Francis Kardinaal Arinze - 25 maart 2004
"De leiding van de heilige liturgie komt alleen toe aan het gezag van de Kerk; zij berust namelijk bij de Apostolische Stoel en, volgens het recht, bij de diocesane bisschop." Vgl. H. Paus Johannes Paulus II, Encycliek, De Kerk leeft van de Eucharistie, Ecclesia de Eucharistia (17 apr 2003), 52 Vgl. Wetboek, Codex van het Canonieke recht, Codex Iuris Canonici (25 jan 1983), 838. § 1
De Paus, "als Plaatsbekleder van Christus en Herder van de gehele Kerk hier op aarde ... bezit krachtens zijn ambt de hoogste, volledige, onmiddellijke en universele gewone macht in de Kerk die hij altijd vrij kan uitoefenen", Wetboek, Codex van het Canonieke recht, Codex Iuris Canonici (25 jan 1983), 331 Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk, Lumen Gentium (21 nov 1964), 22 ook in het contact met de herders en de leden van hun kudde.
Het komt de Apostolische Stoel toe de heilige liturgie van de gehele Kerk te ordenen, liturgische boeken uit te geven en de vertaling ervan in de volkstalen te beoordelen, alsook erover te waken dat de liturgische bepalingen en vooral die waardoor de viering van het hoogheilig misoffer wordt geregeld, overal trouw in acht genomen worden. Vgl. Wetboek, Codex van het Canonieke recht, Codex Iuris Canonici (25 jan 1983), 838. § 2
De Congregatie voor de Goddelijke Eredienst en de Discipline van de Sacramenten "behandelt, behoudens de bevoegdheid van de Congregatie voor de Geloofsleer, bij de Apostolische Stoel hetgeen de regeling en het bevorderen van de heilige liturgie, op de eerste plaats de sacramenten, betreft. Zij koestert en beschermt de regeling van de sacramenten, vooral wat de geldigheid en de geoorloofde viering ervan betreft." Tenslotte "waakt zij er oplettend voor dat de liturgische verordeningen nauwkeurig worden onderhouden, misbruiken worden voorkomen en deze, waar zij worden gevonden, worden uitgeroeid". Vgl. H. Paus Johannes Paulus II, Apostolische Constitutie, Over de hervorming van de Romeinse Curie, Pastor Bonus (28 juni 1988), 62.63.66 Hierbij wordt overeenkomstig de traditie van heel de Kerk in het bijzonder zorg besteed aan de viering van de heilige mis en aan de eredienst die ook buiten de mis aan de allerheiligste Eucharistie wordt bewezen.
De Christengelovigen hebben het recht dat het kerkelijk gezag volledig en afdoende de heilige liturgie regelt, opdat de liturgie nooit wordt gezien als "het privé-eigendom van de een of ander, van de celebrant zelf of van de gemeenschap waar de mysteries worden gevierd". H. Paus Johannes Paulus II, Encycliek, De Kerk leeft van de Eucharistie, Ecclesia de Eucharistia (17 apr 2003), 52