H. Paus Johannes XXIII - 23 december 1958
Eminentie, Wij zijn dankbaar voor de hartelijke en zo mooie woorden, die U tot Ons hebt gericht in naam van het H. College, in verband waarmee Wij Ons verheugen vandaag het schouwspel van een hernieuwde jeugd te bewonderen: dankbaar ook voor de gelukkig gekozen toespelingen, die U hebt willen maken op de vreugde van het medeleven van heel de wereld, van de vertegenwoordigers der verscheidene Naties en van de Romeinse Hoogwaardigheidsbekleders bij de aanvang van dit Pontificaat.
Onze zelfkennis, hoewel onvolmaakt, en de geringheid van Onze geest, wijzen Ons overigens op de plicht het feit vast te stellen, dat het niet zo maar aan de menselijke en hartelijke manier van doen van Onze bescheiden persoon te danken is, dat Wij Ons - zoals gij welwillend opmerkt - de sympathie van volkeren en bestuurders veroverd hebben, speciaal merkbaar door de onmiddellijke uitbarstingen van vreugde en eerbied bij het Romeinse volk, maar aan de hernieuwde genade-uitstorting van de H. Geest, die door de Heer aan de Kerk werd beloofd, en die onophoudelijk in verschillende charismatische vormen tot uiting komt, dat is het wat zo'n toegewijde bewondering losslaat rondom Onze persoon.
Met vreugde herinneren Wij Ons, Eminentie, Onze terugkeer door de straten van de Stad in uw gezelschap en van kardinaal Pizzardo van het Lateraan naar het Vaticaan, precies een maand geleden, 23 november, na het inbezitnemen van de kathedraal van St.-Jan; en die menigte, die zo dicht opeengepakte menigte, zo blij, zo eerbiedig en toegewijd in haar houding en begroeting.
En dan de achtste december op het Piazza di Spagna en daarna in de Maria Maggiore, o! Wat een drievoudig, gelijktijdig huldebetoon van ogen, toejuichingen en harten zoals toen bij het samentreffen van twee namen, die aan de Romeinen zo dierbaar zijn: De Onbevlekte Ontvangenis en de Paus. Diezelfde uiting van gevoelens onder de mensen doet zich iedere keer opnieuw voor, wanneer men hier Ons zijn opwachting maakt of Ons hier ontmoet in de zalen van het Apostolisch Paleis. En bijzonder vertroostend is het vast te stellen, dat de grote massa van degenen, die Ons hier komen opzoeken, die Ons toeroepen en toejuichen zonder ophouden, vooral is samengesteld uit jongeren van iedere rang, die in druk beweeg uiting geven aan hun toegenegen bewondering en aan hun levendige, heilige geestdrift. En hoe zij, de jongeren, Ons verzekeren, dat zij slag. vaardig bereid staan meer dan de ouderen, en meer dan de rijperen, om het erfgoed van Christus te verdedigen en te respecteren, van Christus die de verheerlijkte en onsterfelijke Koning der volkeren en der eeuwen is.
Deze eerste en eerbiedige huldeblijken voor de nieuwe Paus doen absoluut niets af aan het voortduren van het algemeen leedwezen, dat de gezegende en zuivere ziel van Onze onmiddellijke Voorganger, Pius XII tot aan de drempel van het hemels vaderland begeleidde. Ja, het is goeddeels aan hem te danken. Aan hem, Pius XII, komt de verdienste toe en aan het mysterie van de genade, waarvan hij gedurende een groots Pontificaat van twintig jaren de bedienaar was, stralende schatten van hemelse wijsheid, en een brandend vuur van zielenijver over de kudde van Christus te hebben uitgestort.
