Francis Kardinaal Arinze - 25 maart 2004
Het Sacrament van de verlossing (Redemptionis sacramentum) Vgl. H. Paus Paulus VI, Apostolische Constitutie, ex Decr. Sacr. Oec. Conc. Vat. II instauratum, auctoritate Pauli PP. VI promulgatum, ed. typica, Missale Romanum (3 apr 1969). Missa votiva de Dei misericordia, oratio super oblata, p. 1159 wordt door onze Moeder de Kerk erkend met onwrikbaar geloof in de allerheiligste Eucharistie, met vreugde ontvangen, gevierd en vereerd in aanbidding, terwijl zij de dood van Christus Jezus verkondigt en zijn verrijzenis belijdt, totdat Hij komt in heerlijkheid Vgl. 1 Kor. 11, 26 Vgl. H. Paus Paulus VI, Apostolische Constitutie, ex Decr. Sacr. Oec. Conc. Vat. II instauratum, auctoritate Pauli PP. VI promulgatum, ed. typica, Missale Romanum (3 apr 1969). Prex Eucharistica, acclamatio post consecrationem, p. 576 Vgl. H. Paus Johannes Paulus II, Encycliek, De Kerk leeft van de Eucharistie, Ecclesia de Eucharistia (17 apr 2003), 5.11.14.18 om als onoverwonnen Heer en Heerser, Priester in eeuwigheid, Koning van heel de schepping, een koninkrijk van waarheid en leven over te dragen aan de onmetelijke majesteit van de Almachtige Vader. Vgl. Jes. 10, 33 Vgl. Jes. 51, 22 Vgl. H. Paus Paulus VI, Apostolische Constitutie, ex Decr. Sacr. Oec. Conc. Vat. II instauratum, auctoritate Pauli PP. VI promulgatum, ed. typica, Missale Romanum (3 apr 1969). In sollemnitate Domini nostri Iesu Christi, universorum Regis, Praefatio, p. 499
De leer van de Kerk over de allerheiligste Eucharistie, waarin het gehele geestelijk goed van de Kerk is vervat, namelijk Christus zelf, ons paaslam Vgl. 1 Kor. 5, 7
Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Decreet, Over het leven en dienst van de priester, Presbyterorum Ordinis (7 dec 1965), 5 Vgl. H. Paus Johannes Paulus II, Postsynodale Apostolische Exhortatie, Jezus Christus, levend in Zijn Kerk, bron van hoop voor Europa, Ecclesia in Europa (28 juni 2003), 75, en die bron en hoogtepunt is van het gehele christelijke leven Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk, Lumen Gentium (21 nov 1964), 11 en ten grondslag ligt aan de oorsprong zelf van de Kerk Vgl. H. Paus Johannes Paulus II, Encycliek, De Kerk leeft van de Eucharistie, Ecclesia de Eucharistia (17 apr 2003), 21, is in de loop der eeuwen met grote zorgvuldigheid en op gezagvolle wijze uiteengezet in de documenten van Concilies en Pausen. Onlangs nog heeft paus Johannes Paulus II in de Encycliek H. Paus Johannes Paulus II - Encycliek
Ecclesia de Eucharistia
De Kerk leeft van de Eucharistie
(17 april 2003) opnieuw enkele elementen van groot belang in dezen uiteengezet met het oog op de kerkelijke omstandigheden in onze tijd.
Opdat de Kerk vooral in het vieren van de heilige liturgie ook heden ten dage een zo groot mysterie naar behoren beschermt, heeft de paus deze Congregatie voor de Goddelijke Eredienst en de Discipline van de Sacramenten Vgl. H. Paus Johannes Paulus II, Encycliek, De Kerk leeft van de Eucharistie, Ecclesia de Eucharistia (17 apr 2003), 52 opgedragen in overleg met de Congregatie voor de Geloofsleer deze instructie voor te bereiden, waarin enkele zaken betreffende de discipline over het sacrament van de Eucharistie aan de orde dienden te komen. Derhalve moet hetgeen in deze instructie aan bod komt, worden gelezen in het verlengde van de voornoemde Encycliek H. Paus Johannes Paulus II - Encycliek
Ecclesia de Eucharistia
De Kerk leeft van de Eucharistie
(17 april 2003).
