Francis Kardinaal Arinze - 25 maart 2004
De diakens "aan wie de handen worden opgelegd niet voor het priesterschap, maar voor het dienstbetoon", 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk, Lumen Gentium (21 nov 1964), 29 Vgl. Marius Victorinus, Constitutiones Ecclesiae Aegypticae. III, 2: ed. F.X. Funk Vgl. Apostolische Vader, Didascalia Apostolorum. II, 103 Vgl. Concilie van Galliae, Statuta Ecclesiae Antiqua. 37-41: ed. D. Mansi 3, 954 mannen van goede faam Vgl. Hand. 6, 3 , moeten met Gods hulp zó handelen, dat zij waarlijk worden gekend als leerlingen van Hem Vgl. Joh. 13, 35 "die niet is gekomen om gediend te worden, maar om te dienen" Vgl. Mt. 20, 28 en die te midden van zijn leerlingen was "als iemand die dient" (Lc. 22, 27). En door de handoplegging gesterkt met de gave van de heilige Geest staan zij in dienst van het volk van God in gemeenschap met de bisschop en zijn presbyterium. H. Paus Johannes Paulus II, Apostolische Constitutie, Caeremoniale Episcoporum ex decreto sacrosancti Oecumenici Concilii Vaticani II instauratum (14 sept 1984), 9.23 Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk, Lumen Gentium (21 nov 1964), 29 Laten zij derhalve de bisschop als vader hebben en hem en de priesters hulp verlenen "in de bediening van het woord, van het altaar en van de werken van de naastenliefde". Congregatie voor de Riten, Cæremoniale Episcoporum (17 aug 1886). De Ordinatione Episcopi, presbyterorum et diaconorum, editio typica altera, cap. III, De Ordin. diaconorum, Nr. 199