De eenvoudige zoon van het volk, die door de goddelijke Voorzienigheid geroepen werd om haar te vervangen, zoals menselijke en ook goddelijke gebeurtenissen elkaar nu eenmaal opvolgen, "exaltavi electum de plebe mea" (Ps. 89, 19) heeft geen andere bedoeling dan het christenvolk voort te stuwen op de weg van de goedheid en van de barmhartigheid, die ons redt, die ons verheft en aanmoedigt, Alles draagt er dus toe bij om de droefheid te verzachten over het verscheiden van onze Vader en Paus, die wij nu al graag zien als behorend tot de Heiligen Gods in het hemelse rijk, om ook vandaar uit nieuwe wilskracht in te storten in het christenvolk, dat hij op aarde heeft achtergelaten en dat nooit in de eeuwen zal ophouden zijn dierbaar en heilig aandenken te vereren.
Bij gelegenheid van het jaarlijkse feest van 's Heren Geboorte was Zijne Heiligheid Pius XII gewoon het eenvoudige, oude toespraakje, waarbij men elkaar over en weer gelukwenste, te vervangen door een inhoudsvolle en zeer rijke gelegenheidstoespraak, waarin hij zo graag, in de diepte en de breedte theologisch en mystiek en meesterlijk praktisch in de stof binnen. dringend, zijn verheven pauselijke gedachten illustreer. de ten aanzien van de wisselvallige omstandigheden van de individuele, burgerlijke en sociale orde, en dikwijls wanorde. De moderne vindingen om de gedachten en woorden over te brengen, waardoor de pauselijke leer en oproep onmiddellijk alle punten van de aarde bereikt, nodigden de geest van vele rechtschapen denkers uit om zich neer te buigen, in ernstig nadenken en om nauwkeurig te onderscheiden tussen waarheid en dwaling, tussen hetgeen het meeste aantrekt en bedrieglijke en gevaarlijke verleiding, die tot wanorde en tot ondergang voert.
Terwijl Wij Ons in deze dagen op deze samenkomst voorbereidden in voorbereiding ook op het Kerstfeest, leek het Ons, dat Wij niets beter konden doen dan Ons oor te luisteren te leggen bij de echo's van die toespraken of radioboodschappen voor heel de wereld van onze betreurde Vader Pius XII. Alleen al het noemen ervan scheen Ons een eerbewijs dat Hem en deze omstandigheden niet onwaardig was: in het huis dat verstoken is van de aanwezigheid van de oude vader die naar de eeuwigheid vertrokken is, van de troost voor zijn goede kinderen, die hierbinnen bij het haast uitgebrande haardvuur bijeen zijn, zijn dierbare steun nogmaals in het geheugen roepen, evenals zijn kostbare gave en heilzame vermaningen.
O! Wat een licht! O! wat een troost voor de geest om, ook van verre, eenvoudig een opsomming ervan te horen. Van 1939 tot 1957 waren het 19 radioboodschappen. Het waren meesterwerken van wetenschap op theologisch, juridisch, ascetisch, staatkundig en maatschappelijk gebied, alle tezamen en ieder afzonderlijk in de schittering van de leer, die Jezus van Bethlehem tot middelpunt had, die ingegeven was door het grote vuur van herderlijke bewogenheid voor de zielen en voor de Naties en die als duidelijkst richtinggevend punt de Geheimzinnige Ster hadden, aankondigster van eeuwiggeldende gevolgtrekkingen voor het geestelijk en universeel leven voor de geschiedenis van mensen en volken.
