Francis Kardinaal Arinze - 25 maart 2004
Immers, de Kerk manifesteert zich vooral telkens wanneer de plechtigheden van de Mis en wel vooral in de kathedrale kerk worden gevierd "met de volledige en actieve deelname van het gehele heilige volk van God, ... aan het ene gebed, aan het ene altaar, met aan het hoofd de bisschop", omringd door zijn presbyterium, diakens en dienaren. Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de heilige liturgie, Sacrosanctum Concilium (4 dec 1963), 41 Vgl. H. Ignatius van Antiochië, Brief aan de Magnesiërs, Epistula ad Magnesios. 7; ed. F.X. Funk, I, pp. 236 Vgl. H. Ignatius van Antiochië, Brief aan de Christenen van Philadelphia, Epistula ad Philadelfiesi. 4; ed. F.X. Funk, I, pp. 266 Vgl. H. Ignatius van Antiochië, Brief aan de Christenen van Smyrna, Epistula ad Smyrnaeos. 8; ed. F.X. Funk, I, pp. 281 Vgl. Congregatie voor de Eredienst en de Sacramenten, Algemeen Statuut van het Romeins Missaal - Editio typica tertio 2002 / emendata 2008, Institutio Generalis Missalis Romani (18 mrt 2002), 22 Vgl. Wetboek, Codex van het Canonieke recht, Codex Iuris Canonici (25 jan 1983), 389 Bovendien wordt elke "wettige viering van de Eucharistie geleid door de bisschop aan wie de taak is toevertrouwd de eredienst van de christelijke godsdienst aan de goddelijke Majesteit aan te bieden en deze te regelen volgens de geboden van de Heer en de wetten van de Kerk, die hij voor zijn bisdom naar zijn bijzonder oordeel nader heeft bepaald". 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk, Lumen Gentium (21 nov 1964), 26