Francis Kardinaal Arinze - 25 maart 2004
Om de actieve deelname te bevorderen en toe te lichten koestert de recente vernieuwing van de liturgische boeken naar de geest van het Concilie de acclamaties van het volk, de antwoorden, de psalmodie, de antifonen en de kantieken alsook de handelingen of de gebaren en de lichaamshoudingen en zij zorgt ervoor dat er op de juiste tijd een gewijde stilte in acht wordt genomen, terwijl ook door rubrieken wordt voorzien in het aandeel van de gelovigen. Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de heilige liturgie, Sacrosanctum Concilium (4 dec 1963), 30-31 Bovendien wordt in ruime mate de mogelijkheid gegeven voor passende creativiteit, die als doel heeft dat iedere viering wordt aangepast aan de noden, het bevattingsvermogen, de geestelijke voorbereiding en de aanleg van de deelnemers overeenkomstig de bevoegdheden die door de liturgische normen zijn vastgesteld. Bij het kiezen van de gezangen, de melodieën, de gebeden en de bijbellezingen, bij het houden van de homilie, bij het voorbereiden van het gebed van de gelovigen, bij de monitiones (Noot van de vert.: korte inleidingen, aansporingen of aanwijzingen) die soms moeten worden uitgesproken en bij het versieren van de kerk overeenkomstig de afzonderlijke tijden is er een ruime gelegenheid om voor elke viering welke variatie dan ook in te voeren, opdat daardoor ook de rijkdom van de liturgische traditie duidelijker zichtbaar wordt en, gelet op de pastorale noden, zorgvuldig aan de viering een bijzonder kenmerk wordt gegeven zo, dat de innerlijke deelname van de deelnemers wordt bevorderd. Toch dient eraan herinnerd te worden dat de kracht van de liturgische handelingen niet gelegen is in het veelvuldig veranderen van riten, maar in het dieper doorgronden van het woord van God en van het mysterie dat wordt gevierd. Vgl. Congregatie voor de Goddelijke Eredienst, Derde instructie voor de juiste toepassing van de Constitutie over de Liturgie, Liturgicae instaurationes (15 sept 1970), 1