De serie begint - juist op het Paus Pius XII - Toespraak
In questo giorno
Op de vigilie van het hoogfeest der geboorte van Onzen Heer Jezus Christus 1939 in tegenwoordigheid van HH. Em. De kardinalen van HH. Exc. de bisschoppen en prelaten der Romeinsche curie
(24 december 1939) - met de omschrijving van de fundamentele punten voor de vreedzame samenleving van de volken. Zij gaat,Paus Pius XII - Radiotoespraak
Kerstboodschap 1940
(24 december 1940), voort met de vooronderstellingen van de nieuwe ordening van Europa: Paus Pius XII - Radiotoespraak
Nellalba
Kerstboodschap 1941
(24 december 1941), voor de nieuwe internationale ordening. Paus Pius XII - Radiotoespraak
Con sempre
Kerstboodschap 1942
(24 december 1942) handelt de Kerstboodschap over de inwendige orde van staten en volken; Paus Pius XII - Radiotoespraak
Kerstboodschap 1943 (fragmenten)
(24 december 1943) over het licht van de ster van Bethlehem voor de ontgoochelden, de verlatenen, voor de gelovigen, met hieraan toegevoegd de beginselen voor een vredesprogram. Paus Pius XII - Radiotoespraak
Benignitas et humanitas
Kerstboodschap 1944 (fragmenten)
(24 december 1944), het zesde oorlogsjaar, wordt het vraagstuk van de democratie voorgesteld en toegelicht. In de volgende jaren neemt de vrede breeduit de ereplaats in.
In de jaren Paus Pius XII - Radiotoespraak
Negli Ultimi Sei Anni
Kerstrede tot kardinalen, bisschoppen en prelaten van de Romeinse Curie - Over het bovennationale karakter van de Kerk
(24 december 1945), Paus Pius XII - Toespraak
Vi Fu Mai
Kersttoespraak (1946) (24 december 1946), Paus Pius XII - Toespraak
Over de terugkeer naar God in grootmoedigheid en broederlijkheid
Kersttoespraak 1947 (24 december 1947) en Paus Pius XII - Radiotoespraak
Kersttoespraak 1948 (24 december 1948) gaat het immers altijd over de vrede, onder verschillende aspecten.
In Paus Pius XII - Toespraak
Non mai forse
Over het jaar van de grote terugkeer en vergiffenis - Kersttoespraak 1949 bij aanvang van het Heilig Jaar 1950 (24 december 1949) aangekondigd, het jaar van de grote terugkeer en. de grote vergiffenis. Vervolgens wordt Paus Pius XII - Radiotoespraak
Un Anno
De viering van Kerstmis bij de sluiting van het Heilig Jaar
(23 december 1950) het thema van de inwendige en uitwendige vrede der volken hernomen: Paus Pius XII - Radiotoespraak
Già Per La Decimaterza
Kersttoespraak 1951 (24 december 1951) de Kerk en de vrede; Paus Pius XII - Toespraak
Levate Capita Vestra
Over de depersonalisatie van de mens - Kersttoespraak 1952 (24 december 1952) volgen ontroerende bladzijden over het leed van de mensen en de troost van Christus. Paus Pius XII - Toespraak
Il populo - Over de rol van de vooruitgang in de technologie en de vrede onder de volken
Kersttoespraak 1953
(24 december 1953), exacte en heldere bladzijden over de technische vooruitgang van de wereld en de vrede; Paus Pius XII - Radiotoespraak
Ecce Ego
Kerst 1954
(24 december 1954) wordt de coëxistentie van de mensen, in de vrees, in de dwaling en in de waarheid toegelicht. Paus Pius XII - Toespraak
Col Cuore
Kerst 1955
(24 december 1955) worden de houdingen van de moderne mens omschreven ten aanzien van het Geboortefeest en Christus in het historische en sociale leven van de mensheid. Paus Pius XII - Radiotoespraak
L’inesauribile Mistero
Over de absolute waarden in het leven van mensen en volkeren - Kersttoespraak 1956
(23 december 1956) de waardigheid en de grenzen van de menselijke natuur: een zeer stringent bewijs van zuivere leer en van de toepassingen op de concrete werkelijkheid, op het individuele leven. Tenslotte Paus Franciscus - Angelus/Regina Caeli
Gods uitnodiging: kosteloos, wijds en universeel
28e Zondag door het Jaar (A) - Sint Pietersplein
(12 oktober 2014), Christus als bron en waarborg voor de harmonie in de wereld: bewonderenswaardige en troostvolle bladzijden: een samenvatting van heel het denken van Paus Pius XII.