Het is geenszins de bedoeling hier een samenvatting te geven van de normen inzake de allerheiligste Eucharistie, maar veeleer in deze instructie enkele elementen ter sprake te brengen die reeds eerder uiteengezet of vastgelegd zijn en die ook nu nog als geldend worden beschouwd, om de hoge achting voor de normen betreffende de liturgie te versterken Vgl. H. Paus Johannes Paulus II, Encycliek, De Kerk leeft van de Eucharistie, Ecclesia de Eucharistia (17 apr 2003), 52, enkele zaken te bepalen ter nadere toelichting en aanvulling en voor bisschoppen, als ook priesters, diakens en alle christengelovigen uiteen te zetten, opdat ieder dit alles in praktijk brengt naar eigen taak en kunnen.
De normen die in onderhavige instructie zijn vervat, dienen beschouwd te worden als van toepassing zijnde op de liturgie in de Romeinse ritus en mutatis mutandis in de overige ritussen van de Latijnse Kerk, die als zodanig rechtens zijn erkend.
"Het is aan geen twijfel onderhevig dat de liturgische hervorming van het Concilie op zeer nuttige wijze heeft bijgedragen tot een bewustere, actievere en vruchtbaardere deelname van de gelovigen aan het heilig altaaroffer." H. Paus Johannes Paulus II, Encycliek, De Kerk leeft van de Eucharistie, Ecclesia de Eucharistia (17 apr 2003), 10 Echter, "het ontbreekt niet aan schaduwzijden" H. Paus Johannes Paulus II, Encycliek, De Kerk leeft van de Eucharistie, Ecclesia de Eucharistia (17 apr 2003), 10 Vgl. H. Paus Johannes Paulus II, Apostolische Brief, 25e Verjaardag van de promulgatie van het Conciliedocument Sacrosanctum Concilium over de heilige liturgie, Vicesimus Quintus Annus (4 dec 1988), 12-13 Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de heilige liturgie, Sacrosanctum Concilium (4 dec 1963), 48. Zo kunnen bepaalde, zelfs zeer zware misbruiken tegen de natuur van de liturgie en de sacramenten niet worden verzwegen, alsook tegen de traditie en het gezag van de Kerk die in onze tijd niet zelden in deze of gene kerkelijke omgeving de liturgische vieringen teisteren. Op sommige plaatsen is het misbruik in de liturgie als het ware gewoonte geworden en het is duidelijk dat dit niet kan worden toegestaan en dient op te houden.
De naleving van de door het gezag van de Kerk uitgevaardigde normen vraagt om een overeenstemming in geest en woord, in uiterlijk handelen en toewijding van hart. Een louter uiterlijke naleving van de normen zou, zoals duidelijk is, tegengesteld zijn aan het wezen van de heilige liturgie, waarin Christus de Heer zijn Kerk bijeen wil brengen om met Hem "één lichaam en één geest" H. Paus Paulus VI, Apostolische Constitutie, ex Decr. Sacr. Oec. Conc. Vat. II instauratum, auctoritate Pauli PP. VI promulgatum, ed. typica, Missale Romanum (3 apr 1969). Prex Eucharistica III, p. 588 Vgl. 1 Kor. 12, 12-13 Vgl. Ef. 4, 4 te worden. Daarom dient het uiterlijke handelen verlicht te worden door geloof en liefde, die ons met Christus en onderling verenigen en de liefde voor armen en eenzamen voortbrengen. Liturgische woorden en riten zijn een getrouwe, in de loop der eeuwen gerijpte uitdrukking van het verstaan van Christus en zij leren ons te voelen, zoals Hij voelt Vgl. Fil. 2, 5 ; wanneer wij onze geest gelijkvormig maken aan die woorden, dan verheffen wij ons hart tot de Heer. Wat in deze instructie wordt gezegd, wil ons brengen tot deze gelijkvormigheid van onze gezindheid met de gezindheid van Christus die tot uitdrukking komt in de woorden en de riten van de liturgie.
