H. Paus Johannes Paulus II - 2 februari 1994
De liefde die de apostel Paulus bezingt in de eerste brief aan de Christenen van Korinte - de liefde die "lankmoedig" en "goedertieren" is, en die "alles verdraagt" (1 Kor. 13, 4.7) - is beslist een veeleisende liefde. Maar dit is nu juist de bron van haar schoonheid: juist door het feit dat ze veeleisend is, bouwt ze het ware goede van de mens op en schenkt ze de mogelijkheid dit naar anderen uit te stralen. Het goede, zegt Sint Thomas, deelt zichzelf van nature mee. Liefde is echt als ze het welzijn van personen en van gemeenschappen schept. Ze schept dit welzijn en geeft het aan anderen. Alleen degene die in staat is veel van zichzelf te eisen in de naam van de liefde, kan ook liefde van anderen verlangen. Liefde is veeleisend. Ze stelt eisen in alle menselijke situaties; ze verlangt nog meer van hen die open staan voor het evangelie. Is dat niet juist wat Christus verkondigt in "Zijn" gebod? Mensen moeten vandaag de dag deze veeleisende liefde weer ontdekken, want die is het ware stevige fundament van het gezin, een fundament dat "alles verdraagt". Volgens Sint Paulus is de liefde niet in staat "alles te verdragen", als ze toegeeft aan "afgunst", als ze "praalt", "zich iets inbeeldt", of "zich kwaad laat maken". Vgl. 1 Kor. 13, 5-6 Ware liefde, zo leert Sint Paulus, is anders: "De liefde gelooft alles, hoopt alles, duldt alles" (1 Kor. 13, 7). Dit is de ware liefde die "alles verdraagt". In haar werkt de macht en de kracht van God zelf, die "Liefde is" (1 Joh. 4, 8.16). In haar werkt ook de macht en de kracht van Christus, de Verlosser van de mensen en de Redder van de wereld.
Als we het dertiende hoofdstuk van de eerste brief van Sint Paulus aan de Christenen van Korinte bemediteren, zal de volle waarheid over de beschaving van de liefde ons snel duidelijk worden. Geen andere Bijbeltekst drukt deze waarheid zo eenvoudig en diepgaand uit als de hymne aan de liefde.
De gevaren die de liefde bedreigen zijn ook gevaren voor de beschaving van de liefde, omdat ze alles in de hand werken wat in staat is met succes tegenwerking te bieden. Hier denken we eerst aan de zelfzucht, niet alleen de zelfzucht van individuen, maar ook van echtparen of, nog breder, aan sociale zelfzucht, bijvoorbeeld van een klasse of een natie (nationalisme). Zelfzucht is in alle vormen direct en radicaal tegengesteld aan de beschaving van de liefde. Maar moet liefde dan gedefinieerd worden als niet meer dan het tegenovergestelde van de zelfzucht? Dit zou een zeer verarmde en tenslotte een puur negatieve definitie zijn, ofschoon het waar is dat de verschillende vormen van zelfzucht moeten worden overwonnen om de liefde en de beschaving van de liefde te verwezenlijken. Het zou juister zijn van "altruïsme" te spreken als het tegenovergestelde van zelfzucht. Maar het begrip "liefde", zoals beschreven door Sint Paulus, is veel rijker en vollediger. De hymne aan de liefde in de eerste brief aan de Christenen van Korinte blijft het handvest van de beschaving van de liefde. Bij dit begrip ligt de nadruk niet zozeer op individuele handelingen (zelfzuchtig of altruïstisch), als wel op de radicale aanvaarding van het feit dat de mens een persoon is, die "zichzelfvindt" in de oprechte zelfgave. Een gave, een geschenk, is uiteraard "voor anderen": dit is de belangrijkste dimensie van de beschaving van de liefde.
Zo komen we tot de ware kern van de evangelische waarheid omtrent vrijheid. De persoon verwezenlijkt zich door het beoefenen van vrijheid in waarheid. Vrijheid kan niet verstaan worden als verlof om absoluut alles te doen: het betekent zelfgave. Zelfs nog meer dan dat: het betekent een innerlijke discipline van geven. Het idee van "gave" sluit niet alleen het vrije initiatief van het subject in, maar ook het aspect van plicht. Dit alles wordt werkelijkheid in de "gemeenschap van personen". We bevinden ons nu weer in het hart van ieder gezin.