Zijn heerlijke en verheven graftombe in het Vaticaan naast die van St. Petrus zou niet schitterender en geëigender kunnen worden opgesierd dan met de opschriften van de radioboodschappen van Kerstmis in de jaren van zijn Pontificaat. En de geest wordt nog meer ontroerd, wanneer men bedenkt dat dit nog slechts 19 stralen zijn van een leer, die een serie van dikke boekdelen nauwelijks vermag te bevatten. Ja het is een bewonderenswaardige activiteit op leerstellig en zielzorgelijk gebied, die de naam van Pius XII voor het nageslacht bewaart. Ook zonder welke officiële uitspraak ook die voortijdig zou zijn, past de drievoudige titel van doctor optimus: Ecclesiae sanctae lumen: divinae legis amator, zeer goed aan de gezegende nagedachtenis van hem, de Opperherder van onze stormachtige tijd.
Wanneer men in twee samenvattende woorden de levende kern van het onderricht zou willen omschrijven, zoals het vastligt in de 19 Radioboodschappen op het Kerstfeest, en in de 20 delen van de zeer rijke collectie brieven en toespraken van Pius XII, dan kan men volstaan met de woorden: eenheid en vrede.
Eenheid, omdat op deze woorden heel de wereld steunt van haar schepping tot aan de voltooiing van haar geschiedenis; vrede, omdat zij tot uitdrukking brengen het weldoende en vruchtbaarheid brengende licht van Christus, Zoon van God en verlosser en verheerlijker van het menselijk geslacht.
Enige voorwaarde van de kant van de mens is de goede wil, welke op zich ook reeds een genade Gods is, maar die uit haar aard van menselijke beantwoording vrije wil moet zijn. Dit in gebreke blijven van de beantwoording der menselijke vrijheid jegens de roep van God vormt het verschrikkelijkste probleem van de mensengeschiedenis en van het leven van enkelingen en volken.
Het geboortefeest van Jezus verkondigt ieder jaar steeds weer opnieuw met dezelfde nadruk dezelfde leer, namelijk eenheid en vrede. Helaas is de mensengeschiedenis begonnen met een bloedige gebeurtenis van broedermoord. De wet van liefde, die de Schepper in het mensenhart had gegrift, werd geschonden door de mala voluntas, die de mensheid onmiddellijk op de wegen van ongerechtigheid en wanordelijkheid heeft gebracht. De eenheid werd versplinterd en vroeg om niet minder dan de tussenkomst van de Zoon van God zelf, die het uit gehoorzaamheid op zich genomen heeft om de heilige, maar onmiddellijk ontwijde banden der mensenfamilie te herstellen, en Hij heeft ze hersteld ten koste van Zijn bloed. Dit herstel is nog steeds in wording: Jezus heeft een Kerk gesticht en op haar aanschijn het teken der eenheid gedrukt als om daardoor alle volkeren te verenigen onder haar onmetelijke overkoepeling, die zich uitstrekt a mari usque ad mare. Ach, waarom zou deze eenheid van de katholieke Kerk, die rechtstreeks en door goddelijke roeping gericht is op de belangen van geestelijke orde, ook niet gericht kunnen worden op de wederopbouw van de verschillende rassen en naties, die op gelijke wijze belang hebben bij de besluiten van maatschappelijke samenleving, bezegeld door de wetten van de gerechtigheid en broederlijkheid? Dit is weer het beginsel, vertrouwd voor de gelovigen, dat het goed dienen van God en zijn gerechtigheid ook dienstig is aan de voordelen van de burgerlijke samenleving der volken en naties.