Deze misbruiken immers "dragen ertoe bij het juiste geloof en de katholieke leer over dit wonderbare sacrament te verduisteren" H. Paus Johannes Paulus II, Encycliek, De Kerk leeft van de Eucharistie, Ecclesia de Eucharistia (17 apr 2003), 10. Zo wordt ook verhinderd "dat de gelovigen de ervaring van de twee leerlingen van Emmaüs op de een of de andere wijze opnieuw beleven" kunnen: "En hun ogen gingen open en zij herkenden Hem." H. Paus Johannes Paulus II, Encycliek, De Kerk leeft van de Eucharistie, Ecclesia de Eucharistia (17 apr 2003), 6 Vgl. Lc. 24, 31 Immers, ten overstaan van de macht van God en zijn godheid en de glans van zijn goedheid Vgl. Rom. 1, 20 , die vooral in het Sacrament van de Eucharistie zichtbaar is, past het dat alle gelovigen die gezindheid hebben en in praktijk brengen die zij door het heilzaam lijden van zijn eniggeboren Zoon hebben gekregen, namelijk om Gods majesteit te belijden. Vgl. H. Paus Paulus VI, Apostolische Constitutie, ex Decr. Sacr. Oec. Conc. Vat. II instauratum, auctoritate Pauli PP. VI promulgatum, ed. typica, Missale Romanum (3 apr 1969). Praefatio I de Passione Domini, p. 528
Misbruiken wortelen niet zelden in een verkeerde opvatting over vrijheid. God heeft ons echter in Christus niet die illusoire vrijheid toegestaan om te doen wat we willen, maar de vrijheid om datgene te doen wat passend en goed is. Vgl. H. Paus Johannes Paulus II, Encycliek, Over kerkelijke moraalleer, Veritatis Splendor (6 aug 1993), 35 Vgl. H. Paus Johannes Paulus II, Homilie, Tijdens H. Mis in Camden Yards, Baltimore (8 okt 1995), 7 Dit geldt niet alleen voor de rechtstreeks van God komende geboden, maar ook voor de door de Kerk uitgevaardigde wetten, met de juiste inachtneming van de aard van iedere norm. Daarom moeten allen zich conformeren aan de verordeningen die door het wettelijke kerkelijke gezag zijn vastgesteld.
Met grote droefenis moet dan ook worden vastgesteld dat "oecumenische initiatieven, hoe goed ook bedoeld, wijd en zijd zich eucharistische gewoonten veroorloven die tegengesteld zijn aan de discipline waarmee de Kerk haar geloof tot uitdrukking brengt". Toch is de gave van de Eucharistie "te groot om dubbelzinnigheid en verschraling te kunnen verdragen". Vandaar dat het passend is een en ander te corrigeren en exacter te bepalen, opdat ook hierin "de Eucharistie in heel de glans van haar mysterie blijft stralen". H. Paus Johannes Paulus II, Encycliek, De Kerk leeft van de Eucharistie, Ecclesia de Eucharistia (17 apr 2003), 10
Misbruiken zijn tenslotte vaker gebaseerd op onwetendheid, omdat meestal datgene wordt verworpen waarvan men de diepere betekenis allerminst begrijpt en de ouderdom niet kent. Want "uit de inspiratie en de geest van de heilige Schrift zijn de smeekgebeden, de oraties en de liturgische gezangen voortgekomen; daaraan ontlenen handelingen en tekenen hun zin". 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de heilige liturgie, Sacrosanctum Concilium (4 dec 1963), 33 Wat de zichtbare tekenen betreft "waarvan de heilige liturgie zich bedient om de onzichtbare goddelijke werkelijkheden aan te duiden, deze zijn door Christus of de Kerk uitgekozen". Vgl. H. Ireneüs van Lyon, Tegen de ketters, Adversus Haereses. III, 2: SCh., 211, 24-31 Vgl. H. Augustinus, Brieven, Epistulae. 54, I: PL 33, 200: «Illa autem quae non scripta, sed tradita custodimus, quae quidem toto terrarum orbe servantur, datur intellegi vel ab ipsis Apostolis, vel plenariis conciliis, quorum est in Ecclesia saluberrima auctoritas, commendata atque statuta retineri» Vgl. H. Paus Johannes Paulus II, Encycliek, Over de blijvende geldigheid van de missie-opdracht, Redemptoris Missio (7 dec 1990), 7 Vgl. Congregatie voor de Geloofsleer, Brief aan de Bisschoppen van de Katholieke Kerk over enkele aspecten van de Kerk als Communio., Communionis notio (28 mei 1992), 7-10 Vgl. Congregatie voor de Eredienst en de Sacramenten, De Romeinse liturgie en de inculturatie
Vierde instructie voor de juiste toepassing van de Constitutie over de Liturgie van het Tweede Vaticaans Concilie (nrs. 37-40), Varietates legitimae (25 mrt 1994), 26 De structuren en de vormen van de heilige vieringen stemmen tenslotte overeenkomstig de overlevering van elke ritus afzonderlijk, hetzij in het oosten, hetzij in het westen, overeen met de universele Kerk, ook wat de gebruiken betreft die universeel door de apostolische en voortdurende traditie zijn aanvaard en die de Kerk aan de toekomstige generaties trouw en zorgvuldig dient door te geven. Dit alles wordt door liturgische normen op een wijze manier bewaakt en beschermd.
