H. Paus Johannes Paulus II - 22 december 1980
Op deze manier is de Kerk zich bewust vrede te stichten. Trouw blijven aan de zaak van de vrede is een eerste plicht van de Kerk die zich voorbereidt opnieuw te luisteren naar en altijd trouw zal bewaren de eerste boodschap van vrede die in Betlehem heeft weerklonken over de kribbe van de geboren Zoon van God. Dit legt een voortdurende waakzaamheid op, welke nooit eens wordt bevredigd door vererende resultaten, omdat zich steeds nieuwe problemen voordoen om op te lossen; dit legt een onvermoeibare waakzaamheid op om de symptomen van onrust voor te zijn naarmate ze ontstaan, en met duidelijkheid en volharding de wegen aan te geven van de vrede welke altijd opnieuw moet worden gesticht, zoals dat overigens het geval is voor alle meest kostbare goederen welke aan de mens zijn toevertrouwd en die een blijvende inspanning vereisen van herovering en verbetering.
In dit licht moet behalve de volbrachte reizen en de ontmoetingen met de staatshoofden, heel het dichte net van contacten op verschillende kerkelijke, burgerlijke en diplomatieke niveaus worden geplaatst, dat de Heilige Stoel onderhoudt door veelvuldige en verschillende initiatieven. Het is me een genoegen hier te herinneren aan het aanzienlijk aantal ambassadeurs - onder wie voor het eerst in de geschiedenis die van de volksrepubliek Kongo, van Griekenland en van Mali - die ik ook dit jaar het genoegen heb gehad te ontvangen voor de aanbieding van de geloofsbrieven: 'Welbeschouwd doet de samenstelling van het corps diplomatique op juiste wijze beter het belangrijke probleem van de tegenwoordigheid van de Kerk in de hedendaagse wereld inzien', heb ik in het begin van het jaar tot deze doorluchtige vertegenwoordigers van de internationale samenleving gezegd Insegnamenti, III, 1, blz. 136 - Archief van de Kerken 35 (1980), 618); maar stelt ook in staat eensgezind samen te werken aan de grote zaak van de vrede in de wereld, in respect voor de verschillende 'politieke systemen en tijdelijke verantwoordelijkheden' Insegnamenti, III, 1, blz. 136 - Archief van de Kerken 35 (1980), kol. 619.
De vredesdag 1981 staat voor de deur, welke zoals u weet tot motto heeft: 'H. Paus Johannes Paulus II - Boodschap
Respecteer de vrijheid om de vrede te dienen
Internationale Dag voor de Vrede 1 januari 1981 (8 december 1980)'. Het profetisch gebaar van Paulus VI om deze viering aan het begin van het nieuwe jaar in te stellen is van een unieke doeltreffendheid gebleken om de wereld aan te moedigen en te stimuleren tot gedachten en werken van vrede. Mijn boodschap is reeds in uw handen. Maar gedurende heel de duur van het jaar zijn de documenten, audiënties en particuliere contacten ontelbaar, die op het bewaren van het goed van de vrede zijn gericht. De Heilige Stoel laat geen gelegenheid voorbij gaan om het kostbare goed van de vrede te benadrukken waarnaar de diepste menselijke verlangens uitgaan: ik herinner aan de twee ontmoetingen van februari en november met het organisme van de curie dat op ideale wijze de actie van de Kerk ten gunste van de vrede voedt, dat wil zeggen de Pauselijke Raad 'Justitia et Pax'; de Joannes XXIII-prijs voor de vrede op 9 juni verleend aan Afrikaanse catechisten in Kumasi vgl. Archief van de Kerken 35 (1980), 909; de boodschap aan de elfde algemene zitting van de Verenigde Naties in augustus Archief van de Kerken 35 (1980), 1201-1206 en die ter voorbereiding op de bijeenkomst van Madrid over de veiligheid en samenwerking in Europa in november Archief van de Kerken 36 (1981), 375-381; de wens tot een toenemende vrede onder de volkeren uitgesproken in München in Beieren op het punt van vertrek uit Duitsland. Zo ook de ontmoetingen op pastoraal niveau met de pelgrims van verschillende landen van de wereld, zelfs van hele continenten, zoals die van de Afrikanen in Rome in februari Archief van de Kerken 35 (1980), 770- 774; de brieven in verschillende omstandigheden gezonden aan de bisschoppen van Nicaragua (26 juni), van El Salvador (20 oktober) en van Guatemala (1 november), voor de bijzondere omstandigheden van deze landen in moeilijkheden; die gezonden zijn aan de gelovigen van Mexico (28 