De herinnering van enige tientallen jaren geleden staat Ons nog levendig voor de geest, toen enige vertegenwoordigers van orthodoxe kerken, zoals deze genoemd worden, van het Midden-Oosten eraan dachten om met de praktische samenwerking van enige regeringen te voorzien in de samenvoeging van de beschaafde naties door deze samenvoeging te beginnen met een plan van wederzijdse begrip van de verscheidene christelijke geloofsbelijdenissen, van verschillende ritus, ieder met zijn eigen geschiedenis. Helaas hebben de onverwachte gebeurtenissen van zich meer opdringende belangen, belangen van economische en politieke aard en van nationalistische vooringenomenheid, deze bedoelingen tot onvruchtbaarheid gedoemd. Bedoelingen, die aanvankelijk goed en achtenswaardig waren. En zo blijft het beangstigende probleem van de verscheurde eenheid van Christus' erfgoed altijd een voorwerp van grote verwarring en vooroordeel bij het werk zelf om tot een oplossing te komen langs de weg van zware moeilijkheden.
De droefheid van deze pijnlijke vaststelling verlamt niet de krachtsinspanning van onze zielen en zal die ook in de toekomst niet verlammen - naar wij op God vertrouwen - om onze liefdevolle uitnodiging te blijven richten tot onze dierbare afgescheiden broeders, die toch de naam van Christus op het voorhoofd dragen, Zijn heilig en gezegend Evangelie lezen en die niet ongevoelig zijn voor wat godsdienstige vroomheid en weldoende en zegenende liefde hun ingeeft. Denkend aan de zovele malen, dat Onze voorgangers vanaf de Apostolische leerstoel tot eenheid hebben uitgenodigd, van Paus Leo tot Paus Pius XII en daar tussenin de Pausen Pius X, Benedictus XV en Pius XI, allen waardige en glorierijke Opperpriesters, veroorloven Wij Ons - waarom zeggen Wij: veroorloven Wij Ons? Laten Wij liever zeggen: hebben Wij geen ander plan dan - om nederig maar vol vuur Onze taak voort te zetten, die Ons door het woord en het voorbeeld van Jesus, de goede Goddelijke Herder, voortdurend gegeven worden in de visioenen van de oogsten, waarvan uitgebreide missievelden wit staan; "et illas oportet me, adducere ... et liet unum ovile et unus pastor" (Joh. 10, 16) en ook in de verheven verzuchting tot zijn Vader in zijn laatste uren, onmiddellijk voor zijn uiterste offerdaad: "Pater, uit unum sint; sicut tu Pater in me, et ego in te; ut et ipsi in nobis unum sint, et credat mundus quia tu me missisti" (Joh. 17, 21). En boven deze zo vurige en verheven oproep stijgt de vrede uit, de vrede van het Kerstfeest, de vrede van Christus; het verlangen der zielen en der volken, de voltooiing van alle genaden in de hemel en op aarde; waar en zolang de vrede ontbreekt, is de wereld in doodsstrijd en waar de vrede wordt toegestaan - zoals de engelen van Bethlehem hem hebben aangekondigd - vervult hij de geest en de harten met gejubel.
Eminentie, uw Kerstwens in zo goed gekozen bewoordingen en zo vol genegenheid van het eerste tot het laatste woord, die u Ons aangeboden hebt in naam van alle Kardinalen en die reeds vroeger of die onlangs pas gecreëerd werden, in naam ook van heel de Romeinse Prelatuur, heeft Ons diep getroffen. Wij stellen het op prijs dit nogmaals te herhalen. Wij brengen U daarvoor Onze dank.
Geboortefeest van de Heer: aankondiging van eenheid en vrede over heel de wereld; hernieuwd onderpand van goede wil ten dienste van de orde, gerechtigheid, broederlijkheid bij alle christenvolken die tezamen stromen in één gemeenschappelijk verlangen naar wederzijds begrip, naar grote eenheid voor de heilige vrijheid van het collectieve leven in de drievoudige godsdienstige, burgerlijke en sociale orde.
