João Kard. Bráz de Aviz - 4 oktober 2015
Er is niets groter dan de toewijding door het Doopsel. "Het Doopsel doet ons geboren worden tot het leven als kinderen van God; het verenigt ons met Jezus-Christus en zijn Lichaam dat de Kerk is; het dient ons de zalving toe in de Heilige Geest door van ons geestelijke tempels te maken". H. Paus Johannes Paulus II, Postsynodale Apostolische Exhortatie, Over de roeping en de zending van de leken in de Kerk, Christifideles laici (30 dec 1988), 10 Geheel het christelijk bestaan moet een processus van deelname zijn aan het plan van gemeenschap, betekent door het doopsel; de Christen aanvaardt zijn Doopselverbintenissen volgens de roeping die hij heeft ontvangen van God.
De voorgaande bewoordingen lopen het risico niet te worden begrepen indien we ze lezen in de marge van het verhaal van de grote geschiedenis van het heil in hetwelk ze tot leven komen en in hetwelk, dankzij het Doopsel, de Christen de hem eigen en onvervangbare plaats vindt. Deze geschiedenis verhaalt hoe de Drievuldigheid haar eigen gemeenschap doorgeeft in de zending van het heil van mensheid, hoe zij tracht het verbond tot stand te brengen op verschillende manieren en zich er voor inzet tot het uiterste door de menswording van de Zoon. Deze geschiedenis van het heil gaat door dankzij de Geest die de Kerk verzamelt en opbouwt met zijn gaven om door haar de mensheid verder te redden.
Wij hebben deel aan dit lange verhaal want "God roept elkeen in Christus bij zijn unieke en onvervangbare naam". H. Paus Johannes Paulus II, Postsynodale Apostolische Exhortatie, Over de roeping en de zending van de leken in de Kerk, Christifideles laici (30 dec 1988), 28 Elkeen komt actief tussen en zijn invloed op de anderen is bepalend. Aan elkeen, als lid van de Kerk, "wordt een originele, onvervangbare taak toevertrouwd die hij niet mag delegeren, een taak die hij moet uitoefenen voor het goed van allen". H. Paus Johannes Paulus II, Postsynodale Apostolische Exhortatie, Over de roeping en de zending van de leken in de Kerk, Christifideles laici (30 dec 1988), 28 Elkeen, dankzij de zalving ontvangen door het Doopsel en het vormsel, zal de woorden van Jezus kunnen herhalen: "De geest des Heren is over mij gekomen omdat Hij mij gezalfd heeft. Hij heeft mij gezonden om aan armen de Blijde Boodschap te brengen, aan gevangenen hun vrijlating bekend te maken, en aan blinden dat zij zullen zien; om verdrukten te laten gaan in vrijheid, om een genadejaar af te kondingen van de Heer ... " (Lc. 4, 18-19). Op deze manier "neemt iedere gedoopte deel aan dezelfde zending van Jezus Christus, de Messias Verlosser". H. Paus Johannes Paulus II, Postsynodale Apostolische Exhortatie, Over de roeping en de zending van de leken in de Kerk, Christifideles laici (30 dec 1988), 13