
Francis Kardinaal Arinze - 25 maart 2004
Deze misbruiken immers "dragen ertoe bij het juiste geloof en de katholieke leer over dit wonderbare sacrament te verduisteren" H. Paus Johannes Paulus II, Encycliek, De Kerk leeft van de Eucharistie, Ecclesia de Eucharistia (17 apr 2003), 10. Zo wordt ook verhinderd "dat de gelovigen de ervaring van de twee leerlingen van Emmaüs op de een of de andere wijze opnieuw beleven" kunnen: "En hun ogen gingen open en zij herkenden Hem." H. Paus Johannes Paulus II, Encycliek, De Kerk leeft van de Eucharistie, Ecclesia de Eucharistia (17 apr 2003), 6 Vgl. Lc. 24, 31 Immers, ten overstaan van de macht van God en zijn godheid en de glans van zijn goedheid Vgl. Rom. 1, 20 , die vooral in het Sacrament van de Eucharistie zichtbaar is, past het dat alle gelovigen die gezindheid hebben en in praktijk brengen die zij door het heilzaam lijden van zijn eniggeboren Zoon hebben gekregen, namelijk om Gods majesteit te belijden. Vgl. H. Paus Paulus VI, Apostolische Constitutie, ex Decr. Sacr. Oec. Conc. Vat. II instauratum, auctoritate Pauli PP. VI promulgatum, ed. typica, Missale Romanum (3 apr 1969). Praefatio I de Passione Domini, p. 528