De Kerk zelf heeft geen enkele bevoegdheid inzake hetgeen door Christus is bepaald en het onveranderlijke gedeelte van de liturgie vormt. Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de heilige liturgie, Sacrosanctum Concilium (4 dec 1963), 21 Als nu de band zou worden verbroken die de sacramenten hebben met Christus zelf, die ze heeft ingesteld, en met de gebeurtenissen waardoor de Kerk is gesticht, Vgl. Paus Pius XII, Apostolische Constitutie, Over de heilige wijdingen van diaconaat, priesterschap en episcopaat, Sacramentum ordinis (30 nov 1947). AAS 40 (1948) p. 5 Vgl. Congregatie voor de Geloofsleer, Verklaring aangaande de vraag over het toelaten van vrouwen tot het ambtelijk priesterschap, Inter Insigniores (15 okt 1976), 4 Vgl. Congregatie voor de Eredienst en de Sacramenten, De Romeinse liturgie en de inculturatie
Vierde instructie voor de juiste toepassing van de Constitutie over de Liturgie van het Tweede Vaticaans Concilie (nrs. 37-40), Varietates legitimae (25 mrt 1994), 25 dan zou dit voor de gelovigen geenszins heilzaam zijn, maar hun zware schade toebrengen. De heilige liturgie is immers ten nauwste verbonden met de grondbeginselen van de leer. Vgl. Paus Pius XII, Encycliek, Over de Heilige Liturgie, Mediator Dei et hominum (20 nov 1947), 44 Daarom leidt het gebruik van niet-goedgekeurde teksten en riten ertoe dat dit noodzakelijk verband tussen "lex orandi" en "lex credendi" ofwel minder wordt of verdwijnt. Vgl. Congregatie voor de Eredienst en de Sacramenten, Over de aanbidding van het Eucharistische Mysterie, Inaestimabile donum (3 apr 1980). 3 aprilis 1980: AAS 72 (1980) p. 333
Het mysterie van de Eucharistie is er te groot voor "dat iemand het zich kan veroorloven dit naar eigen goeddunken te behandelen, zodat noch de heilige natuur, noch de universele ordening ervan in acht wordt genomen". H. Paus Johannes Paulus II, Encycliek, De Kerk leeft van de Eucharistie, Ecclesia de Eucharistia (17 apr 2003), 52 Wie daarentegen, ook al is hij priester, zo handelt toegevend aan zijn eigen voorkeuren, gaat in tegen de wezenlijke eenheid van de Romeinse ritus, die strikt dient te worden nageleefd, Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de heilige liturgie, Sacrosanctum Concilium (4 dec 1963), 4.38 Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Decreet, Over de Oosterse Kerken, Orientalium Ecclesiarum (21 nov 1964), 1.2.6 Vgl. H. Paus Paulus VI, Apostolische Constitutie, ex Decr. Sacr. Oec. Conc. Vat. II instauratum, auctoritate Pauli PP. VI promulgatum, ed. typica, Missale Romanum (3 apr 1969). AAS 61 (1969) pp. 217-222 Vgl. Congregatie voor de Eredienst en de Sacramenten, Algemeen Statuut van het Romeins Missaal - Editio typica tertio 2002 / emendata 2008, Institutio Generalis Missalis Romani (18 mrt 2002), 399 Vgl. Congregatie voor de Eredienst en de Sacramenten, Het gebruik van de volkstaal in de uitgaven van de Romeinse Liturgie