januari vgl. Archief van de Kerken 35 (1980), 783, van Brazilië (21 februari), van Hongarije (6 april), van de Verenigde Staten (2 juni); de audiënties verleend aan de Braziliaanse afgevaardigden (20 februari), de politieke persoonlijkheden van Nicaragua (3 maart), aan de ontmoeting voor de samenwerking tussen Europa en Latijns Amerika (20 juni), aan de burgemeesters van de volkrijkste steden van de wereld (4 september Archief van de Kerken 35 (1980), 1207- 1210)), aan de doorluchtige Zweedse bezoekers (30 oktober), en in de afgelopen weken aan de delegaties van Argentinië en Chili voor de gelukkig begonnen bemiddeling over de zuidelijke zone. En het gaat me zeer ter harte aan de oproep te herinneren welke ik heb gericht aan de wetenschapsmensen die ik heb ontmoet bij de zetel van de UNESCO en door hen tot die 'van alle landen en alle continenten', opdat iedere poging wordt aangewend 'om het menselijk gezin voor het afschuwelijke perspectief van een kernoorlog te bewaren! ... Ja! - heb ik eraan toegevoegd - de vrede van de wereld hangt af van de voorrang van de geest! Ja! de vreedzame toekomst van de mensheid hangt af van de liefde!'. H. Paus Johannes Paulus II, Toespraak, Tot de 'United Nations Educational, Scientific and Cultural Organization' (UNESCO), Parijs, De algehele menselijkheid van de mens komt tot uitdrukking in de cultuur (2 juni 1980), 23. Insegnamenti, III, !, blz. 1654 v. (Archief van de Kerken 35 ( 1980), 1056)
Alle stappen die ik heb aangehaald, zijn op de weg van de vrede ondernomen samen met de mensen van goede wil om de versterking ervan te ondersteunen, haar waarde steeds meer te waarderen, en om er de vruchten van te bereiken ten bate van heel de wereld.
Maar in dit totaaloverzicht van het volbrachte werk ten gunste van de vrede in de wereld ontbreekt het helaas niet, zoals ieder jaar, aan noodlottige en sombere schaduwen die ons hart beklemmen: de harten van de mensen, de harten van gelovigen in Christus.
Is er in de wereld niet heimelijk, zoals de roodgloeiende en verwoestende ader van een vulkaan, een voortdurende bedreiging van de vrede? Zijn er geen volkeren die lijden en sterven wegens de bestaande verschrikkelijke wedijver tussen de naties en soms tussen de tegenover elkaar staande partijen binnen dezelfde volkeren? Hoe niet het conflict tussen Irak en Iran vermelden? De situatie in Afganistan? De bestendige spanning in Libanon, de zeer dierbare natie welke me altijd voor de geest staat, zoals ik verschillende keren dit jaar heb willen benadrukken, zowel door aan de maronitische patriarch te schrijven als door een oproep te doen bij de algemene audiëntie van 16 juli (Archief van de Kerken 35 (1980), 1213), alsook door de vooraanstaande vertegenwoordigers van de nationale vergadering te ontvangen (20 oktober) Hoe niet te denken aan het geliefde Ierland dat uren van de grootste angsten beleeft? Maar laten we de Heer danken, dat juist in deze dagen, in antwoord op de oproepen en de gebeden van verschillende kanten van de wereld, de spanning schijnt te zijn verminderd. Hoe ook niet de ernstige gewelddaden vermelden die bepaalde zeer dierbare gebieden van Centraal Amerika met bloed hebben bevlekt en nog altijd met slachtoffers blijven bezaaien, en waarvan de meest vermaarde de betreurde aartsbisschop van San Salvador is geweest vgl. Archief van de Kerken 35 (1980), 464, 793-794? Voor de vrede van dit land heb ik mijn smeekbede tot God gericht op 2 april jongstleden Archief van de Kerken 35 (1980), 1138: maar het hart is diep bedroefd, wanneer de berichten van nieuwe gewelddaden en moorden ons bereiken.
Ik vergeet niet het nog altijd bestaande drama - ook al is het door andere droevige gebeurtenissen achterhaald die helaas de openbare mening eraan gewend maken - betreffende de ballingen en vluchtelingen in Thailand en in sommige landen van Afrika met de enorme menselijke en sociale problemen van rechtvaardigheid en liefde, van geen uitstel duldende zorg, die verontrustende vragen stellen aan het geweten van de volkeren.
Ik ben nabij aan alle mensen, mijn broeders, die op dit moment lijden; evenals ik innig deel in de angsten, pijnen en verwachtingen van mijn dierbare vaderland.
