H. Paus Johannes Paulus II - 2 februari 1994
Geliefde gezinnen, de kwestie van het verantwoord vader- en moederschap past in de thematiek van de 'beschaving van de liefde', waarover ik nu met u wil spreken. Uit hetgeen er tot nu toe gezegd is, blijkt duidelijk dat het gezin de basis vormt van wat Paulus VI "beschaving van de liefde" genoemd heeft, een uitdrukking die vervolgens ingang gevonden heeft in het onderricht van de kerk en inmiddels algemeen aanvaard is. Het is heden ten dage moeilijk aan een uitspraak van de kerk of over de kerk te denken, die voorbijgaat aan een verwijzing naar de beschaving van de liefde. De uitdrukking knoopt aan bij de traditie van de 'huiskerk' ten tijde van het eerste christendom, maar bevat ook een duidelijk verwijzing naar de huidige tijd. Etymologisch gezien komt het Latijnse woord civilitas, waarvan 'civilisatie' is afgeleid, van civis, 'burger': dit onderstreept de politieke dimensie van het bestaan van ieder individu. De diepste betekenis van het woord 'beschaving' (civilitas) is echter niet zozeer politiek, als wel veeleer 'humanistisch'. De beschaving hoort tot de geschiedenis van de mens, omdat zij beantwoordt aan zijn geestelijke en morele noden: geschapen naar het beeld van God, op Hem gelijkend, heeft hij de wereld ontvangen uit de handen van de Schepper met de opdracht deze te vormen naar zijn beeld en gelijkenis. Juist uit de vervulling van die opdracht komt de beschaving voort, die uiteindelijk niets anders is dan de 'humanisering van de wereld' .
Beschaving heeft dus in zekere zin dezelfde betekenis als 'cultuur'. Men zou daarom ook kunnen zeggen: "cultuur van de liefde", ook al verdient het de voorkeur zich te houden aan de inmiddels ingeburgerde uitdrukking. De beschaving van de liefde wordt in de huidige betekenis van het woord geïnspireerd door de woorden van 2e Vaticaans Concilie - Constitutie
Gaudium et Spes
Over de Kerk in de wereld van deze tijd
(7 december 1965):
"Christus maakt de mens voor zichzelf duidelijk en geeft hem inzicht in zijn zeer hoge roeping." Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk in de wereld van deze tijd, Gaudium et Spes (7 dec 1965), 10
Daarom kan men zeggen, dat de beschaving van de liefde begint met de openbaring van God, die "liefde is", zoals Johannes zegt (1 Joh. 4, 8.16), en door Paulus op doeltreffende wijze beschreven wordt in het hooglied van de liefde in de Eerste brief aan de Korintiërs (1 Kor. 13, 1-13). Deze beschaving is innig verbonden met de liefde, "die in ons hart is uitgestort door de heilige Geest die ons werd geschonken" (Rom. 5, 5) en groeit dankzij de voortdurende verzorging, waarover op zo indringende manier de allegorie uit het Evangelie van de wijnstok en de ranken spreekt: "Ik ben de ware wijnstok en mijn Vader is de wijnbouwer. Elke rank aan Mij die geen vrucht draagt, snijdt Hij af; en elke rank die wel vrucht draagt, zuivert Hij, opdat zij meer vrucht mag dragen" (Joh. 15, 1-2).
In het licht van deze tekst en andere uit het Nieuwe Testament kan men begrijpen wat er bedoeld wordt met 'beschaving van de liefde' en waarom het gezin organisch verbonden is met deze beschaving. Indien het gezin de eerste 'weg van de Kerk' is, dan dient daaraan toegevoegd te worden dat ook de beschaving van de liefde de 'weg van de Kerk' is, een Kerk die op weg is in de wereld en op de gezinnen en andere' nationale en internationale, sociale instellingen een beroep doet, deze weg te gaan, juist omwille van de gezinnen en door de gezinnen. Het gezin is immers om vele redenen afhankelijk van de beschaving van de liefde, waarin het de redenen van het gezin-zijn vindt. Tegelijkertijd is het gezin het middelpunt en het hart van de beschaving van de liefde.
Er is echter geen ware liefde zonder het bewustzijn dat God 'liefde is' - en dat de mens het enige schepsel is op aarde dat door God tot het bestaan geroepen is 'om zichzelf'. De mens, geschapen naar het beeld van God, op Hem gelijkend, 'kan zichzelf' alleen maar 'volledig vinden' door middel van de oprechte gave van zichzelf. Zonder een dergelijke opvatting over de mens, de persoon, de 'gemeenschap van personen' in het gezin kan er geen beschaving van de liefde zijn; omgekeerd is zonder de beschaving van de liefde een dergelijke opvatting over de persoon en de gemeenschap van personen onmogelijk. Het gezin is de fundamentele 'cel' van de maatschappij. Maar Christus - de 'wijnstok', waaruit de 'ranken' hun sap halen - is nodig, wil deze cel niet blootgesteld worden aan een soort culturele ontworteling, die zowel van binnenuit als van buiten af kan komen. Immers, als er enerzijds een 'beschaving van de liefde' bestaat, dan blijft er anderzijds de mogelijkheid van een verwoestende 'anti-beschaving', zoals tegenwoordig bevestigd wordt door zovele tendensen en situaties.