Vijfde instructie "betreffende de juiste uitvoering van de Constitutie over de Liturgie van het Tweede Vaticaans Concilie" (bij art. 36), Liturgiam Authenticam (28 mrt 2001), 4 en stelt handelingen die geenszins overeenkomen met de honger en dorst naar de levende God welke het volk van onze tijd ervaart, en dit is ook niet dienstig voor een authentieke pastorale inzet of een juiste liturgische vernieuwing, maar berooft de christengelovigen veeleer van hun erfgoed en nalatenschap. Willekeurige handelingen komen een werkelijke vernieuwing immers niet ten goede, Vgl. H. Paus Johannes Paulus II, Encycliek, De Kerk leeft van de Eucharistie, Ecclesia de Eucharistia (17 apr 2003), 72 maar schaden het ware recht van de christengelovigen op liturgisch handelen, dat de uitdrukking is van het leven van de Kerk overeenkomstig haar overlevering en discipline. Uiteindelijk tasten elementen van vervorming en onenigheid de viering van de Eucharistie zelf aan, die op een uitstekende wijze en overeenkomstig haar aard erop is gericht om de gemeenschap van het goddelijk leven en de eenheid van het volk Gods tot uitdrukking te brengen en op wonderbaarlijke wijze te bewerkstelligen. Vgl. H. Paus Johannes Paulus II, Encycliek, De Kerk leeft van de Eucharistie, Ecclesia de Eucharistia (17 apr 2003), 23 Vgl. Congregatie voor de Riten, Over de Eredienst van de Eucharistie, Eucharisticum Mysterium (25 mei 1967), 6 Hiervan zijn onzekerheid wat de leer aangaat, twijfel of aanstoot bij het volk Gods en bijna noodzakelijkerwijs felle tegenstand het gevolg en dat alles brengt in onze tijd, waarin het christelijke leven ook vanwege de wind van de 'secularisering' die er waait, dikwijls zeer moeilijk wordt, veel christenen in grote verwarring en bedroeft hen. Vgl. Congregatie voor de Eredienst en de Sacramenten, Over de aanbidding van het Eucharistische Mysterie, Inaestimabile donum (3 apr 1980). AAS 72 (1980) pp. 332-333
Anderzijds hebben alle christengelovigen recht op een echte liturgie, in het bijzonder op de viering van de heilige mis die zó dient te zijn, als de Kerk het heeft gewild en bepaald, en zoals in de liturgische boeken en andere wetten en normen wordt voorgeschreven. Eveneens heeft het katholieke volk het recht dat het heilig misoffer voor het volk volledig wordt gevierd overeenkomstig de volle leer van het leergezag van de Kerk. Uiteindelijk is het een recht van de katholieke gemeenschap dat de viering van de allerheiligste Eucharistie voor haar zo wordt gerealiseerd dat zij als het sacrament van de eenheid waarlijk zichtbaar wordt, met volledige uitsluiting van alle gebreken en houdingen die verdeeldheid of partijvorming in de Kerk zouden kunnen veroorzaken. Vgl. H. Paus Johannes Paulus II, Encycliek, De Kerk leeft van de Eucharistie, Ecclesia de Eucharistia (17 apr 2003), 52
Alle normen en aanbevelingen die in deze instructie worden uiteengezet, worden, ook al is dit op een verschillende manier, in verband gebracht met de opdracht van de Kerk die tot taak heeft te waken over een juiste en waardige viering van dit grote mysterie. Over de verschillende graad waarin de normen afzonderlijk in verband staan met de hoogste wetsnorm van het hele kerkelijke recht - dat wil zeggen de zorg voor het zieleheil - gaat het laatste hoofdstuk van deze instructie. Vgl. Wetboek, Codex van het Canonieke recht, Codex Iuris Canonici (25 jan 1983), 1752