Vooral hernieuw ik mijn beroep op alle naties van de wereld - in de lijn van de boodschap welke bij gelegenheid van de reeds vermelde bijeenkomst van Madrid over de veiligheid en samenwerking in Europa is verzonden en waarbij een delegatie van de Heilige Stoel aanwezig is - voor de oprechte en constructieve eerbiediging van de godsdienstvrijheid waarop alle mensen recht hebben; zoals ik eraan heb herinnerd in mijn boodschap gezonden aan de staatshoofden die de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa
Slotakkoorden van Helsinki
Conferentie over Veiligheid en Samenwerking in Europa (1 augustus 1975) ondertekende 'is deze concrete vrijheid gebaseerd op de natuur zelf van de mens aan wie het eigen is vrij te zijn' n. 2 (Archief van de Kerken 36 (1981) 377; en deze moet daarenboven worden gewaarborgd én als fundament van de intrinsieke waardigheid van de persoon én als voorwaarde voor een geordend en rechtvaardig burgerlijk samenleven, waarbij iedere burger moet worden gerespecteerd om wat hij 'is' en niet achtergesteld mag worden tot een tweede of derde categorie wegens de denkbeelden die hij verantwoordelijk is te belijden en aan te hangen ook in het openbare leven. Op dit gebied heeft de Kerk de beginselen van haar gedrag getekend in de basisverklaring 2e Vaticaans Concilie - Verklaring
Dignitatis Humanae
Over de godsdienstvrijheid - Het recht van de persoon en van de gemeenschappen op sociale en burgerlijke vrijheid in godsdienstige aangelegenheden
(7 december 1965) en daarnaar moet voortdurend worden verwezen voor een werkelijke en duurzame geestelijke vrede binnen de naties.
Helaas duurt in bepaalde landen zoals Spanje, Italië, Ierland en elders het zeer ernstige gevaar van het terrorisme en het geweld voort, van die werkelijk bestaande oorlog tegen ongewapende mensen en instellingen, welke wordt gevoerd door duistere machtscentra die niet inzien hoe de orde welke door hen door middel van geweld wordt gewenst, alleen maar ander geweld kan oproepen. 'Allen die naar het zwaard grijpen, zullen door het zwaard omkomen', heeft Jezus gezegd op het moment dat Hij het afschuwelijkste geweld onderging (Mt. 26, 52). En een orde die op de ruïnen en moorden van het geweld zou moeten ontstaan, zou de vrede van het kerkhof zijn volgens een welbekende uitdrukking. Neen, zo wordt geen nieuwe samenleving opgebouwd welke moet dienen om de mens te verheffen. De Kerk laat niet na de opbouw van een rechtvaardiger en meer gezonde wereld aan te bevelen door middel van een innerlijke bekering en een radicale vernieuwing van de morele zeden. Nogmaals zoals in H. Paus Johannes Paulus II - Homilie
Keer terug van de weg van het geweld
In Drogheda, Ierland
(29 september 1979) en zoals in Turijn vgl. Archief van de Kerken 35 (1980), 1140-1142, smeek ik de mensen van het geweld, die ook broeders van me zijn, hun pad van de dood te verlaten; ik nodig de jongeren uit zich niet te laten meeslepen door de verdorven ideologieën van vernietiging en haat, maar met alle edelmoedige krachten die in de verschillende landen bestaan, mee te werken om de wereld op te bouwen 'naar de maat van de mens': alleen zo zal men een werkelijke positieve toekomst kunnen waarborgen in de vervoering van een werkzame vooruitgang waarvan vooral de eenvoudigen, gemarginaliseerden en armen zouden kunnen genieten.
En nog steeds gaan mijn gedachten en mijn gebeden uit naar de talrijke, onbekende slachtoffers van het terrorisme, zoals ik het met grote droefheid heb gedaan in februari jongstleden na het tragische einde van de geliefde, goede en onvergetelijke professor Bachelet Archief van de Kerken 35 (1980), 785-786 en zoals ik heb gedaan in augustus voor het barbaarse bloedbad in Bologna Archief van de Kerken 35 (1980), 1215-1216; en ik hernieuw de uitnodiging, reeds uitgesproken tijdens de audiëntie verleend aan de provinciale vergadering en raad van Rome (6 november) en aan de Italiaanse katholieke juristen (6 december), om de morele waarden te verdedigen die door het geweld worden geloochend. Ik vertrouw deze wens, die opwelt uit het diepst van mijn hart, toe aan de 'Vredevorst' (Jes. 9, 5), aan Hem die de situatie van de menselijke natuur op zich heeft genomen om haar te vergoddelijken en te doen delen in de grootheid van God zelf.
Ons gemeenschappelijk gebed zal zich in deze dagen van Kerstmis smekender verheffen om de troost en de rust af te smeken voor zoveel lijden van mensen, gezinnen en gemeenschappen! Laten we niet moe worden daarvoor te bidden: en vergeten we niet de gijzelaars die nog altijd beroofd zijn van hun vrijheid in verschillende landen van de wereld, slachtoffers van politieke represailles of van een onrechtvaardige, wrede en onbegrijpelijke geldspeculatie. Ik ben nabij aan hen met het gebed op deze Kerstmis die zo triest voor hen zal zijn; en voor allen bid ik de Heer, met tranen in de ogen, terwijl ik de verantwoordelijken vraag medelijden te hebben: in naam van God, in naam van de mens.