Ons werd het aardig en goed gevonden plan van de Italiaanse Radio- en Televisie-omroep voorgelegd in een symphonische ineenvloeiing van klanken aanstonds bij het begin van het Kerstfeest het klokgelui te doen horen van de eenvoudige parochie, waar deze nieuwe Dienaar van Gods Dienaren, die tot u spreekt, werd geboren en gedoopt, samen met de klokken van Venetië, waarvan hij vertrok voor het op zich nemen van de onverwachte taak, die de Voorzienigheid hem toevertrouwde, en met de meer plechtige klok van de St.-Pieter in het Vaticaan, drie klokken in een feestconcert tezamen met alle stemmen van de wereld, die hiermede overeenstemmen voor het aankondigen van een en dezelfde wereldboodschap voor een en dezelfde uitnodiging van eenheid en vrede.
Geve God dat deze heilwens en uitnodiging overal gehoord moge worden. In vele delen van de wereld wil men er echter niet naar luisteren. Daar zijn de heiligste begrippen van de christelijke beschaving verstikt of weggevaagd; daar is de geestelijke en goddelijke orde geschokt en is men erin geslaagd het besef van het bovennatuurlijk leven te verzwakken; daar moeten wij het initium malorum, het begin van het kwade, constateren, waarvan de blijken algemeen bekend zijn, Ook wanneer men hoffelijk wil blijven bij de beoordeling, verontschuldiging en toegeeflijke houding ten opzichte van de ernst van de atheistische en materialistische situatie, waaraan verschillende naties werden of zijn onderworpen en onder welker juk zij zuchten, valt toch niet te loochenen dat het denken en handelen van individu en massa in slavernij verkeren.
De H. Schrift verhaalt van de toren van Babel in de eerste eeuwen der geschiedenis in de vlakte van Sinear en welke bouw in verwarring eindigde. In verschillende gebieden der wereld worden ook thans dergelijke torens gebouwd en ook deze bouw zal in verwarring eindigen. Doch de illusie is groot voor velen, zodat de desillusie een groot gevaar inhoudt. Alleen eenheid en samenwerking bij de versterking van het apostolaat der waarheid en van de ware menselijke en christelijke broederschap kunnen dit dreigende gevaar weren.
Met betrekking tot de vrijheid van de Kerk in verschillende streken van de wereld, in het onmetelijke gebied van China bijvoorbeeld, hebben Wij reeds gelegenheid gehad de ernstigste feiten van de laatste tijd aan te stippen. Wat reeds jaren lang in de onmetelijke landen achter het IJzeren Gordijn gebeurt, is te bekend, dan dat Wij dit nog uitvoerig zouden moeten toelichten. Als gelovigen kunnen wij niet onze toevlucht nemen tot gewelddadigheid en militaire actie. Maar wel moeten wij waakzaam zijn in de steeds donkerder wordende nacht: Wij moeten ons rekenschap geven van de arglistigheid van degenen, die meer nog dan van ons de vijanden van God zijn. Wij moeten ons voorbereiden op de verdediging van de christelijke beginselen, het pantser van de waarachtige gerechtigheid.
Kersttijd: tijd van goede werken en vurige naastenliefde. De zaken die inhoud en kleur geven aan de beschaving, die haar naam aan Christus ontleent, zijn de veertien werken van barmhartigheid.
Kerstmis moet het maximum aan godsdienstige en vreedzame ijver inhouden voor de verbreiding van de eenheid en liefde onder de behoeftige en zieke broeders; de geringen, de mensen van allerlei soort en allerlei naam die leed te verduren hebben.
Moge dit kerstfeest een opbouwend feest zijn. Mogen allen die dit woord langs de weg van de aether aanhoren, door het samenklinken van de klokken heen die uitnodigen tot eenheid en gebed, uit achting voor de nederige persoon van de nieuwe Paus hun goede voornemens tot heiliging van het nieuwe jaar verstevigen, opdat voor heel de wereld een jaar van gerechtigheid, zegen, goedheid en vrede aanbreke.
Maria, auxilium Christianorum, ora pro nobis;
Maria, auxilium Episcoporum ora pro nobis;
Regina sine labe originali concepta, ora pro nobis!