Francis Kardinaal Arinze - 25 maart 2004
De Eucharistie dient de gelovigen ook te worden voorgehouden "als een tegengif waardoor wij van de dagelijkse schulden worden bevrijd en tegen doodzonden worden beschermd". Concilie van Trente, 13e Zitting - Decreet over het Sacrament van de Eucharistie, Sessio XIII - Decretum de SS. Eucharistia (11 okt 1551), 4 Vgl. Concilie van Trente, 22e Zitting - Over het allerheiligst Misoffer, Sessio XXII - Doctrina de sanctissimo Missae sacrificio (17 sept 1562), 3.6 Vgl. Congregatie voor de Riten, Over de Eredienst van de Eucharistie, Eucharisticum Mysterium (25 mei 1967), 35 En dit wordt in verschillende delen van de Mis belicht. Wat de boete-akt aan het begin van de Mis betreft, deze heeft ten doel allen in zo'n gesteltenis te brengen dat zij in staat zijn de heilige geheimen te vieren vgl. Missale Romanum, Ordo Missae, n. 4, p. 505; toch "mist zij de werkzaamheid van het Boetesacrament" Congregatie voor de Eredienst en de Sacramenten, Algemeen Statuut van het Romeins Missaal - Editio typica tertio 2002 / emendata 2008, Institutio Generalis Missalis Romani (18 mrt 2002), 51 en zij kan evenmin wat de kwijtschelding van zware zonden betreft, beschouwd worden als een vervanging van het Boetesacrament. De zielenherders dienen nauwgezet zorg te dragen voor de catechese, opdat de christelijke leer in deze aan de christengelovigen wordt doorgegeven.