Als we deze denklijn voortzetten, stuiten we op de tegenstelling tussen individualisme en personalisme. Liefde, de beschaving van de liefde, hangt samen met personalisme. Waarom met personalisme? En waarom bedreigt individualisme de beschaving van de liefde? We vinden de sleutel tot het antwoord in de Conciliaire uitdrukking "oprechte gave". Individualisme veronderstelt een gebruik van de vrijheid waarbij het subject doet wat hij wil, waarin hij zelf degene is die "de waarheid vaststelt" van datgene wat hij prettig of nuttig vindt. Hij duldt niet dat iemand anders iets van hem "wil" of verlangt in de naam van een objectieve waarheid. Hij wil een ander niet iets "geven" op grond van de waarheid; hij wil geen "oprechte gave" worden. Zo blijft individualisme egocentrisch en zelfzuchtig. De werkelijke tegenstelling tussen individualisme en personalisme openbaart zich niet alleen op het niveau van de theorie, maar meer zelfs nog op dat van de "ethos". De "ethos" van het personalisme is altruïstisch: ze brengt de mens ertoe een gave voor anderen te worden en de vreugde te ontdekken van zich weg schenken. Dit is de vreugde waarover Jezus spreekt. Vgl. Joh. 15,11 Vgl. Joh. 16, 20.22
Menselijke samenlevingen en de gezinnen die daarin leven, dikwijls in de context van een strijd tussen de beschaving van de liefde en het tegenovergestelde daarvan, moeten hun solide fundering zoeken in een juiste visie op de mens en op alles wat de volledige "verwerkelijking" van zijn mensheid bepaalt. In strijd met de beschaving van de liefde is zeker het verschijnsel van de zogenaamde "vrije liefde"; dit is een bijzonder gevaarlijk verschijnsel, omdat er meestal gesuggereerd wordt dat dit een weg voor de mens is om zijn "ware" gevoelens te volgen, terwijl het in feite de liefde vernietigt. Hoeveel gezinnen zijn er niet te gronde gegaan als gevolg van de "vrije liefde"! Op ieder moment een "echte" emotionele impuls volgen, met een beroep op liefde die "bevrijd" is van alle voorwaarden, betekent niets anders dan het individu tot slaaf maken van die menselijke instinctieve neigingen, die Sint Thomas "passies van de ziel" noemt. "Vrije liefde" buit menselijke zwakheden uit en geeft deze een zeker "vernisje" van achtenswaardigheid met behulp van verleiding en de zegen van de publieke opinie. Op die manier wordt er gepoogd gewetens te sussen door het scheppen van een "moreel alibi". Maar niet alle gevolgen worden in beschouwing genomen, en de degenen die het gelag betalen zijn, naast de andere huwelijkspartner, de kinderen, die beroofd worden van een vader of een moeder en daarmee in feite veroordeeld wezen van levende ouders te zijn.
Zoals we weten, ligt er aan de basis van ethisch utilitarisme een voortdurende zucht naar "maximaal" geluk. Maar dit is een "utilitaristisch geluk", alleen gezien als genot, als onmiddellijke bevrediging van alleen de behoefte van het individu, los van of zelfs strijdig met de objectieve eisen van het waarachtig goede.
Het programma van het utilitarisme, gebaseerd op een individualistisch begrip van vrijheid - vrijheid zonder verantwoordelijkheden - is het tegengestelde van liefde. Als dit vrijheidsbegrip door de samenleving wordt omhelsd, en snel bondgenoten vindt in allerlei vormen van menselijke zwakheid, blijkt het spoedig een systematische en permanente bedreiging van het gezin te zijn. Wat dit betreft zou men tal van vreselijke gevolgen kunnen noemen, die statistisch onderbouwd kunnen worden, ondanks het feit dat vele ervan in de harten van mannen en vrouwen verborgen zijn, als pijnlijke, open wonden.
De liefde van echtgenoten en ouders heeft het vermogen dit soort wonden te helen, op voorwaarde dat de genoemde gevaren deze niet beroven van haar herstellende kracht, die zo weldadig en gezond is voor menselijke gemeenschappen. Dit vermogen hangt af van de goddelijke genade van vergiffenis en verzoening, die steeds de geestelijke energie verschaft om opnieuw te beginnen. Juist om die reden hebben gezinsleden het nodig Christus in de Kerk te ontmoeten door het geweldige sacrament van boete en verzoening.
In dit verband kunnen we beseffen hoe belangrijk gebed is met gezinnen en voor gezinnen, in het bijzonder voor degene die door verdeeldheid bedreigd worden. We moeten bidden dat gehuwde paren hun roeping zullen liefhebben, zelfs als de weg moeilijk wordt, of de paden smal worden, steil en schijnbaar onbegaanbaar; we moeten bidden dat ze, zelfs dan, trouw zullen blijven aan hun verbond met God.
"Het gezin is de weg van de Kerk". In deze brief willen we die weg zowel belijden als verkondigen, de weg die door huwelijks- en gezinsleven leidt naar het koninkrijk der hemelen. Vgl. Mt. 7, 14 Het is belangrijk dat de "gemeenschap van personen" in het gezin een voorbereiding wordt op de "gemeenschap van de Heiligen". Daarom gelooft de Kerk in de liefde "die alles verdraagt" (1 Kor. 13, 7) en verkondigt ze deze ook; met Sint Paulus ziet ze daarin "de grootste" van alle deugden (1 Kor. 13, 13). Paulus stelt geen paal en perk. Iedereen is geroepen tot liefde, ook echtgenoten en gezinnen. In de Kerk is iedereen zonder uitzondering geroepen tot volmaakte heiligheid. Vgl. Mt. 5, 48