Algemeen Statuut van het Romeins Missaal - Editio typica tertio 2002 / emendata 2008, Institutio Generalis Missalis Romani (18 mrt 2002), 209 Waar men een dergelijk gebrek van tevoren ziet aankomen, dient men zoveel mogelijk hierin te voorzien. De concelebranten - behalve de hoofdcelebrant - kunnen vanwege de noodzaak een wit kazuifel aantrekken. Voor het overige dienen de normen van de liturgische boeken in acht te worden genomen.
Het eigen gewaad van de diaken is de dalmatiek, die over de albe en stool gedragen moet worden. Om een mooie traditie van de Kerk te handhaven is het prijzenswaardig geen gebruik te maken van de mogelijkheid de dalmatiek uit te laten. Vgl. Congregatie voor de Eredienst en de Sacramenten, Algemeen Statuut van het Romeins Missaal - Editio typica tertio 2002 / emendata 2008, Institutio Generalis Missalis Romani (18 mrt 2002), 338
Afkeurenswaardig is het misbruik dat gewijde bedienaren de heilige Mis, ook wanneer er slechts één bedienaar aan deelneemt, in strijd met de voorschriften van de liturgische boeken zonder heilige gewaden vieren of alleen maar een stool gebruiken over een monastieke kovel of het gemeenschappelijk habijt van kloosterlingen of over de gewone kleding. Vgl. Congregatie voor de Goddelijke Eredienst, Derde instructie voor de juiste toepassing van de Constitutie over de Liturgie, Liturgicae instaurationes (15 sept 1970), 8. c De ordinarii dienen ervoor te zorgen dat dergelijke misbruiken zo spoedig mogelijk worden gecorrigeerd en dat in alle kerken en kapellen die onder hun jurisdictie vallen, een passende hoeveelheid liturgische gewaden aanwezig is die naar de normen zijn vervaardigd.
In de liturgische boeken wordt het bijzondere verlof gegeven om op plechtigere dagen feestelijke of rijker versierde heilige gewaden te nemen, ook al hebben die niet de kleur van de dag. Vgl. Congregatie voor de Eredienst en de Sacramenten, Algemeen Statuut van het Romeins Missaal - Editio typica tertio 2002 / emendata 2008, Institutio Generalis Missalis Romani (18 mrt 2002), 346. g Dit verlof is er in het bijzonder op gericht om gewaden die vele jaren geleden zijn vervaardigd, te bewaren vanwege het erfgoed van de Kerk, maar wordt op oneigenlijke wijze uitgebreid tot vernieuwingen, zodat met verlies van overgeleverde gebruiken vormen en kleuren worden gebruikt naar de voorkeur van individuen en zodat de betekenis van deze norm verloren gaat ten nadele van de traditie. Bij gelegenheid van een feestdag kunnen heilige gewaden met een gouden of zilveren kleur eventueel de gewaden met verschillende kleuren vervangen, niet echter die welke paars of zwart zijn.
De heilige Mis en andere liturgische vieringen die een handelen zijn van Christus en het hiërarchisch opgebouwde volk van God, dienen zo geordend te zijn dat de gewijde bedienaren en de lekengelovigen daaraan deelnemen - ieder duidelijk naar zijn staat. Het verdient derhalve de voorkeur dat "priesters die bij een Eucharistieviering aanwezig zijn, de taak die aan hun wijding eigen is, op de gebruikelijke wijze uitoefenen - tenzij zij om een gerechtvaardigde reden verontschuldigd zijn - en daarom als concelebranten deelnemen, gekleed in de liturgische gewaden. Anders dragen zij het eigen koorgewaad of een superplie over de toog." Congregatie voor de Eredienst en de Sacramenten, Algemeen Statuut van het Romeins Missaal - Editio typica tertio 2002 / emendata 2008, Institutio Generalis Missalis Romani (18 mrt 2002), 114 Vgl. Congregatie voor de Eredienst en de Sacramenten, Algemeen Statuut van het Romeins Missaal - Editio typica tertio 2002 / emendata 2008, Institutio Generalis Missalis Romani (18 mrt 2002), 16-17 Met uitzondering van de gevallen waarin er een redelijke grond voor is, past het niet dat zij qua uiterlijk als lekengelovigen aan de Mis deelnemen.