Wie kan ontkennen dat onze eeuw gekenmerkt wordt door een grote crisis, die zich bovenal manifesteert als een diepe "waarheidscrisis"? Een waarheidscrisis betekent in de eerste plaats een crisis van begrippen. Brengen woorden als "liefde", "vrijheid", "oprechte gave" en zelfs "persoon" en "rechten van de persoon" werkelijk hun wezenlijke betekenis over? Daarom is de Encycliek over de H. Paus Johannes Paulus II - Encycliek
Veritatis Splendor
Over kerkelijke moraalleer
(6 augustus 1993) zo betekenisvol en belangrijk voor de Kerk en voor de wereld gebleken - in het bijzonder in het westen. Alleen als de waarheid omtrent vrijheid en de gemeenschap van personen in het huwelijk en in het gezin haar luister herwint, zal de opbouw van de beschaving van de liefde werkelijk beginnen en zal het mogelijk zijn concreet te spreken - zoals het Concilie gedaan heeft - over "de bevordering van de waardigheid van huwelijk en gezin". Waarom is de "schittering van de waarheid" zo belangrijk? Op de eerste plaats, bij wijze van contrast: de ontwikkeling van de moderne beschaving hangt samen met een wetenschappelijke en technologische vooruitgang, die vaak op eenzijdige wijze wordt bereikt, en zo puur positivistisch lijkt te zijn. Positivisme loopt, zoals bekend, in theorie uit op agnosticisme en in de praktijk en de ethiek op utilitarisme. In onze eigen tijd herhaalt de geschiedenis zich in zekere zin. Utilitarisme leidt tot een cultuur van productie en gebruik, een cultuur van "dingen" en niet van "personen", een cultuur waarin personen worden gebruikt, zoals dingen gebruikt worden. In de context van een gebruikscultuur kan de vrouw een object worden voor de man, kinderen ongewenste lastposten voor de ouders, het gezin een instelling die de vrijheid van de leden in de weg staat. Om ervan overtuigd te raken dat dit gebeurt, behoeft men slechts te kijken naar sommige programma's voor seksuele opvoeding die op scholen zijn ingevoerd, dikwijls ondanks het feit dat veel ouders het er niet mee eens zijn en zelfs protesteren. Of denkt u eens aan de pro-abortus mentaliteit, die zich tevergeefs tracht te verbergen achter het zogenaamde "recht om te kiezen" (pro-keuze) van de beide echtgenoten, en in het bijzonder van de vrouw. Dit zijn slechts twee voorbeelden; er zouden er veel meer genoemd kunnen worden.
Het is evident dat in dit soort culturele situatie het gezin zich wel bedreigd moet voelen, omdat de grondslagen zelf ervan in gevaar zijn. Alles wat in strijd is met de beschaving van de liefde is strijdig met de volle waarheid omtrent de mens en vormt een bedreiging voor hem: dit staat hem niet toe zichzelf te vinden en zich veilig te voelen als huwelijkspartner, als ouder of als kind. Zogenaamde "veilige seks", aan de man gebracht door de "technologische cultuur", is in feite, gezien het totale pakket vereisten voor de persoon, allesbehalve veilig, maar juist uitermate gevaarlijk. Dat gevaar bedreigt zowel de persoon als het gezin. En wat voor gevaar is dit dan? Het is het verlies van de waarheid aangaande iemands eigen "ik" en aangaande het gezin, en tegelijk het risico de vrijheid te verliezen en bijgevolg de liefde zelf. "Dan zult ge de waarheid kennen", zegt Jezus, "en de waarheid zal u vrijmaken" (Joh. 8, 32): de waarheid, en alleen de waarheid zal u voorbereiden op een liefde, die de benaming "schoon" verdient Vgl. Sir. 24, 24. (Vulgaat) Red. Dit vers, dat in de meeste moderne Bijbelvertalingen, waaronder de Willibrordvertaling, vervallen is, luidt in de Petrus Canisiusvertaling "Ik (d.w.z. de wijsheid) ben de moeder van de schone liefde, van de godsvrucht, de kennis en de heilige hoop"
Het huidige gezin is evenals de gezinnen van alle tijden, op zoek naar de "schone" liefde. Een liefde die niet "schoon" is, maar is teruggebracht tot de bevrediging van begeerte Vgl. 1 Joh. 2, 16 , of tot een wederzijds "gebruik" van elkaar door man en vrouw, maakt mensen tot slaven van hun zwakheden. Leiden sommige moderne "culturele programma's" niet tot deze slavernij? Er zijn programma's die inspelen op de zwakheden van de mens, en hem zo steeds zwakker en weerlozer maken.
De beschaving van de liefde brengt vreugde: vreugde onder meer omdat er een mens ter wereld is gekomen Vgl. Joh. 16, 21 , en de echtgenoten daardoor ouders zijn geworden. De beschaving van de liefde betekent "vreugde in de waarheid". Vgl. 1 Kor. 13, 6 Maar een cultuur geïnspireerd door een consumptie-gerichte, anti-geboorte mentaliteit is geen beschaving van de liefde en kan het ook nooit zijn. Als het gezin zo belangrijk is voor de beschaving van de liefde, dan komt dat door de bijzondere hechtheid en intensiteit van de banden die ontstaan tussen personen en generaties in het gezin. Het gezin blijft evenwel kwetsbaar en kan gemakkelijk ten prooi vallen aan gevaren die het verzwakken of zelfs de eenheid en stabiliteit ervan vernietigen. Als gevolg van deze gevaren zijn gezinnen soms niet langer getuigen van de beschaving van de liefde en kunnen zelfs het tegengestelde worden, een soort "tegen-teken". Een gebroken gezin kan een specifieke vorm van "anti-beschaving" bevestigen, waarbij de liefde in haar verschillende uitingen vernietigd wordt, met onvermijdelijke gevolgen voor het hele leven in de maatschappij.